datum? 12° zondag
                  Navolging 
                    als zichzelf verloochenen  
                    en elke dag zijn kruis opnemen 
                  Pater Marcel Braekers 
                  Openingszang: 1
                  Inleiding 
                  De 
                    levenssfeer in onze samenleving is van die aard dat vooral de sterke ego’s met een tikkeltje agressie 
                    het meest aangepast zijn. ‘Kom op voor jezelf, durf je mening 
                    formuleren, laat je niet doen.’ Dat zijn de grote slogans. 
                    En de verbouwingen in huis hebben mij de laatste tijd er nog 
                    eens op gewezen dat je best zo bent of er wordt met je een 
                    loopje genomen.Onze maatschappij is agressiever geworden en 
                    steunt meer dan ooit op concurrentie. Als individu ben je 
                    meer kwetsbaar geworden, omdat je alleen staat en door geen 
                    ruimer kader wordt beschermd. Vanaf de negentiende eeuw begonnen 
                    alle omhullende systemen af te brokkelen: de sociale klasse 
                    waartoe je vanaf je geboorte behoorde, een macro-moraal 
                    waaraan iedereen zich diende te houden, de godsdienst als 
                    een georganiseerd systeem, enz. Telkens viel iets van het 
                    omhullend systeem weg en werd meer 
                    gewicht gelegd op de concrete persoon en zijn vermogen om 
                    zich door te zetten. Het was niet allemaal negatief, want 
                    we leerden ook luisteren naar onze behoeften en daarnaar te 
                    leven. Wie talent had kon zich opwerken. 
                    Er kwam groter mobiliteit en vrijheid. Mensen, die in hun 
                    jeugd waren opgevoed volgens vervreemdende hoogdravende principes, 
                    leerden aandacht krijgen voor zelfontplooiing. Dat laatste 
                    werd trouwens de grote slogan van de jaren zestig en zeventig. Voor velen een echte 
                    bevrijding. De vraag, die ik mij bij dat alles stel, is of 
                    we niet zodanig in overdrive zijn geraakt dat we alleen nog 
                    maar dat kennen. Dat we, anders gezegd, zo meegezogen worden 
                    in deze overtreffende en overtroevende atmosfeer dat iets verloren gaat dat zo wezenlijk is om gelukkig 
                    te zijn. Ik denk dan aan een houding waarbij je bewust afziet 
                    van macht, waarbij je afziet van steeds meer en beter. In 
                    het evangelie van deze zondag zegt Jezus het zeer kernachtig: 
                    ‘Wie achter Mij aan wil komen moet zichzelf verloochenen, 
                    elke dag zijn kruis opnemen en Mij volgen.’ Ik vrees dat veel 
                    mensen deze zo mooie gedachte beschouwen als bedoeld voor 
                    watjes. Daarom zou ik er in deze woorddienst veel aandacht 
                    aan willen besteden, want daarmee staat of valt veel van ons 
                    geloof.  
                  Lied 
                    nr. 601: “Zoals ik zelf gezonden ben”
                  Gebed
                   
                    Heer, raak ons aan met uw 
                      Adem 
                      Reik ons uw stralend licht, 
                      Wijs ons nieuwe wegen 
                      Geef op uw waarheid zicht. 
                      Raak met uw Adem onze onrust 
                      Tot wij rust hervinden. 
                      Al onze wonden heelt Gij: 
                      Gij ziet in ons uw Kind. 
                      Heer, raak ons aan met uw Adem, 
                      Geest die ons zingen doet. 
                      Waar U ons nabij bent 
                      Vinden wij hier vaste voet.  
                   
                  Eerste lezing: Galaten 3, 26 – 29
                  Lied nr. 5
                  Evangelie Lucas 
                    9, 18 – 24
                  Homilie
                  In 
                    zijn fascinerend maar ook raadselachtig 
                    boek Aldus sprak Zarathoestra 
                    laat Nietzsche Zarathoestra een aantal 
                    redevoeringen houden. In de eerste beschrijft hij drie gedaantewisselingen 
                    die de westerse mens aan het doormaken is. Eerst leefde hij 
                    als een  kameel, daarna als 
                    een leeuw en uiteindelijk moet hij leren een kind te worden. 
                    De kameel is een lastdier dat bereid is 
                    allerlei wetten en verordeningen op zich te nemen, dat bang 
                    is om tot eigenlijk denken te komen en dus enkel wat eikels 
                    eet die onder de boom vallen, het lastdier dat degenen bemint 
                    die hem allerlei lasten opleggen, enz. Maar daarna 
                    komt of kwam de periode van de leeuw: hij trok zich terug 
                    in de woestijn en wilde vrijheid. Brullend roept hij ‘ik wil’ 
                    en schudt alle waarden die hem werden aangepraat van zich 
                    af. Maar zo zegt Nietzsche, tot 
                    het scheppen van nieuwe waarden komt de leeuw niet. Hij is 
                    nodig om de zo noodzakelijke vrijheid te verwerven, maar tot 
                    echt scheppingswerk is hij niet in staat. Daarvoor is een 
                    derde periode nodig, de periode van het kind. “Onschuldig 
                    en vergeten is het kind, een nieuw-beginnen, 
                    een spel, een uit zichzelf rollend rad, een eerste beweging, 
                    een heilig Ja-zeggen.” (p. 37) Het kind 
                    of de nieuwe mens moet leren opnieuw waardering te krijgen 
                    voor het feestelijke leven waarbij 
                    hij al levend nieuwe waarden creëert. 
                    Deze beeldspraak vind ik fascinerend en als ik rond mij kijk 
                    heb ik de indruk dat we in de fase van de leeuw zijn blijven 
                    vast zitten. Er is een sterk verzet gegroeid tegen de waarden 
                    en het levenspatroon dat ons eeuwenlang werd opgedrongen. 
                    Terecht brulde de leeuw om zijn fundamentele vrijheid terug 
                    te krijgen. Alleen moeten we vaststellen dat de fase van het 
                    kind bereiken zo verdomd moeilijk is. Ik heb daarbij eerder 
                    de neiging om te zeggen dat we die oude waarden of raadgevingen 
                    opnieuw moeten boven halen, maar ze misschien niet zo moraliserend 
                    en vernederend moeten opdringen zoals in het verleden gebeurde. 
                    En zo keer ik terug naar het evangelie van deze zondag. 
                     
