10 april 2009: Goede Vrijdag
Meditatie bij de kruisweg van Ted Felen
Klik op de afbeelding hiernaast
("De eerste nacht")
voor een link naar
de afzonderlijke staties van
de kruisweg van Ted Felen
in de
Maria ten Hemelopnemingskerk
te Nijmegen (1963)
|
 |
Marcel Braekers
Korte stilte
Gebed
Verborgen God
Waar ben Jij nu, mijn God?
Vergeten heb Je mij,
Al vloekt dat met je naam.
Laat je toch zien
Word een gezicht.
Maar er is niets dan leegte,
De lange schaduw
Van een vale nacht
Sluipt om mij heen.
Waar ben Jij dan?
De woorden waarmee ik je noemde,
Riep, bezong, besterven mij op mijn lippen.
Het lijkt nu zinloos nog je naam te noemen,
Jou te kennen.
Toch brandt die naam,
Die vlamde door mijn dagen,
Nog als verborgen vuur
Onder de as van mijn verdriet.
En ik herhaal dat jij mij ziet,
Mij weet te vinden in het donker.
Ga dan, heel even maar,
Als koele wind aan mij voorbij
. (S. de Vries)
Lied 10: Ik sta voor U
in leegte en gemis
Begroeting
Is het niet vreemd dat het meest
centrale beeld van ons christelijk geloof, het kruisbeeld, ook de
meeste vragen oproept? Waarom moest Jezus zo nodig lijden? Voor
onze zonden? Om een ongrijpbare schuld waarvoor niemand persoonlijk
verantwoordelijk is te delgen? Waarom liet God dit alles gebeuren
en greep Hij niet in om zijn geliefde kind te redden?
Veel van dit soort vragen verwijzen naar een achterhaald mens- en
Godsbeeld waarbij God als een woedend, wraakzuchtig en almachtig
opperwezen wordt voorgesteld dat gesust moet worden. Zoals de Azteken
dagelijks een bloedend hart aan de godheid aanboden. Het zijn primitieve
projecties van onze voorouders waar men helaas nooit helemaal bovenuit
groeit. De vraag naar het waarom van alle lijden, en in het bijzonder
dat van Jezus, blijft daarmee evengoed onopgelost.
Maar misschien zijn we met een 'oplossing' ook niets gebaat en is
de vraag 'hoe aanwezig te zijn bij het lijden' veel belangrijker.
Indien wij het lijden van Jezus herdenken is het vanuit eerbied
om Hem en om de zovelen die door een hel van leed moeten gaan. Tegelijk
gebeurt dit herdenken vanuit de overtuiging dat daarnaast of daar
voorbij een onverwoestbare levenskracht aanwezig is, die met God
te maken heeft.
Twintig eeuwen hebben kunstenaars
op allerlei manieren uiting gegeven aan hun meevoelen, hun verontwaardiging
en hun poging om de lijdende mens in zijn kwetsbare schoonheid nabij
te brengen. Ik heb daarom ervoor gekozen om het lijdensverhaal dat
we vorige zondag hebben beluisterd nabij te brengen via een reeks
van glasramen door Ted Felen gemaakt. Deze Nederlandse kunstenaar
heeft in zijn werk vanaf 1960 uitdrukking gegeven aan zijn verwondering
en protest tegen de absurditeit van religieus geweld en repressie
verbonden met een ideologie.
Zijn kruisweg bevat 14 staties plus een openings- en afsluitingsbeeld.
Ik nodig jullie uit om mee te kijken. Ik zal de beelden van een
korte commentaar voorzien. Soms wisselen we zien af met zang, met
muziek en stilte.
ALPHA: de eerste nacht
De eerste nacht in de tuin van Getsemane, letterlijk vertaald 'olijfpers'.
Jezus voelt zich als in een oliemolen volledig uitgeperst. Alles
is voor Hem aardedonker geworden. Hij heeft zich van zijn vrienden
afgezonderd en valt ten prooi aan wanhoop. Tussen de olijftakken
ligt Hij op de grond. De handen graaien in het niets, de voeten
voelen geen grond meer. Jezus roept naar zijn Vader, maar de hemel
lijkt wel gesloten. Met dit beeld stelt de kunstenaar de vraag hoeveel
angst, hoeveel verdriet niet in stille afzondering worden ondergaan.
Hoe kan deze wereld kommerloos verder draaien terwijl zich dit afspeelt?
