Lied 10: “Ik sta voor U in leegte en gemis”
Begroeting
Is het niet vreemd dat het meest centrale
aspect van ons christelijk geloof ook voor het meeste vragen zorgt?
Waarom moest Jezus zo nodig lijden? Voor onze zonden? Om een oninlosbare
schuld van de mensheid te delgen? Waarom liet God dit alles gebeuren
en greep Hij niet in om zijn geliefde kind te redden?
Veel van dit soort vragen verwijzen
naar een achterhaald mens- en Godsbeeld waarbij God als een woedend,
wraakzuchtig en almachtig opperwezen wordt voorgesteld. Het zijn
primitieve projecties waar het oudste geloof en elke generatie
bovenuit moeten groeien. De vraag naar het waarom van alle lijden,
en in het bijzonder dat van Jezus, blijft daarmee evengoed onopgelost.
Maar misschien zijn we met een 'oplossing' ook niets gebaat en
is de vraag 'hoe aanwezig te zijn bij het lijden' veel belangrijker.
Mensen moeten zich niet extra geselen, er is reeds genoeg ellende
in de wereld. Indien wij het lijden van Jezus herdenken is het
in eerbied om Hem en om de zovelen die door een hel van leed moeten
gaan. Maar daarbij doen wij dit vanuit de overtuiging dat er een
onverwoestbare levenskracht aanwezig is, die met God te maken
heeft.
Twintig eeuwen hebben kunstenaars op allerlei manieren uiting
gegeven aan hun meevoelen, hun verontwaardiging en hun poging
de lijdende mens in zijn kwetsbare schoonheid nabij te brengen.
Ik heb daarom ervoor gekozen om het lijdensverhaal nabij te brengen
via een reeks van glasramen door Ted Felen gemaakt. Deze Nederlandse
kunstenaar heeft in zijn werk vanaf 1960 uitdrukking gegeven aan
zijn verwondering en protest tegen de absurditeit van religieus
geweld en repressie verbonden met een ideologie. Zijn kruisweg
bevat 14 staties plus een openings- en afsluitingsbeeld. Ik nodig
jullie uit om mee te kijken. Ik zal de beelden van een korte commentaar
voorzien en we wisselen het bekijken van de beelden af met momenten
van zingen, luisteren en stil worden.
De kruisweg van Ted Felen
in de Maria ten Hemelopnemingskerk te Nijmegen (1963)
De afbeeldingen van de kruisweg
zijn auteursrechtelijk beschermd.
Klik op de afbeelding hiernaast
("De eerste nacht")
voor een link naar de website
van de kunstenaar.
|
 |
* De eerste nacht
De eerste nacht in de tuin van Getsemane,
letterlijk vertaald 'olijfpers'. Jezus voelt zich als in een oliemolen
volledig uitgeperst. Alles is voor Hem aardedonker geworden. Hij
heeft zich van zijn vrienden afgezonderd en valt ten prooi aan
wanhoop. Tussen de olijftakken ligt Hij op de grond. De handen
graaien in het niets, de voeten voelen geen grond meer. Jezus
roept naar zijn Vader, maar de hemel lijkt wel gesloten. Zo stelt
dit beeld de vraag hoeveel angst, hoeveel verdriet niet in stille
afzondering worden ondergaan zonder een menselijke of religieuze
ondersteuning.
Eerste afbeelding: van man tot
man
Twee mannen tegenover elkaar: één
zit, de ander staat, rechter en arrestant, meester en knecht.
De rechter wordt in de rug gedekt door het grootste machtsapparaat
van die tijd. Maar hoe relatief is niet alle macht? De rechter
heeft het procesverbaal op zijn knieën liggen en oordeelt. Maar
zijn macht blijkt façade, als hij zwicht voor de dreiging van
het gepeupel. De ander is weerloos. De blik van Jezus is niet
hoogmoedig, maar drukt innerlijke zekerheid uit. Rechter en arrestant
zijn omgeven door warrige takken van de doornen waarmee Jezus
zal gekroond worden.
Tweede afbeelding: onder het juk
Jezus draagt zelf zijn kruis, de dwarsbalk
die de veroordeelde als een juk op zijn schouders moest nemen.
Waarom bracht de kunstenaar zoveel licht in dit brandglas? Was
hij misschien ervan overtuigd dat als iemand van binnenuit zijn
leven aanvaardt, een licht hem omgeeft. Zo is deze lijdensgeschiedenis
een verhaal van een keuze: het in vrijheid een weg gaan tot het
einde liever dan in compromissen of gesjoemel te kiezen voor een
grijze middelmatigheid. Ligt daar niet de oorzaak van zijn gewelddadige
dood?
