26 februari 2006 : 8e zondag door
het jaar
Het verhaal van Ruth
Lisette Monard
Pieter Lastman
(ca. 1583-1633)
"Ruth zweert
trouw aan Naomi"
Hannover: Niedersächsische
Landesmuseum
|
 |
Lied nr. 602: Hoe ver te gaan
Openingsgebed
Die ons
geroepen hebt,
nog altijd ons zoekt,
ons aanziet en wil kennen:
BLIJF NAAR ONS VRAGEN!
Als wij niet horen,
vluchten in zwijgen, -
noem onze naam,
noem ons uw geliefde:
BLIJF NAAR ONS VRAGEN !
Die aan ons vasthoudt,
ons leven ten goede:
STA ONS VOOR OGEN!
Doe ons elkaar zien
zoals Gij ons ziet:
STA ONS VOOR OGEN!
Die ons geroepen hebt:
Hoor ons gebed!
Amen (Drempelgebed, Bij gelegenheid
(I), Sytze de Vries, p 42)
De
voorbije zondagen hebben we Jezus gevolgd op zijn tocht door
Galilea, zoals verteld door Marcus. We ontmoetten er een Jezus
die de confrontatie aangaat met het religieuze Joodse gezag
en een radicaal nieuwe boodschap brengt: het gelovig besef
dat ons leven ingeweven ligt in het diepe mysterie van een
God die om ons bekommerd is en ons aanvaardt zoals wij zijn.
Bij
wijze van intermezzo tussen de Marcusverhalen door, wil ik
vandaag samen met u in deze viering stilstaan bij de figuur
van Ruth uit het Oud-testament. Niet alleen omdat het zo’n
ontroerend verhaal is, maar ook om dat de geschiedenis van
Ruth evenzo een illustratie is van hoe God openstaat voor
alle mensen, ook vreemdelingen, die onder zijn vleugels een
toevlucht zoeken. Het is een verhaal over vriendschap tussen twee vrouwen, de
oudere Naomi en de jongere schoondochter Ruth, over de solidariteit
binnen een familie en over het omgaan met mensen uit andere
culturen. Het zou een verhaal van deze tijd kunnen zijn.
Het
boek Ruth ontleent zijn naam aan de hoofdpersoon Ruth, een
Moabitische vrouw. Deze mooie en zeer menselijke bijbelse
novelle, met haar fijne psychologie, staat onmiddellijk in
verband met het koningshuis van David en de afstamming van
Jezus. Bij Matteüs treffen we in de geboortelijst van Jezus'
voorouders Ruth aan als een van de stammoeders.
Het
verhaal van Ruth speelt zich af in de bewogen tijd van de
rechters, vóór de instelling van het koningschap. Juda wordt
door hongersnood geteisterd. Daarom vertrekken de joodse Elimelech,
zijn vrouw Naomi en hun twee zonen uit Betlehem naar Moab,
een heidens gebied ten oosten van de Dode Zee. Beide zonen
huwen daar met Moabitische vrouwen, één ervan is Ruth. Na
de dood van haar man besluit Naomi naar haar land terug te
keren. Ruth, die inmiddels ook weduwe is geworden, wil kost
wat kost mee, ofschoon Naomi erop aandringt dat zij in haar
land zou blijven. Maar Ruth zegt veelbetekenend: ‘Dring er
niet langer op aan dat ik u verlaat … Waar u gaat, ga ik;
waar u blijft, blijf ik. Uw volk is mijn volk, uw God is mijn
God’ .
1e lezing : Naomi en Ruth gaan
op weg naar Juda
(Bijbel voor de kinderen
(KLINK) p. 189)
Lied
639: “Waarom wanneer uit welke luchtlaag”
In
Juda voorziet Ruth in het onderhoud van haar schoonmoeder
door op de akkers tijdens de oogst aren te lezen. Toevallig,
of beter gezegd door Gods voorzienigheid, leert ze Boaz kennen,
een familielid van haar overleden man. Naomi bedenkt een plan
om Boaz ertoe te brengen dat hij zijn verplichtingen tegenover
zijn familie op zich neemt zoals dat bij een ‘losser’ past.