Eerste afbeelding: van man tot man
Twee mannen tegenover elkaar: één zit, de ander staat,
rechter en arrestant, meester en knecht. De rechter wordt in de
rug gedekt door het grootste machtsapparaat van die tijd. Maar hoe
relatief is niet alle macht? De rechter heeft het procesverbaal
op zijn knieën liggen en oordeelt. Maar zijn macht blijkt façade,
als hij zwicht voor de dreiging van het gepeupel. De ander is weerloos.
De blik van Jezus is niet hoogmoedig, maar drukt innerlijke zekerheid
uit. Rechter en arrestant zijn omgeven door warrige takken van de
doornen waarmee Jezus zal gekroond worden. Hoe gesloten de voorstelling
ook wordt uiteindelijk weten we dat machten komen en gaan en alleen
kwetsbaarheid en oprechtheid zullen overeind blijven.
Tweede afbeelding: onder het juk
Jezus draagt zelf zijn kruis, in dit geval de dwarsbalk die de veroordeelde
als een juk op zijn schouders moest nemen. Waarom bracht de kunstenaar
zoveel licht in dit brandglas? Was hij misschien ervan overtuigd
dat als iemand van binnenuit zijn leven aanvaardt, een licht hem
omgeeft? Deze lijdensgeschiedenis is m.a.w. een verhaal van een
keuze: Jezus verkoos in vrijheid een weg gaan tot het einde liever
dan in compromissen of gesjoemel te kiezen voor een grijze middelmatigheid.
Ligt daar niet de oorzaak van zijn gewelddadige dood?
Derde afbeelding: een gevallene
Terwijl de evangelisten opvallend sober zijn over de tocht naar
Golgota, heeft men in de christelijke traditie vanuit een meevoelende
fantasie allerlei scènes toegevoegd, o.a. Dat Jezus 3 keer
valt. Vallen is een sterke uitdrukking van pijn en schrik. Het is
ook een symbolisch woord verwijzend naar de val van Adam en Eva,
de val van regimes, de vervallenheid in het alledaagse, enz. Deze
val is een machteloos neerstorten de pijngrens voorbij.
Muziekfragment
Vierde afbeelding: kind en moeder
Hoewel geen enkel evangelie hiervan melding maakt kan de volksvroomheid
zich niet voorstellen dat Jezus' moeder zou ontbreken. Op deze afbeelding
houdt Jezus de handen van zijn moeder vast, niet omgekeerd. De grote
handen, de omlaag kijkende ogen willen troosten. Ook dat is ons
niet vreemd: dat de zieke, de getroffene troost en de gezonde moet
opgebeurd worden. Ook dit glasraam is opvallend licht, zoals echte
troost ook verlichting brengt.
Vijfde afbeelding: met tweeën één
Een voorbijganger, Symon van Cyrene, die van zijn akker komt, de
vader van Rufus en Alexander, wordt gedwongen het kruis mee te dragen.
Waarom vermeldt de evangelist zo uitdrukkelijk zijn naam en de namen
van zijn zonen? Werden zij later in de geloofsgemeente bekende leerlingen?
Wanneer je een ander helpt zijn kruis te dragen, ontstaat een verbondenheid
en omkeer, die je eeuwig bijblijft. De twee mannen lijken wel één,
eenzelfde gezicht, eenzelfde kleding, de een minder afgemat dan
de ander. Elkanders lasten dragen, solidair zijn met wie onderuit
gaat werd één van de centrale opdrachten voor ieder
christen.
Zesde afbeelding: het ware gezicht
Jezus ontmoet een vrouw, volgens de legende Veronica. Verus = waar,
eikoon = beeld. Veronica drukt een doek op Jezus' gezicht en is
verrast het ware beeld te zien. In de doek ziet zij niet alleen
het ware gezicht van Jezus, maar het gezicht van elke arme, elke
verdrevene als een beeld van de ware God.
Lied 612: :Stem als een
zee van mensen
Zevende afbeelding: recidive
Vallen, opstaan en weer vallen. De pijn is ondragelijk, de kleuren
van het schilderij zijn intenser dan daarvoor. Jezus is helemaal
rood van pijn, weerloos en alleen. De doornen takken worden dikker.
Zoals in de psalm staat geschreven: 'de strikken van de dood omspannen
mij, ik zie geen uitweg meer.'