Derde afbeelding: een gevallene
Terwijl de evangelisten opvallend
sober zijn over de tocht naar Golgota, heeft men in de christelijke
traditie vanuit een meevoelende fantasie allerlei scènes toegevoegd,
o.a. Dat Jezus 3 keer valt. Vallen is een sterke uitdrukking van
pijn en schrik. Het is ook een symbolisch woord verwijzend naar
de val van Adam en Eva, de val van regimes, de vervallenheid in
het alledaagse, enz.
(Muziekfragment)
Vierde afbeelding: kind en moeder
Hoewel geen enkel evangelie hiervan
melding maakt kan de volksvroomheid zich niet voorstellen dat
Jezus' moeder zou ontbreken. Op deze afbeelding houdt Jezus de
handen van zijn moeder vast, niet omgekeerd. De grote handen,
de omlaag kijkende ogen willen troosten. Ook dit glasraam is opvallend
licht, zoals echte troost ook verlichting brengt.
Vijfde afbeelding: met tweeën één
Een voorbijganger, Symon van Cyrene,
die van zijn akker komt, de vader van Rufus en Alexander, wordt
gedwongen het kruis mee te dragen. Waarom vermeldt de evangelist
zo uitdrukkelijk zijn naam en de namen van zijn zonen? Werden
zij later in de geloofsgemeente bekende leerlingen? Wanneer je
een ander helpt zijn kruis te dragen, ontstaat een verbondenheid
en omkeer, die je eeuwig bijblijft. De twee mannen lijken wel
één, eenzelfde gezicht, eenzelfde kleding, de een minder afgemat
dan de ander. Elkanders lasten dragen, solidair zijn met wie onderuit
gaat werd één van de centrale opdrachten voor ieder christen.
Zesde afbeelding: het ware gezicht
Jezus ontmoet een vrouw, volgens de
legende Veronica. Verus = waar, eikoon = beeld. Veronica drukt
een doek op Jezus' gezicht en is verrast het ware beeld te zien.
In de doek ziet zij niet alleen het ware gezicht van Jezus, maar
het gezicht van elke arme, elke verdrevene als een beeld van de
ware God.
(Lied 612: “Stem als een zee van
mensen”)
Zevende afbeelding: recidive
Vallen, opstaan en weer vallen. De
pijn is ondragelijk, de kleuren van het schilderij zijn intenser
dan daarvoor. Jezus is helemaal rood van pijn, weerloos en alleen.
De doornentakken worden dikker. Zoals in de psalm staat geschreven:
'de strikken van de dood omspannen mij, ik zie geen uitweg meer.'
Achtste afbeelding: tranen over
Jeruzalem
Tranen over Jeruzalem, tranen over
Bagdad, over Darfour, over elke stad die beheerst wordt door verdeeldheid
en geweld. De vrouwen langs de weg herinneren aan de dwaze moeders,
aan degenen die aandacht vragen voor onverdiend lijden.
Negende afbeelding: als een worm
Voor de derde keer valt Jezus. Hij
ligt met gesloten ogen als wil Hij niet meer opstaan. Wat de profeet
over de lijdende dienaar had geschreven, herkenden de leerlingen
in hun meester: “Hij was het die onze ziekten droeg, die ons lijden
op zich nam. Wij zagen hem echter als een verstoteling, door God
geslagen en vernederd.” (53,4)
Tiende afbeelding: ontkleed
Een mens die men de kleren afrukt
is plots weerloos en kwetsbaar. Merkwaardig hoe de bij Jezus staande
figuur helemaal geen agressie uitdrukt, maar in deemoed het hoofd
buigt. Zou de kunstenaar hier opnieuw aan Simon van Cyrene hebben
gedacht of portretteerde hij zichzelf als degene die aan ons deze
kwetsbare Christus toont?
(Lied 405: “O Hoofd, vol bloed
en wonden”)
Elfde afbeelding: aan het kruis
De rode mantel is afgenomen, Jezus
ligt ontkleed en ontvleesd. “Mijn God, mijn God, waarom hebt U
mij verlaten”. Er is een lijden voorbij de taalgrens, waarbij
slechts kreten nog waarheid zijn.Paul Celan was van mening dat
na Auschwitz poëzie niet meer in mooie rijmversen kon geschreven
worden, omdat ze zo het lijden zou verdoezelen.
