20 maart 2008: Witte Donderdag
Welk beeld bewaren wij?
Marcel Braekers
Bij binnenkomen aanbieden van water om handen
te wassen
Verhaal van de voetwassing:
N. Ter Linden, Een koning op een ezel, p. 189
Intrede 26: “Hij die de blinden
weer liet zien”
Begroeting
Van geliefde overledenen – ouders
of vrienden – blijven na enige tijd slechts één of enkele typerende
beelden of verhalen hangen. Naarmate de jaren voorbij gaan vernauwen
de herinneringen en blijft alleen iets heel kenmerkend bewaard,
zodat deze verhalen op hun beurt de persoon gaan domineren. Zo werkt
nu eenmaal ons geheugen en onze omgang met het verleden. Dat geldt
ook voor de eerste leerlingen, die gedurende 20 à 30 jaar hun verhaal
van Jezus bleven verder vertellen. Veel herinneringen gingen verloren,
maar enkele typerende beelden bleven hangen.
En
wij, die met dit palet van kleurrijke beelden worden geconfronteerd,
selecteren daaruit op onze beurt wat ons vanuit onze omgang met
het leven aanspreekt. Ik denk dat het een boeiende oefening zou
zijn, mochten we ons in een kring kunnen zetten en elk een beeld
kon schetsen dat je behoudt. Hoe blijft deze Jezus van Nazareth
in je geheugen hangen? Ik doe slechts een poging:
- Als
de leraar die op de berg zit en ons binnenvoert in een wereld van
zeer hoogstaande en edele ethiek? De Wetgeleerde, die ons leert
dat je God niet anders leert kennen dan in de ander? Wat je voor
de minste hebt gedaan, heb je voor Mij gedaan.
- Blijft
je het beeld bij van iemand die de ogen of de mond van een gebrekkige
aanraakte, die een genezende kracht uitstraalde waarbij men zich
beter ging voelen? De man die kracht en vertrouwen uitstraalde?
- Behoud
je het beeld van de gast en gastheer, die met de meest vreemde en
miskende groepen aan tafel lag en hen waarderend toedronk? De profeet,
die eerder zijn en Gods genegenheid onvoorwaardelijk aanbood zonder
van mensen iets te verlangen?
- Blijft
het beeld van de polemist bij, de man die al discussiërend anderen
op het verkeerde been zette en zo tot inzicht wilde brengen?
- Of
behoud je het unieke beeld van iemand die de voeten wast? Alleen
Johannes verwoordt dit moment als hij nadenkt over de verhalen van
de andere evangelisten. Hij wilde het dienende karakter van Jezus
extra onderlijnen.
Je
kan natuurlijk al deze beelden vasthouden, maar misschien spreekt
je het ene toch meer aan dan het andere. Misschien moet je even
de tijd nemen om dat beeld vast te houden. Het is jouw relatie met
Hem, jouw erfenis van het testament dat Hij ons naliet. Daarover
gaat het onder andere in deze laatste avond van samen zijn. Ook
de leerlingen hebben die avond ervaren als een testament.
Gebed
Wees ons genadig God
Wees ons nabij.
Laat ons niet ontbreken op het feest
Dat Gij ons hebt bereid.
Verzamel ons bij de uittocht van Jezus Messias
En bekleed ons met het witte licht
En de liefde van uw Zoon. (S.
de Vries)
Verhaal van de instelling van de eucharistie:
kinderbijbel van Klink p. 213 – 214,
Lied 163: “Brood op tafel”
Bezinning bij een
schilderij van Dirk Bouts
Wij hebben hier in Leuven één van de hoogtepunten
uit de periode van de Vlaamse primitieven. Het laatste avondmaal,
geschilderd door Dirk Bouts, dat in de Sint Pieterskerk in de
schatkamer hangt. Het schilderij is merkwaardig om zijn prachtige
coloriet typering van de figuren, maar het is ook bijzonder om
de theologie die Bouts erin heeft verwerkt.
 |
“Het laatste avondmaal vindt
plaats in een middeleeuws vertrek met een vloer van plavuizen,
een Gotische schouw en balken zoldering.” (Barnard, Stille
omgang, p, 277) Het verhaal zou even goed vandaag in
deze leefruimte kunnen plaats vinden.