Achtste afbeelding: tranen over
Jeruzalem
Tranen over Jeruzalem, tranen over Bagdad, over Darfour, over Rio
de Janeiro, over elke stad die beheerst wordt door verdeeldheid
en geweld. De vrouwen langs de weg herinneren aan de dwaze moeders,
aan degenen die gedreven door liefde aandacht vragen voor onverdiend
lijden.
Negende afbeelding: als een
worm
Voor de derde keer valt Jezus. Hij ligt met gesloten ogen als wil
Hij niet meer opstaan. Wat de profeet over de lijdende dienaar had
geschreven, herkenden de leerlingen in hun meester: Hij was
het die onze ziekten droeg, die ons lijden op zich nam. Wij zagen
hem echter als een verstoteling, door God geslagen en vernederd.
(53,4)
Tiende afbeelding: ontkleed
Een mens die men de kleren afrukt is plots weerloos en kwetsbaar.
Merkwaardig hoe de bij Jezus staande figuur helemaal geen agressie
uitdrukt, maar in deemoed het hoofd buigt. Zou de kunstenaar hier
opnieuw aan Simon van Cyrene hebben gedacht of portretteerde hij
zichzelf als degene die aan ons deze kwetsbare Christus toont?
Lied 405: O Hoofd, vol
bloed en wonden
Elfde afbeelding: aan het kruis
De rode mantel is afgenomen, Jezus ligt ontkleed en ontvleesd. Mijn
God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten. Hij kan geen nabijheid
meer ervaren, er is enkel de donkere nacht. We staan hier bij een
lijden voorbij de taalgrens, waarbij slechts kreten nog waarheid
spreken. Paul Celan was van mening dat na Auschwitz poëzie
niet meer in mooie rijmversen kon geschreven worden, omdat ze zo
het lijden zou verdoezelen.
Twaalfde afbeelding: het is
volbracht
Zijn leven is ten einde, zijn opdracht volbracht. Hij wilde de wereld
een andere ervaring van God brengen, mensen op een andere manier
leren kijken naar zichzelf en naar elkaar. 'Ziedaar uw koning'.
De rode mantel hangt als een koningskleed achter Hem gedrapeerd.
Zoals Jezus zelf zei: Mijn koninkrijk is niet van deze wereld,
niet alles wat mensen nastreven is het ook waard. Deze dood is niet
de dood van een verliezer maar het begin van een nieuwe tijd.
Dertiende afbeelding: de moeder,
de zoon
Meestal is degene die achterblijft het meest getroffen. Het leven
gaat gewoon verder, maar het doel waarvoor men leefde is voorbij.
De moeder van smarten, de piëta, is voor alle generaties een
archetypisch beeld geworden van onverwerkt verdriet, van mensen
die verder moeten leven, terwijl hun geliefde, de zin van hun leven
is ontnomen. Waarvoor, waartoe? Dagelijks worden ons beelden getoond
van eenzelfde wanhoop, van mensen die wij meedragen.
Veertiende afbeelding: de tweede
en derde nacht
De natuurelementen schudden de aarde dooreen. Het gordijn in de
tempel scheurde in twee, zegt de evangelist, want het oude heilige,
het afgeschermde was voorbij. Een nieuwe tijd zou aanbreken. Zijn
lichaam werd in een pas uitgehouwen grot gelegd. Een plaats van
stilte en rust. Doorheen deze stilte komt, zoals zo vaak, alles
op zijn plaats.
Lied 413: Nu valt de nacht
OMEGA: Uitgebroken
Een explosie van licht en kracht, de sabbat is ten einde, bij het
opkomen van de zon keert de levenskracht terug over de aarde, over
de mens, over het leven. De dood heeft niet het laatste woord. Jezus
handen staan open naar het goddelijk licht, het onverwachte en ondenkbare
dat dankzij Hem aan de wereld wordt getoond.
Zoek niet mijn graf
Vraag me niet wie ik ben en of je me gekend hebt.
De idealen die ik had, blijven ook zonder mij bestaan.
Ik ben dood, maar leef voort in de idealen die ik had.
En anderen die blijven strijden zullen nieuwe rozen doen bloeien.
Wanneer je daarover spreekt, spreek je over mij.
Zoek niet naar mijn graf, want dat zul je niet vinden.
Mijn handen zijn nu de handen van anderen die strijden.
Mijn stem roept in andere stemmen. Mijn droom leeft voort bij
anderen.
En weet dat ik pas sterf als jullie de moed opgeven.