Twaalfde afbeelding: het is volbracht
Zijn leven is ten einde, zijn opdracht
volbracht. Hij wilde de wereld een andere ervaring van God brengen,
mensen op een andere manier leren kijken naar zichzelf en naar
elkaar. 'Ziedaar uw koning'. De rode mantel hangt als een koningskleed
achter Hem gedrapeerd. Zoals Jezus zelf zei: “Mijn koninkrijk
is niet van deze wereld”, niet alles wat mensen nastreven. Deze
dood is niet de dood van een verliezer maar het begin van een
nieuwe tijd.
Dertiende afbeelding: de moeder,
de zoon
Meestal is degene die achterblijft
het meest getroffen. Het leven gaat gewoon verder, maar het doel
waarvoor men leefde is voorbij. De moeder van smarten, de piëta,
is voor alle generaties een archetypisch beeld geworden van onverwerkt
verdriet, van mensen die verder moeten leven, terwijl hun geliefde,
de zin van hun leven is ontnomen. Waarvoor, waartoe? Dagelijks
worden ons beelden getoond van eenzelfde wanhoop, van mensen die
wij meedragen.
Veertiende afbeelding: de tweede
en derde nacht
De natuurelementen schudden de aarde,
het gordijn in de tempel scheurde in twee, het oude heilige, het
afgeschermde was voorbij. Zijn lichaam werd in een pas uitgehouwen
grot gelegd. Een plaats van stilte en rust. Doorheen deze stilte
komt, zoals zo vaak, alles op zijn plaats.
(Lied 413: “Nu valt de nacht, het
is volbracht”)
* Uitgebroken
Een explosie van licht en kracht,
de sabbath is ten einde, bij het opkomen van de zon keert de levenskracht
terug over de aarde, over de mens, over het leven. De dood heeft
niet het laatste woord. Jezus handen staan open naar het goddelijk
licht, het onverwachte en ondenkbare dat dankzij Hem aan de wereld
wordt getoond.
Zoek niet mijn graf
Bloemenhulde
Zang: Ecce lignum crucis in
quo salus mundi pependit
veni adoremus
Tijdens bloemenhulde zang over
de dode: Apolytikion
“Toen uw smetteloos lichaam van het kruis werd afgenomen heeft
de edele Jozef het in een blanke doek gewikkeld, het met fijn
reukwerk gebalsemd en U in een heel nieuw graf neergelegd”
Grote Voorbeden
Laten
wij in dit uur voor de wereld en alle mensen bidden naar wie de
Heer zijn armen op het kruis heeft uitgestrekt:
-
voor allen die kreunen om verlossing. Voor de slachtoffers
van burgeroorlogen, voor hen die lijden onder de bombardementen
en de terreur van troepen. Voor de slachtoffers van natuurrampen,
voor hen die ziek worden in een vernield ecologisch systeem.
-
Bidden wij voor wie moeten leven in uiterste armoede, die
vertwijfelend uitzien naar een helpende hand. Voor wie opkomen
voor recht en vrede en daarom gevangen worden en gefolterd.
- Bidden
wij voor de geestelijk armen, voor die gestoord en geschonden
zijn, voor hen die traag en pijnlijk lichamelijk worden onderuit
gehaald. Voor hen die in eenzaamheid sterven zonder de troost
van een nabije God.
-
Bidden wij voor allen die geloven in dezelfde verlossende
Christus. Dat ons gemeenschappelijk geloof een kracht mag zijn
om verschillen te respecteren en van elkaar te leren.
- Bidden
wij voor het Joodse en Arabische volk. Dat angst en geslagen wonden
niet het laatste woord behouden. Wij bidden voor allen die vanuit
hun godsdienst zingen tot hun God. Dat we elkaar mogen toezingen,
dat het niet-weten rond dit kruis ons mag omvormen tot respectvolle
luisteraars.
- Bidden
wij voor ouders en kinderen, voor de meest kwetsbaren van onze
samenleving. Wij bidden voor priesters en religieuzen, voor alleenstaanden,
voor hen die moeten leven in een pijnlijk proces van scheiden.
Roep ons op Heer om te blijven dromen van een dienende geloofsgemeenschap,
van een samenleving waar mensen elkaar het licht aanreiken en
opbeuren.
- Voor
hen die sterven en niet worden betreurd, voor allen die zoek zijn
geraakt in oorlog en gevangenschap, voor hen die in wanhoop zelfmoord
pleegden: hoor hun schreiend roepen en bewaar hen in uw hart.
Rond het altaar:
Gebed bij de gaven van brood