Het losserschap houdt in dat binnen de familie, zeg maar de
clan, een naaste familielid moet bijspringen als een ander
familielid door armoede in de problemen komt. Het kan gaan
om loskopen uit slavernij of het inlossen van panden voor
gronden die voor de familie verloren dreigen te gaan. De losser
heeft dus verplichtingen naar zijn familie toe, zowel wat
hun vrijheid, als wat hun grond betreft. Als wij Jezus onze
verlosser noemen, verwijzen we naar dit beeld van de losser.
Als 'losser' van zijn volk moet Jezus hen 'vrijkopen' uit
hun zonden.
Boaz
trouwt met Ruth, en zo zal deze Moabitische vrouw de overgrootmoeder
van koning David worden. De Moabitische vreemdelinge wordt
de waardige stammoeder van Gods volk. Door haar keuze voor
de Heer werkt Ruth mee aan Gods heilplan.
2e lezing : Bijbel voor de kinderen
(KLINK) p. 195
Homilie
We
ontmoeten Ruth eerst en vooral als 'de Moabitische'
en als Naomi’s schoondochter. Haar identiteit als 'de Moabitische'
en 'Naomi's schoondochter' staat in het spanningsveld van
'een vreemde' versus 'één van ons'. Een Moabitische te zijn
in Moab is heel wat anders dan een Moabitische te zijn in
Juda. In Moab hoort Ruth, de Moabitische, gewoon bij haar
eigen volk, haar eigen familie, haar eigen god. Een Moabitische
zijn in Juda is iets heel anders: daar ben je een vreemdelinge.
En als een vreemdelinge blijft ze bekeken worden, ook al heeft
zij zich geëngageerd tegenover Naomi, Naomi's volk en Naomi's
God. Maar haar nieuwe volk blijft haar tot het einde toe aanduiden
met een verwijzing naar haar land van oorsprong.
Tegelijkertijd
is Ruth echter ook meer dan een vreemdelinge. Ze is door haar
huwelijk verwant met de familie in Bethlehem. Zij staat bekend
als de schoondochter van Naomi. Dit geeft de nauwe band van
solidariteit tussen Naomi en Ruth weer, die als een rode draad
doorheen heel het verhaal loopt. Deze bijzondere vriendschap
van de twee vrouwen berust op wederzijds vertrouwen en respect.
Ze binden zich aan elkaar in hun zwakke en sterke kanten:
de buitenlandse Ruth heeft de inheemse Naomi nodig om wortel
te schieten in een ander land, wat in die tijd uitsluitend
door het huwelijk en het moederschap kon bereikt worden. En
Naomi die ouder wordt en zich bewust is van haar vereenzaming
kan niet meer het veld op gaan om aren te lezen. Ze heeft
de energieke hulp van de jonge vrouw nodig. De twee vrouwen
hebben elkaars bescherming nodig om in de mannenwereld te
overleven. De jonge vrouw Ruth is bang voor de achtervolgingen
van de mannen op het werk, de oude vrouw maakt zich zorgen
om hun levensonderhoud.
De
landheer Boaz is onder de indruk van Ruths waardige houding,
een houding die hij beschrijft als deze van iemand die onder
Gods vleugels haar toevlucht zoekt, en God als een God die
haar moge vergelden wat ze deed voor Naomi. Ruth daagt Boaz
uit om zijn geloof waar te maken door zelf zijn 'vleugel/mantel'
over haar uit te spreiden en zijn woorden van lof meer substantie
te geven door iemand te worden die zijn familie echt ter harte
neemt.
Als
Ruth en Boaz huwen, worden beiden gezegend door het volk en
de oudsten in de poort. Zij krijgen een kind Obed, die vader
wordt van Isai en grootvader van koning David.