Jezus maakt een zegenend gebaar over het brood. De zegenende
hand vormt precies het middelpunt van de compositie. Verschillende
leerlingen zijn op typische manier voorgesteld. De figuur
links vooraan met de donkere baard en het mes vlakbij lijkt
wel Judas. Naast Jezus zitten Petrus (altijd met baard en
wat kalend) en de jongeman, de geliefde leerling. Wanneer
je aandachtig kijkt, merk je hoe bijbels de kunstenaar was
gevormd. Op het helderwitte tafellaken staan vijf bekers,
precies zoals op de seideravond, als in Joodse gezinnen
het paasmaal wordt gevierd. Eén beker blijft onaangeroerd,
het is de beker voor de profeet Elia, de beker van de toekomst.
|
Hoe
sterk Bouts op zijn eigen manier allerlei theologische thema's
samenbracht, blijkt uit de 4 oudtestamentische taferelen die hij
op de 2 zijpanelen schilderde. Zeker, men las in die tijd het
Oude Testament in functie van het Nieuwe en deed het zo tekort.
En toch heeft de schilder op een mooie manier de vele betekenissen
van de eucharistie naar voor gehaald.
Op het eerst kleine schilderij
staat de priester Melchisedek, die aan Abraham, hier voorgesteld
als een krijgsheer, brood en wijn aanbiedt. Abraham trekt
het land Kanaän binnen dat God hem had beloofd en met deze
gaven wil de priester hem verwelkomen. Melchisedek stond
daar, men wist niet waarvan hij kwam als een vredebrenger.
Daarom wordt hij in de
Hebreeënbrief gezien als een voorafbeelding van Christus.
Geeft dit niet te denken dat onze eucharistische maaltijd
even goed een verwelkoming zou kunnen zijn voor de vreemde
die in onze cultuur binnentreedt in plaats van het te reserveren
voor de ingewijden?
|
 |
 |
Op het tweede
schilderijtje zie je de Israëlieten, die op het punt staan
Egypte te verlaten, rond een tafel geschaard. Rechtstaande
- want gehaast zijn ze - eten ze van het lam dat in zijn geheel
met bittere kruiden was bereid, want bitter was het leven
als slaven in Egypte.
In de theologie van Johannes wordt Jezus gezien als het lam
dat op een nieuwe wijze een weg naar bevrijding wees. Ook
onze eucharistische maaltijd zou altijd die dimensie van tochtgenoten
moeten bewaren, die met velen over heel de wereld op weg zijn
naar vrijheid. |
Op het derde tafereel
zie je hoe de Joden in de woestijn het manna verzamelen.
“Brood uit de hemel hebt Gij hen te eten gegeven.” Maar
ze konden slechts voor één dag manna verzamelen, anders
rotte het en begon te rieken. Zo leerde men in die barre
streek helemaal op God te vertrouwen, levend van dag naar
dag volgens hetgeen de natuur bracht.
Later zou de evangelist
in Jezus naam schrijven: 'Ik ben het brood dat uit de hemel
neerdaalt. Uw vaderen in de woestijn hebben gegeten en weer
honger gekregen. Ik wil voor jullie voedsel zijn dat naar
hart en ziel verzadigt.” Eucharistie als gebaar van vertrouwen
dat niet hoeft te verzamelen en op te potten om te leven,
maar moet durven vertrouwen hebben.
|
 |
 |
Op het laatste prentje
staat de profeet Elia, die onder een struik zich heeft neergelegd.
Elia was moeten vluchten voor de priesters van Baäl, zijn
leven stond op het spel. Elia voelde zich ontmoedigd, omdat
men geen acht meer sloeg op Gods woord. Maar een engel stoot
hem aan, tot drie keer toe. Hij toont hem brood en een kruikje
water. Elia at en dronk en ging op reis, drie dagen en drie
nachten stapte hij tot op de berg Horeb waar hij een uitzonderlijke
Godservaring zou hebben.
Ook dat was een betekenis
die Bouts in zijn schilderij wilde meegeven. Het brood dat
wij breken is ons geschonken ter bemoediging, opdat we altijd
en in alle omstandigheden onze eigen weg van bevrijding
en overgave zouden durven gaan.
|
Tafelgebed
Priester:
U zegenen wij, Eeuwige,
Om de genezing van ons leven,
Om liefde, ons aangedaan,
Om de morgen ons toegesproken.
