16 januari 2005 : 2e zondag
Overgaven
Els Trekker
Inleiding - Samen met de kinderen
Iedere zondag maken wij
hier tijdens het zingen van het Onze Vader een heel expliciet
gebaar: we staan recht en we openen onze handen naar boven
toe. De meeste onder ons doen dat, ook al voelt het soms heel
onwennig aan, sommigen doen het niet. Ik weet niet waar de
oorsprong ligt van het invoeren van dit gebaar hier in de
kapel. Het leek mij echter de moeite om te onderzoeken wat
dat gebaar voor mij en misschien ook voor jullie zou kunnen
betekenen.
Meditatiegezang:
We staan recht, luisteren naar de zang en openen onze handen
naar boven. De kinderen gaan daarna met de begeleider weg
om iets te doen rond dit gebaar en zijn betekenis.
Ik nam eens dezelfde houding
aan tijdens een relaxatieles bij Liesbeth Daenen. Het was
de eerste keer dat ik mij bewust in deze positie zette. Ik
vond het een heel ontroerend moment: ik zat helemaal in dat
gebaar en het voelde als overgave aan. Ik besefte
dat er iets wezenlijks gebeurde en dat ik voor altijd iets
waardevols had gekregen.
Wat is overgave eigenlijk? In de context van waar ik het wil
over hebben vinden we nogal wat omschrijvingen. Onderwerping,
gehoorzaamheid, iets toevertrouwen, iets uit handen geven,
je schikken in het onvermijdelijke, iets aan een hogere beschikking
overlaten, weggaan van de maakbare werkelijkheid, aanvaarding
van het niet weten, van het niet kennen, onmacht, loslaten
Maar wannéér voelen we onmacht, wàt
laten we los en
komt er iets in de plaats?
Het is niet echt een modieuze
houding: overgave. Je kan er publiekelijk wel iets over zeggen
als het in de betekenis blijft van: erkennen dat er stukken
in de wereld zijn die we nog niet kennen, die we nog niet
begrijpen, waar we nog geen controle over hebben. De reacties
op de natuurramp in Zuid-Oost-Azië zeggen bv. iets over
hoe de wereld geschrokken is van de overmacht van een natuurfenomeen,
hoe we het niet meer gewoon zijn om toe te geven dat iets
ons overkomt en dat we er niets hebben kunnen aan doen. Maar
we zijn natuurlijk al bezig met modellen om tsoenamis
te kunnen voorspellen. Gelukkig maar. Overgave wordt echter
al moeilijker als je het als een noodzakelijke levenshouding
voorstelt. En het is helemaal not done als je verder durft
gaan en de overgave in een religieuze context plaatst, er
een goddelijke dimensie aan geeft.
Hier sta je dan in een
wereld die alsmaar meer belang hecht aan wat kan onderzocht
en beheerst worden, aan het meetbare, aan wat de mens op het
onbekende heeft overwonnen, aan de verklaring van het materiële,
aan het wetenschappelijke verhaal. Een wereld die oneindig
veel vertrouwen heeft in het menselijk kunnen en die de wereld
ziet als het resultaat van menselijk handelen. Je kan je de
vraag stellen of het wel noodzakelijk is dat we menselijk
bescheiden zijn? Is overgave binnenkort misschien niet meer
nodig? Is het een houding die fatalisme verraadt, een gebrek
aan engagement, luiheid misschien? Het zijn allemaal vragen
die we ons kunnen stellen.
Lied
Toen, in de les bij Liesbeth,
had ik het gevoel dat er iets bijzonders aan de hand was.
Het overgave-moment kwam er na een moeizame periode zoals
iedereen die wel kent in zijn leven. Maar na het langzaam
erkennen van grenzen, nadat je dus bijna het onmogelijke hebt
gedaan en dat staat dus lijnrecht t.o. luiheid of een
gebrek aan engagement - vind je een merkwaardige kracht in
jezelf. Alsof je jezelf hebt verwijderd uit al die menselijke
pogingen om het leven op een bepaalde manier in te vullen
en er alleen dàt overblijft waarvan je écht
kan leven. Merkwaardig genoeg bestaat dat uit een soort zelf
dat je inzet én de overgave aan wat je niet kan bereiken
als een warme mantel omsluit.