Ruth, de Moabitische, de vreemdelinge, die niet
tot het godsvolk behoorde, wordt een belangrijke schakel voor
het voortbestaan van datzelfde godsvolk. Toch wel een gedachte
om even bij stil te staan. Ruth wordt door de Verhaler beschouwd
als 'de andere', maar Ruth zelf beschouwt zich als deel van
het Joodse volk. Het idee ‘vreemdeling’, en ‘andere’ is dus
heel relatief en subjectief. Daarenboven blijkt dat de vreemdeling,
de 'kink in de kabel' nodig is om de toekomst van dit volk te
bestendigen.
Ruth’s volgehouden solidariteit en haar
uitdaging om het geloof wààr te maken is essentieel. Haar
houding maakt het ontstaan van 'lossers', van mensen die ten
dienste staan van God en mensen mogelijk. Door Jezus in haar
lijn te plaatsen, vraagt Matteüs erkenning voor haar levenshouding,
die ook deze van Jezus is. Ruth daagt ons, tot op vandaag,
uit om ons geloof ook in daden om te zetten en zo te bouwen
aan Gods volk
Uit het verhaal van Ruth leren we dat de
liefde van God, belichaamd in Jezus van Nazareth , zich uitstrekt
tot àlle volken. En hebben wij wel voldoende oog voor de waardevolle
inbreng van de ‘anderen’ in onze samenleving. Hebben wij
wel voldoende vertrouwen dat God ook via hen werkt aan zijn
volk. God schrijft met en door alle volken zijn geschiedenis.
Muziek
Offerande
Consecratie : dankgebed nr. 143
met refrein van lied 190(“Omdat gij het zijt, groter dan ons
hart, die mij hebt gezien eer ik werd geboren”).
Onze Vader
Communie - Muziek: Lied nr. 643:
Tot slot:
Heer, wij vragen uw zegen voor onze zonen
en dochters. Dat zij in hun zoektocht naar een zinvol bestaan
ver weg, maar ook dichtbij, inspiratie mogen vinden in het
leven van Ruth en de uitdaging die zij is aangegaan. laten
we bidden voor els, an en al onze dochters en zonen dat zij
in hun zoektocht naar een zinvol bestaan ver weg maar ook
dichtbij inspiratie mogen vinden in het leven van Ruth en
de uitdaging die zij is aangegaan"laten we bidden voor
els, an en al onze dochters en zonen dat zij in hun zoektocht
naar een zinvol bestaan ver weg maar ook dichtbij inspiratie
mogen vinden in het leven van Ruth en de uitdaging die zij
is aangegaan
Mogen zij uw blijde boodschap en de waarden
die zij hier in deze kapelgemeenschap kregen aangereikt, meedragen
in het uitbouwen van hun levensproject. Moge de geest van
Filosofenfontein hen begeleiden en in hen doorleven.
Laten we bidden voor Els, An en al onze
dochters en zonen dat zij in hun zoektocht naar een zinvol
bestaan ver weg maar ook dichtbij inspiratie mogen vinden
in het leven van Ruth en de uitdaging die zij is aangegaan
Gedicht : Vertrek van dochters (Rutger
Kopland)
Ze moesten inderdaad gaan, ik had het gezien
aan hun gezichten die langzaam veranderden
van die van kinderen in die van vrienden,
van die van vroeger in die van nu.
En gevoeld en geroken als ze me kusten,
een huid en een haar die niet meer voor mij
waren bedoeld, niet zoals vroeger,
toen we de tijd nog hadden.
Er was in ons huis een wereld van verlangen,
geluk, pijn en verdriet gegroeid, in hun
kamers waarin ze verzamelden wat ze mee
zouden nemen, hun herinneringen.
Nu ze weg zijn kijk ik uit hun ramen en zie
precies datzelfde uitzicht, precies die
zelfde wereld van twintig jaar her,
toen ik hier kwam wonen.
Muziek
|