25 september 2005: "Vrede zij met u”
André
Benoit
'Vrede zij met U allen'.
Vrede is het thema van deze viering. De aanleiding hiervoor
zijn de Vlaamse Vredesweek van 23 september tot 2 oktober én de
Internationale Gebedsdag voor de Vrede van 21 september, een initiatief
van de Wereldraad der Kerken. De Vlaamse Vredesweek wordt jaarlijks
georganiseerd door een pluralistisch samenwerkingsverband waar ook
Pax Christi in zit. Dit jaar staat de Vredesweek in het teken van
de actie tegen kernwapens, waar ook ter wereld. Deze problematiek
komt natuurlijk ter sprake in een viering over vrede maar we maken
er vandaag toch niet het uitgangspunt of basisthema van. We willen
van iets algemeners uitgaan: van wat nadenken over de plaats van
het thema 'vrede' in de bijbelse en christelijke traditie en spiritualiteit.
'Vrede zij met u allen'. Bij
de voorbereiding van deze viering is mij voor het eerst opgevallen
hoe belangrijk de vredeswens in het Evangelie is. Wanneer de verrezen
Jezus aan de leerlingen verschijnt is het eerste wat hij zegt telkens:
'vrede zij u allen'. En de meeste brieven van de Apostelen beginnen
en/of eindigen met een dergelijke wens: 'Genade en vrede zij u vanwege
God onze Vader en de Heer Jezus Christus', 'Genade voor u en vrede
in rijke overvloed', 'Vrede voor allen die in Christus zijt', 'Barmhartigheid,
liefde en vrede zij u in rijke overvloed'.
Het begrip 'vrede' moet dus wel
een centrale plaats ingenomen hebben in de spiritualiteit van Jezus
en van de apostelen, wanneer ze het telkens in de mond nemen op
momenten die een speciale geladenheid hebben: bij de begroeting
en bij het afscheid nemen. Een beetje zoals ons kruisteken nu begin
en einde van een samenzijn markeert. Maar ook aan de vredeswens
zou men ons dus kunnen herkennen.
We bidden nu eerst het gebed
van de Internationale Gebedsdag. Ook met het lied van de Zaligsprekingen
keren wij ons gelaat daarna in de richting van de Vrede.
Gebed en Lied 648: Zaligsprekingen
Eigenlijk had ik me niet moeten
verwonderen over het belang van de vredeswens bij Jezus en de
apostelen. Wanneer we nadenken of lezen over vrede, de voorwaarden
voor vrede, de kenmerken van vredelievendheid, dan komen we altijd
op een aantal centrale gedachten en kenmerken uit: verdraagzaamheid,
afzien van geweld, respect voor de andere, zorg voor de zwaksten
en hierin verder gaan dan wet en recht, afwijzen van onderdrukking
en van overheersersmentaliteit, niet per se gebruik maken van de
macht die men heeft, bereidheid om iets van eigen 'gelijk' en eigen
belang op te geven omwille van het vreedzaam samenleven, vergevingsgezindheid...
Dit zijn nu precies allemaal houdingen en inzichten die we normaal
hebben leren assimileren met wat we als fundamenteel christelijk
en evangelisch beschouwen.
Het belang van het begrip 'vrede'
heeft voor Jezus en de leerlingen echter ook wortels in de Joodse
traditie.
Sjaloom, wat wij als vrede vertalen,
is een kernthema in het Oude Testament. Sjaloom heeft echter een
veel ruimere betekenis dan vrede in de zin van afwezigheid van oorlog.
Eigenlijk wordt het door de Joden gebruikt als een aanduiding van
'het goede leven', van welzijn, ongedeerd zijn, gelukkig zijn, het
goed stellen. In de zoals altijd mooie formulering van Dorothee
Sölle: 'Sjaloom is een beeld van het goede leven dat mensen kunnen
leiden en waarna zij vervolgens oud en levensmoe kunnen sterven
omdat hun dagen geteld zijn en zij niet voortijdig ten onder zijn
gegaan aan oorlog en ongerechtigheid'.
In de wijsheidsliteratuur wordt
voortdurend benadrukt dat sjaloom- vrede en welzijn- zeer nauw samenhangt
met een levenswijze die volgens Gods plan is. En vooral de profeten
hebben dan gewezen op de centrale plaats van gerechtigheid in deze
levenswijze en deze moet zich vooral uiten in de manier waarop met
zwakkeren omgegaan wordt, met diegenen die het meest gevaar lopen
van 'het goede leven' uitgesloten te worden. Sjaloom verwijst bij
de profeten naar de vrede van het koninkrijk Gods en is de vrucht
van gerechtigheid. In de woorden van Sölle: 'Niet alleen het geweld
tussen mensen wordt in de sjaloom overwonnen, maar ook de economische
nood en uitbuiting, de onvrijheid en de psychische angst... de innerlijke
vrede is er verbonden met maatschappelijke en politieke vrede...sjaloom
is betrokken op een gemeenschap, zelden op een individu...' (D.