Want ieder die in de strijd valt, leeft voort in zijn volgelingen.
(Gutièrres)
Bloemenhulde
Zang: "Ecce lignum crucis in quo salus mundi pependit
Venite, adoremus"
Tijdens bloemenhulde zang over
de dode: Apolytikion
Toen
uw smetteloos lichaam van het kruis werd afgenomen
heeft de edele Jozef het in een blanke doek gewikkeld,
het met fijn reukwerk gebalsemd en U in een heel nieuw graf neergelegd
Grote Voorbeden
Laten wij in dit uur voor de wereld
en alle mensen bidden naar wie de Heer zijn armen op het kruis heeft
uitgestrekt :
- voor allen die kreunen om verlossing.
Voor de slachtoffers van burgeroorlogen, voor hen die lijden onder
de bombardementen en de terreur van troepen. Voor de slachtoffers
van natuurrampen, voor hen die ziek worden in een vernield ecologisch
systeem.
- Bidden wij voor wie moeten leven
in uiterste armoede, die vertwijfelend uitzien naar een helpende
hand. Voor wie opkomen voor recht en vrede en daarom gevangen
worden en gefolterd.
- Bidden wij voor de geestelijk
armen, voor die gestoord en geschonden zijn, voor hen die traag
en pijnlijk lichamelijk worden onderuit gehaald. Voor hen die
in eenzaamheid sterven zonder de troost van een nabije God.
- Bidden wij voor allen die geloven
in dezelfde verlossende Christus. Dat ons gemeenschappelijk geloof
een kracht mag zijn om verschillen te respecteren en van elkaar
te leren.
- Bidden wij voor het Joodse en
Arabische volk. Dat angst en geslagen wonden niet het laatste
woord behouden. Wij bidden voor allen die vanuit hun godsdienst
zingen tot hun God. Dat we elkaar mogen toezingen, dat het niet-weten
rond dit kruis ons mag omvormen tot respectvolle luisteraars.
- Bidden wij voor ouders en kinderen,
voor de meest kwetsbaren van onze samenleving. Wij bidden voor
priesters en religieuzen, voor alleenstaanden, voor hen die moeten
leven in een pijnlijk proces van scheiden. Roep ons op Heer om
te blijven dromen van een dienende geloofsgemeenschap, van een
samenleving waar mensen elkaar het licht aanreiken en opbeuren.
- Voor hen die sterven en niet
worden betreurd, voor allen die zoek zijn geraakt in oorlog en
gevangenschap, voor hen die in wanhoop zelfmoord pleegden :
hoor hun schreiend roepen en bewaar hen in uw hart.
Rond het altaar:
Gebed bij de gaven van brood
Heer God,
In het gebroken lichaam van Jezus onze broeder,
Aanschouwen wij wie Gij zijt voor deze wereld.
In het gebroken brood ontvangen wij de belofte
Dat Gij er altijd zult zijn : naast ons, in ons.
Wij bidden u - omdat Hij alles heeft volbracht
Neem ons op in uw vrede, wie we ook zijn.
En dat wij die vrede mogen uitdragen over de hele aarde.
Onze Vader
Communielied nr. 649: Kom
in mij, win, ontwapen mij
Bezinning bij het kruis:
Hij sprak tot mij:
Kondig toekomst aan, mensenkind, roep de levensadem
Spreek tot hem:
Zo heeft de Heer gesproken,
Hij, van de vier windstreken hierheen,
Kom, levensadem en blaas in deze vermoorden
Opdat zij leven
En blaas in deze vermoorden van Dachau opdat ze leven,
En blaas over de schedels in Roeanda,
Over alle massagraven in de Balkan,
Opdat zij leven.
En blaas over de vermoorden van alle tijden
Opdat zij leven.
De levensadem kwam in hen.
Zij leefden.
Zij stonden op hun voeten rechtovereind
Een onafzienbare schare (naar
Ezekiël)
Toen zag ik de doden staan voor de troon, groten en kleinen.
De zee gaf haar doden terug.
De dood en de afgrond gaven hun doden terug.
Ik zag een menigte die niemand tellen kan,
Bijeengeroepen uit alle volkeren en talen.
Zij stonden voor de troon van Hem die leeft
En rondom het lam.
En zij zongen met machtige stemmen:
Gezegend onze God
de Levende,
en gezegend het lam. (naar
de Apocalyps van Johannes)
|