Allen: Zo vaak zijt Gij voor mensen geweest
Een licht, een vuur, een spoor.
En wanneer wij U ontbreken
En uw Naam onder ons is zoekgeraakt,
Dan zijt Gij daar:
Als een lied dat niet verstomt,
Als een Woord dat beklijft.
Met allen die ons hebben voorgezongen,
Met alleen die zingend een weg gaan van bevrijding
Verheffen ook wij onze stem.
Priester: Gezegend zijt Gij om Jezus Messias,
Uw lieve Zoon,
Die de uittocht heeft volbracht,
Het spoor voor ons trok,
De weg ons baande.
Hij deed uw woord aan mensen gestand
En keer op keer wordt Hij ons brood voor onderweg
Hij heeft met zijn leven onze beker gevuld,
Hij, ons Paaslam
Die in de nacht van zijn overlevering het brood nam
En U zegende ………..
Lied 162: “Hij brak het brood en nam zijn
dood in eigen had”
Allen: Hier vieren wij zijn dood
Als een Pascha voor de Heer.
Geef ons te geloven
Dat, wat in liefde is gezaaid, niet verloren gaat.
Laat Hem vrucht dragen honderdvoud.
Laat uw Adem, uw Geest
Levenwekkend onder ons zijn,
Ons herscheppen tot kinderen van het Licht,
Die genegenheid en trouw hoog houden,
Die Christus als hun meester in het dienen
Blijven gedenken onder de mensen. (S. de Vries)
Na de vredewens zingen we 162B “Eet en drinkt
van brood en wijn”
Communie
Na de communie vrije voorbeden
Lied 643: “Hier in de stilte verzameld”
Leeg maken van het altaar
Klag-gedicht (Johann Fischer)
Nun wünsch ich manche gute Nacht,
Dir, Welt, und deinem Wesen,
Weil mein Heiland heimgebracht,
Und ich nun bin genesen.
Gegrüsset seist du Sternenplan,
Verlassen Weltgetümmel
Gegrüsset seist du Lebensbahn
Verlassen, falscher Himmel.
So prange nun mein weisses Kleid,
Lass nichts an Glänzen fehlen.
Dir muss alhier kein schwarzes Leid,
Den Glanz des Sieges stehlen.
Und du, o müde Pilgerhand,
Nimm an die Siegespalmen,
Die dir dein Jesus zugesandt,
Auf, auf und bring ihm Psalmen.
Du Sündenträger, Gotteslamm,
Dies Kleid hast du erworben,
Als du, o schönster Bräutigam,
Bist selbst für mich gestorben.
Drum Jesu, du solt Sonennenschein
(Der mir kann Freude geben)
und ich will hier dein Himmel sein,
heisst dass nicht glücklich leben?
Gebed rond het lege altaar en tabernakel
Waken en bidden wij met Hem
Die ons in deze dagen voorgaat
Om in alles te vertrouwen op U, zijn Vader,
En om Hem niet te verraden
Elkaar te ontkennen en alleen te laten.
NIET MIJN WIL MAAR UW WIL GESCHIEDE
Voor uw gemeente,
Wanneer haar ogen zwaar worden, de harten moe,
Dat Christus’ stem haar kan wekken
Om zijn weg te volbrengen al onze dagen
NIET MIJN WIL UW WIL GESCHIEDE
Delen wij het verdriet om
Een verscheurd Jeruzalem
Om de geweldenaars én de doden
Rond uw tafel van bevrijding.
Zullen ooit Abrahams zonen
Het brood der ellende met elkaar delen?
NIET MIJN WIL MAAR UW WIL GESCHIEDE
Dat ook wijzelf, die leven van uw liefde,
Anderen in vrijheid kunnen stellen,
Dat wij, nu gekend,
Ons aan anderen durven laten kennen,
Dat wij, nu vertroost,
Oog houden voor het verdriet van een ander:
NIET MIJN WIL MAAR UW WIL GESCHIEDE
Dat wij zonder verborgen wapens
Aangaan aan uw tafel,
Daar keer op keer vertrouwen hervinden,
Dat er geen donkere kloof is
Tussen onze lippen en handen:
NIET MIJN WIL MAAR UW WIL GESCHIEDE. S. de Vries
|