                    Als er staat: "Wie achter Mij aan wil komen moet zichzelf 
                    verloochenen en elke dag opnieuw zijn kruis opnemen” dan zou 
                    ik deze woorden anders willen begrijpen dan ons werd aangepraat 
                    in onze christelijke opvoeding. ‘Zichzelf prijs geven’ betekende 
                    vooral: geen rekening houden met je eigen verlangens, zeker 
                    niet luisteren naar de noden en vragen van je lichaam want 
                    dat was een gevaarlijke kerker, maar totaal zelfloos beschikbaar 
                    zijn. Onthechting was een sleutelwoord. Vandaar dat de leeuw-reactie 
                    met als motto ‘leve de zelfontplooiing’ zo gewantrouwd werd. 
                    Maar zoals Charles Taylor aantoont in verschillende 
                    van zijn werken betekent zelfontplooiing nog niet brutaal 
                    alleen nog aan zichzelf denken. Zelfontplooiing houdt 
                    ook in betrokkenheid op de ander, eerbied voor alle leven, 
                    enz. We moeten opnieuw met een frisse geest nadenken over 
                    wat het kan betekenen dat ik met mijzelf moet breken om Jezus 
                    te kunnen volgen. Wat doe ik met een uitspraak als ‘elke dag 
                    opnieuw je kruis opnemen’? 
                  Laat 
                    ik in eerste instantie proberen de uitspraken te begrijpen 
                    zoals ze wellicht in de gemeente van Lucas 
                    werden begrepen. Breken met zichzelf betekende voor Lucas 
                    vooral: doorbreken van de kleine kring waarin men meestal 
                    leefde. In de Grieks - Romeinse wereld 
                    was de kleine cirkel van familie en vrienden allerbelangrijkst 
                    en daartegen wil Jezus ingaan, want de komst van het rijk 
                    van God betekent dat we in een nieuwe, andersoortige verbondenheid 
                    gaan leven. En daarbij zegt Lucas 
                    dat je elke dag je kruis moet opnemen. Waarom? Omdat Jezus 
                    dat ook deed. Elke dag, want zijn boodschap was zo revolutionair 
                    dat het kruis of de tegenstand onvermijdelijk was. En Jezus 
                    doet zo mateloos beroep op onze inzet dat ook wij dagelijks 
                    zullen botsen met die wereld, maar ook met onze eigen berekende 
                    overgave. Je kruis opnemen betekent ook: accepteren dat ons 
                    leven nooit die rozengeur zal bereiken waarvan we dromen, 
                    dat we het kruis van onverlostheid 
                    en onvolkomenheid moeten aanvaarden, dat we het kruis dat 
                    anderen treft moeten helpen dragen. 
                     
                  Jezus 
                    pleitte voor een nieuwe ethiek, voor een grondige herdenking 
                    van alle waarden, voor het doorbreken van de kleine levenskring 
                    opdat de mens zich zou kunnen toevertrouwen aan het Grote 
                    Leven. Het Leven dat je als een geschenk wordt aangereikt, 
                    dat ons op geen enkele manier toebehoort, maar dat we hebben 
                    te behoeden en te koesteren. Zo ermee omgaand dat ook anderen, 
                    vooral de zwaksten, erin kunnen 
                    delen. Dat leven, en daarmee ga ik een andere weg dan Nietzsche, dat wij God noemen omdat het anders is dan alles 
                    wat we zelf uitvinden. Van dat Leven zei Jezus dat het ons 
                    wordt aangeboden en dat het de kracht of het Scheppende Centrum 
                    is waardoor alles met alles verbonden is. De westerse mens 
                    en in het bijzonder de Vlaming is te lang een leeuw gebleven die brult om zijn vrijheid maar 
                    daarbij hongerig en eenzaam een brullende in de woestijn blijft. 
                    Ik geloof dat het de hoogste tijd is dat we dat spelende kind 
                    worden dat in een heilig Ja-zeggen zich toevertrouwt 
                    aan die alles overrompelende Kracht waarover Jezus sprak.  
                     
                  Na de communie lied nr. 603
                   
                   
                 |