Paradoxaal is, dat het overgave-moment eigenlijk een gelukservaring
is, al zou je het tegendeel verwachten. Wat je op dat moment
ervaart is iets dat je helemaal voelt. En het maakt blijkbaar
energie in je vrij die je kan gebruiken om je als mens vollediger
te voelen. Je handen openen naar boven toe is een sterk fysiek
gebaar. Maar het maakt je bewust dat het fysieke, het emotionele,
het psychologische en het spirituele met elkaar verstrengeld
zijn en niet los van elkaar functioneren. Want: je doet iets
puur lichamelijks, maar dat doet je je beter voelen, je gedrag
verandert én het brengt je tot gedachten die het alledaagse
overstijgen. In het besef dat overgave wezenlijk deel uitmaakt
van je leven zit je bij een aanvaarding van iets wat je niet
aankan, wat er wel is, maar waar je niet bij kan, niet nog
niet, maar waarschijnlijk nooit. Het is een erkenning van
je eigen kleinheid in wat je zo graag zou gerealiseerd zien,
je eigen kleinheid in een onbereikbare grootsheid. Wat je
toen op dat moment hebt ervaren, draagt je ook verder. Achteraf
kan je er eindeloos uit putten: het lijkt alsof het niet meer
kan weggaan.
Maar natuurlijk gaat het
af en toe weg, natuurlijk ben je het af en toe kwijt. En waar
moet je het dan zoeken? En misschien moet je hier de stap
buiten het puur menselijke durven zetten. Wat je hebt ervaren
als zinvol op een moment van heelheid moet je opnieuw gaan
zoeken voorbij je menselijk tekort. Moet je gaan zoeken in
iets groters, een droom van wat je zou willen zijn of van
wat je zou willen zien. Je kan dat namen geven en dan kom
je waarschijnlijk uit bij alle mogelijke godsbeelden.
Je kan ook proberen om
opnieuw datzelfde gebaar te maken als een soort magische poging
om hetzelfde gevoel terug op te roepen. En dat is dan de kracht
van een ritueel. Het balt in één moment samen
wat je daarbuiten soms moeizaam hebt verworven. Het kan aan
anderen een vermoeden tonen van wat heilzaam zou kunnen zijn.
Het kan verzamelen wat wij hier al allemaal hebben gekend
als overgave. Het kan heilig maken wat we als waardevol ervaren,
als een soort herinnering of vooruitwijzing naar wat mensen
rijker kan maken. Dat is waarschijnlijk wat een religie in
zijn geheel doet.
Maar waarom stellen we
nu dat gebaar tijdens het zingen van het Onze Vader?
Het is niet moeilijk om het beeld van een Vader of
een Moeder? te gebruiken om iets te zeggen aan iemand
aan wie we ons kunnen toevertrouwen, in wie we grootsheid
herkennen. En ook in de rest van het Onze Vader kunnen
we beelden herkennen die vertellen waarom mensen redenen hebben
om iets aan een grotere kracht over te laten.
Alle gedachten en gevoelens,
van iedereen, in alle tijden, creëren de werkelijkheid.
Het is al eeuwen zo dat mensen in hun inzet én in hun
overgave ervaren hebben dat ze compleet zijn. Zou dat in de
toekomst dan veranderen? Zou overgave niet een noodzakelijk
onderdeel van het leven zijn? Eigenlijk is het openen van
onze handen tijdens het Onze Vader niks anders dan een christelijke
invulling van een fundamentele levenshouding: weggeven wat
ons overstijgt en energie ontvangen om iets te doen met wat
ons overblijft.
Lezing: een wonderverhaal,
omdat je zon verhaal als een grote metafoor kan zien
van wat er kan gebeuren als je je toevertrouwt aan Iets of
Iemand die meer kan dan jij. En verder kan je maar ondervinden
hoe je wonder boven wonder! door controle los
te laten iets nieuws vindt dat een meerwaarde aan je leven
geeft.
Lied
Oproep: als loslaten dan
zo heilzaam kan zijn, is het misschien goed dat we voor onszelf
en voor anderen hopen dat het lukt om ons zo te gedragen. Wie
op één of andere manier een wens in die richting
zou willen doen, kan dat doen op het einde van de viering. Je
kan die wens dan hier vooraan komen zeggen.
|