Sölle). Sjaloom heeft dan ook altijd te maken met enerzijds de manier
waarop men met de naaste omgaat én anderzijds met de maatschappelijke
omstandigheden waarin men te leven heeft: die moeten je ergens 'goed
gezind zijn', moeten vreedzaam zijn tegenover jou, moeten sjaloom
voor jou mogelijk maken.
De Leuvense exegeet Brekelmans
wijst er op dat in het Oude Testament de vrede op niveau van een
land of volk echter bijna altijd alleen op Israël betrokken wordt:
'In het Oude Testament is sjalom allereerst sjalom voor Israel...de
andere volkeren onderwerpen zich of worden vernietigd' (Brekelmans).
Het nieuwe van Jezus is dat sjalom
naar alle volkeren verruimd wordt. Nieuw is ook dat in Jezus' spreken
meer aandacht gaat naar individuele eigenschappen die een mens vredevol
en vredestichtend maken en dat gerechtigheid en het liefdevol, vredebrengend
handelen verder gaat dan 'de wet'. Denk maar aan de Bergrede, of
aan de viering over vergeven of aan die over de werkers van het
elfde uur.
De vrede van het koninkrijk Gods,
de vrede van Christus valt ook niet per se samen met de orde en
rust die door wet en macht opgelegd worden. De vrede van het Romeins
imperium, de Pax Romana, was niet de vrede van Christus, de Pax
Christi. Jezus' uitspraak dat hij geen vrede kwam brengen maar het
zwaard moet ook op dit niveau begrepen worden. De verwerkelijking
van het koninkrijk Gods kan botsen met gevestigde structuren die
zich wel op wet en orde kunnen beroepen, maar die mensen of volkeren
onderdrukken of uitsluiten en hen dus geen echte vrede, geen sjalom
gunnen. Een wereldorde die op macht berustend, volkeren vernedert
of behoeftig houdt, kan alleen een schijn van vrede in stand houden
en kan de meest extravagante reacties in de hand werken. Jeremia
kloeg al: 'Priesters en profeten, ze plegen allen bedrog. Ze genezen
zogenaamd de kwaal van mijn volk door te zeggen: vrede, vrede, alles
gaat goed. Maar het gaat helemaal niet goed'.
En de kernwapens, het thema van
de Vlaamse Vredesweek? De ontroerende zorg waarmee de gevestigde
kernwapenmachten zich voor het welzijn van de wereld inzetten door
te beletten dat ook de slechten kernwapens verwerven? Is dat ook
niet het soort discours dat Jeremia aankloeg: 'vrede, vrede, alles
gaat goed', 'houden zo' ? Moet men niet denken dat hoe meer deze
machten het eigen kernwapenarsenaal nog onverstoord uitbreiden,
vernieuwen en diversifiëren, hoe groter de aandrift van anderen
om ook iets te verwerven dat het summum van macht symboliseert?
Vraagt vrede hier ook niet dat de sterkere van iets afstand doet,
niet de overmacht ten spits drijft? En vraagt de verschrikking van
kernwapens niet dat men ook nog iets anders doet dan verspreiding
in alle vormen trachten te verhinderen in deze oncontroleerbare
wereld?
Laten wij dankbaar zijn voor
alle vredestichters, groot en klein. De grote wereldfiguren van
de geweldloze strijd tegen het onrecht dat de vrede verhindert of
bedreigt. Vele figuren uit de galerij van de Nobelprijs voor Vrede.
De heroïsche volhardende vredestichters in zo vele conflictgebieden.
De onvermoeibare militanten van de vredesbeweging hier te lande
die dikwijls tegen meewarige spot en onverschilligheid in aandacht
blijven vragen voor echte vrede en voor de verschrikkingen van de
oorlog.
Mogen zij ons bereid vinden wanneer
ze ons nodig hebben. Mogen wij in hun getuigenis, hun analyses,
hun vredesopvoeding iets vinden dat ons behoedt voor de besmetting
door de bedrieglijke retoriek van onze eigen heilige oorlog, de
verschraling van de vrede tot onze eigen veiligheid en de afstomping
voor de verruwing in de samenleving en in eigen hart.
|