7 januari 2007
Driekoningenviering
Illustratie:
Rembrandt, De aanbidding der wijzen
Hilde Boers
Intredelied 304:
Het lied van Jesse
Verwelkoming
|

|
Goede morgen, welkom op
deze eerste zondag van het nieuwe jaar.
We beginnen deze viering in de naam
van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Vandaag vieren
we drie koningen. Een mooi kinderfeest denken we dan. Vroeger
hoorden we ze zingen, van huis tot huis, en ook nu blijft
deze traditie verder leven. In de oosterse kerk is het eerder
een plechtstatig feest. Ook de naam klinkt daar zwaarwichtig
: Openbaringsfeest. Eigenlijk betekent dit : God laat zich
zien. Laten we het begrip openbaring vervangen door het begrip
ontmoeting en om deze ontmoeting te ervaren maken we het eerst
stil in ons.
Openingsgebed
Geef ons Heer,
de juiste ingesteldheid om op weg te gaan,
om het Kind te ontmoeten.
Laten wij de beste geschenken geven
het goud van ons hart
de wierook van onze lofzang
en de mirre van onze goede voornemens.
Geef ons vooral een goed geheugen
zodat we de ontmoeting niet vergeten
als we terug thuis komen in het gewone leven van elke dag.
Inleiding
Hoe kan de tocht van de
drie wijzen door ons ingevuld worden? Zegt dit verhaal, dat
mooie fictieverhaal ons vandaag nog iets, of is het een sprookje
voor kinderen? Is fictie alleen maar fictie en dus een droom,
of kan het ook symbool staan voor een realiteit die wezenlijk
te ervaren is en enkel in beelden uit te drukken? Een mooi
hedendaags gedicht van Eliot gaf mij een bevredigend antwoord.
Zijn interpretatie sprak me enorm aan. In essentie is Eliot
een mysticus en zijn dichterlijke ziel verwijst naar het onuitspreekbare.
Omdat er veel dubbele bodems aanwezig zijn in de tekst heb
ik hem voor u gekopieerd want hij vraagt ook om herlezing.
Vooraleer ik u meer uitleg ga geven over wat mij in de tekst
aansprak, is het goed, denk ik, hem eerst integraal te beluisteren,
opdat de ontmoeting met de dichter onbevangen en zonder vooroordeel
kan gebeuren. Ieder van ons zal er wel andere zaken uit halen
denk ik, zoals dit het geval is bij elk goed gedicht.
Lezing : T.S. Eliot:
(oorspronkelijke tekst: “Journey
of the Magi”)
“De reis van de drie koningen” (vertaald door Martinus Nijhoff)
Het was een koude tocht,
en de slechtste tijd van het jaar
voor een reis, voor zulk een verre reis.
De wegen modderig, het weer guur,
de winter op zijn strengst.
De kamelen, die hun knieën ontvelden, hun hoeven bezeerden,
werden onhandelbaar
en legden zich neer in de smeltende sneeuw.
Menigmaal dachten we met spijt terug
aan onze zomerpaleizen op bloeiende berghellingen,
aan meisjes, in zijde gehuld, die gekoelde wijn ronddienden.
Onze kameeldrijvers vloekten, kankerden,
weigerden dienst, riepen om brandewijn en vrouwen.
Onze kampvuren wilden niet branden, onderdak was moeilijk
te vinden,
de steden waren vijandig, de dorpen stug,
de gehuchten smerig en verschrikkelijk duur:
het was een ellendige tocht.
Tenslotte reisden wij de gehele nacht door,
sliepen zo nu en dan langs de wegkant
en hoorden gedurig in onze oren zingende stemmen, zeggend:
jullie onderneming is waanzin.
Eindelijk, toen het licht werd, daalden we neer in een luw
dal,
vochtig, onder de sneeuwlijn, geurend naar groeizaamheid;
een beek snelde voort, een watermolen karnde het duister,
er waren drie bomen onder een bewolkte lucht,
en een oud wit paard galoppeerde door een weiland.
Wij kwamen bij een herberg met wijngaardranken boven de
stoep.
Zes handwerkslieden dobbelden bij de open deur om zilverlingen
en zes voetknechten schopten lege wijnzakken over de vloer.
Maar niemand kon ons inlichtingen verschaffen, en zo gingen
we verder,
en bereikten des avonds, geen uur te vroeg,
de plaats van bestemming; het was (dat mag ik wel zeggen)
de moeite waard.
Dit alles is lang geleden, ik heb het onthouden
en zou het over willen doen, maar ik stel,
dit vooropgesteld,
één vraag: was het doel dat ons dreef
geboorte of dood? Wij waren getuigen van een geboorte, zeker,
daar is geen twijfel aan. Maar als ik vroeger geboorte of
dood zag,
dacht ik dat ze tegenstellingen waren. Deze geboorte echter
was een onverbiddelijk einde voor ons, een dood, onze dood.
Wij keerden terug naar ons land, onze koninkrijken,
maar voelden ons niet meer thuis in de oude orde
tussen vreemde mensen die hun goden omklemmen.
Ik zal blij zijn als ik andermaal sterf.
Meditatieve kerstmuziek
Duiding.
Woorden beklijven. Wat
me bij blijft is de zin "het was (dat mag ik wel zeggen)
de moeite waard".
God ontmoet de mens en de dichter kan alleen maar stamelen
...ja het was de moeite. Dus wel degelijk een openbaring voor
hem, maar meer kan of durft hij daar niet over te vertellen.
Wel een lange uitleg over de tocht de reis naar het kind,
de obstakels die de ontmoeting zouden kunnen tegen houden.
De moeilijkheden komen van buiten af maar ook door weerstanden
van binnenuit.
Het is een symbolische louteringsgeschiedenis van Eliot maar
eigenlijk opengetrokken naar elke mens die zoekt, want de
pelgrimstocht is een gekend thema in het kristendom, en eigenlijk
ook in alle andere godsdiensten. Wat ik zeer merkwaardig vind
bij Eliot is dat hij de zoektocht naar de bron, een pas geboren
kind, laat verlopen langs de weg die nog komen moet. We volgen
in de tekst de verdere geschiedenis van dit kind: de haan
die kraait, de teerlingen die geworpen worden, de drie kruisbomen
onder bewolkte lucht... Het is geen idylische tocht maar een
visioen van rauwe werkelijkheid.
Vooraleer de wijzen het kind ontmoeten moeten ze de navolging
ervaren, heel bizar. Er is een louteringstocht nodig en een
sterven aan zichzelf.
Bij het lezen van Eliot's
andere gedichten begreep ik een beetje wat hij bedoelde. Elders
schreef Eliot :"We zullen niet ophouden met ontdekken
en het einde van alle ontdekking zal zijn, aan te komen waar
we vertrokken en de plaats te kennen voor de eerste keer".
Voor Eliot is de tijd geen cronologische opeenvolging van
de dingen maar een cirkelvormige benadering en verdieping
van de wezenlijke zin van ons bestaan...in mijn aanvang is
mijn einde ...of zoals hier "was het doel dat ons dreef
geboorte of dood?". De essentie, de ontmoeting in de
diepte wordt niét beschreven.
Om er te komen is er veel doorzettingsvermogen nodig en het
is de moeite waard. Erg aantrekkelijk is het allemaal niet
want ook het resultaat wordt beschreven. Nà de loutering en
nà de ontmoeting blijft er een mens over die binnenste buiten
gekeerd is, er is een voor en een na, hij is veranderd. Hij
voelt zich niet meer echt thuis in deze wereld. Deze ommekeer
is wel herkenbaar, ieder van ons beleefde wel eens iets fundamenteel.
Ik vond deze gedachtengang ook in de tekst van volgend lied.
Lied 18: "Door
de wereld gaat een woord"
Heeft het gedicht nu iets
met ons te maken? Of is het een persoonlijke ervaring van
Eliot? Ik denk dat de kracht van elk groot kunstenaar er in
gelegen ligt, dat hij een persoonlijke ervaring verwoordt
die niet sentimenteel op zichzelf betrokken is maar geldigheid
heeft voor ieder die er voor open staat. We zijn vervreemden
door naar Zijn stem te luisteren, we passen dan niet meer
helemaal in de wereld zoals ze draait.
Ik vond het ontroerend
in de adventsperiode dat ook de kinderen in de nevendienst
dat ontdekten. Ze hadden aangevoeld dat als een arm kind mee
een verjaardagsfeestje komt vieren er een gemakkelijke en
een moeilijke oplossing bestaat. De gemakkelijke: "Jij
hoeft geen cadeautje mee te brengen." De moeilijke: "Feesten
is samen zijn en daar hoeven geen cadeautjes aan te pas te
komen." Dit is lastig, zullen ze gedacht hebben, maar
ook voor de ouders is dit een strijd tegen het menselijk opzicht
dat ons soms in zijn greep heeft. Tegen
de stroom in varen, de conventies doorbreken en daardoor als
rare vogels bekeken worden, wie wil nu een verjaardagsfeestje
zonder cadeautjes?
Zo zijn er vele voorbeelden
als 't gaat over vervreemding en er niet echt meer bij horen.
Het is zelfs geen keuze meer maar een bewustwordings-proces.
Dat is wat gebeurt na de ontmoeting met het weerloos kind.
Het kerstkind ontmoeten is élke kwetsbare mens herkennen.
En zo kom ik tot de vraag die ik mezelf stelde na de lezing
van dit gedicht.
Waarom gingen de drie koningen terug naar huis met een gevoel
van vervreemding zonder duidelijke verandering. Ze werden
geen politieke vrijheidsstrijders, er wordt geen actie gevoerd
en de slotzin is niet erg vreugdevol zo op het eerste zicht:
"ik zal blij zijn als ik andermaal sterf".
Voor mij steekt hier de eeuwenoude spanning in tussen actie
en contemplatie waar Eliot schijnt te kiezen voor de zachte
weerstand van niet meehuilen met de wolven in het bos, zonder
daarom heel de wereld op zijn kop te willen zetten. Er blijft
heimwee, het was de moeite waard, er wordt naar terug verlangt,
er is iets wezenlijks ervaren, maar het gewone leven loopt
verder en alleen in kleine details zullen de anderen merken
dat er iets anders leeft in ons, iets dat muren doet afbreken
en kiest voor het kwetsbare.
Evangelie : driekoningenverhaal
uit de kinderbijbel
Zang : Wees Gij het
woord, Gij de stilte
TAFELGEBED
Muziek : Schutz : Beschluss
der Geburt unseres Herrn
Lied 310: "Nu zijt
wellekome"
|