|  
              
             15 augustus 2009: Onze Lieve Vrouw Hemelvaart
            Lut Saelens 
            In de katholieke 
              kerk is Maria ongetwijfeld de heilige die met kop en schouders uitsteekt 
              boven alle anderen en ook in de wereldgeschiedenis is zij de meest 
              geëerde vrouw en een krachtig vrouwelijk symbool. Toch staat 
              er weinig over haar in de Bijbel, waardoor er ruimte was en is voor 
              diverse invullingen en interpretaties.  
               
              Gedurende tweeduizend jaar heeft de figuur van Maria bij mannen 
              en vrouwen, bij diverse volken en etnische groepen verschillende 
              beelden opgeroepen. Verschillende religieuze, sociale en politieke 
              stromingen, rechts of links, conservatief of progressief, hebben 
              onderling zeer afwijkende beelden van Maria geconstrueerd ter ondersteuning 
              van hun standpunten. Ook het sterk geïdealiseerde en gemystificeerde 
              beeld dat de Kerk van Maria naar voor schoof, onder andere gesteund 
              door een paar dogmas zegt iets over deze door mannen bestuurde 
              organisatie.  
               
              Geboeid door dit thema stelde ik aan een aantal mensen, mannen en 
              vrouwen, gelovigen en ongelovigen, de vraag wat Maria voor hen betekende. 
              Uit hun antwoorden bleek dat wat ze uit de Bijbel over Maria wisten 
              een uitgangspunt was waar ze dan zelf hun eigen invulling aan gaven 
              vanuit hun eigen levenservaring en vanuit datgene wat zij belangrijk 
              vonden of waar zij voor stonden.  
              Vandaag op het feest van OLV Hemelvaart wil ik wat dieper ingaan 
              op een aantal van deze beelden, omdat ze de rijkdom van de Mariafiguur 
              belichten en omdat ze ons kunnen helpen om beter te begrijpen wie 
              wij zijn en wat we kunnen zijn als individu en samen als kerkgemeenschap. 
               
            Bericht aan 
              Maria van Margaret Dorgan, karmelietes 
             
              Ik zie u als 
                gezegend onder de vrouwen en ik, een vrouw, ervaar 
                hoe uw gezegende staat op me afstraalt -maar niet als een lichtbundel 
                van een verre ster die afdaalt naar de onwaardige aarde. Uw warmte 
                doordringt me omdat u het hart van een vrouw had en kon zingen 
                wanneer u in de ban van schoonheid verkeerde en huilen als u werd 
                afgewezen. 
                Voor mij bent u nooit een hemelse keizerin of een madonna uit 
                de Renaissance geweest, maar veeleer een boerin die zich de haren 
                van het bezwete voorhoofd veegt. Naarmate ik ouder word, wordt 
                u voor mij meer een zuster dan een moeder. Ik zit naast u, een 
                kinderloze weduwe, en haal samen met u herinneringen op aan geliefden 
                die de grens van de tijd hebben overschreden en wier onzichtbare 
                aanwezigheid nu wenkt naar de eeuwige hereniging. Als ik samen 
                met u nadenk over mijn eigen dood, leidt u me naar een diepe innerlijke 
                stilte waar uw Zoon woorden van eeuwig leven spreekt, en ik zing 
                uw lied van vreugde in God, mijn verlosser. 
             
            Anonieme getuigenis 
             
              Toen 
                alles goed ging had ik een groot vertrouwen in God, maar toen 
                we kort na elkaar twee kinderen verloren verloor ik ook dit vertrouwen. 
                Tot op een zomerdag, toen ik met een schok van herkenning oog 
                in oog kwam te staan met de gewelddadige dood: ik zag een affiche 
                voor een tentoonstelling -een schilderij van Maria met de gekruisigde 
                Jezus- en vereenzelvigde mij onmiddellijk met dat beeld. Dat was 
                slechts de eerste stap. Ik zwolg nog steeds in mijn verdriet, 
                probeerde terug te krabbelen, was op zoek naar de innerlijke rust 
                die het geloof kan geven. Ik voelde me nog drie jaar verlaten 
                of was ik het die verliet?  
                Pas toen hoorde ik toevallig de Paulinische uitspraak van Augustinus 
                dat het geloof niet van onszelf is of wordt verleend aan de hand 
                van verdiensten, maar een gegeven is dat geloof vereist: Geloven 
                is denken met aanvaarding In de advent, terwijl ik dacht 
                over Maria Boodschap, besefte ik dat als er ooit iemand had bestaan 
                wier vermogen tot geloven en aanvaarding op de proef was gesteld, 
                zij dat wel geweest was. En zo is ook mijn geloof op de proef 
                gesteld. Pas nu kan ik begrijpen wat Thomas Merton bedoelde met 
                de opgelegde ascese van beproeving. 
                 
             
            Zoals uit 
              de twee getuigenissen blijkt kijken deze vrouwen op een bepaalde 
              manier naar Maria, vanuit hun persoonlijkheid, hun geloofsbeleving 
              en hun levenservaring en vanuit wat hen in een bepaalde periode 
              van hun leven beroert of aanspreekt. Hierbij vinden ze een stuk 
              van zichzelf terug in deze vrouw. Maria is voor hen een brug tussen 
              het alledaagse en het heilige. 
               
              De sterk menselijke benadering van Maria viel me ook op in een aantal 
              gesprekken die ik had: zo gebruikten twee vrouwen die elkaar trouwens 
              helemaal niet kenden beiden bijna compleet dezelfde woorden in hun 
              beschrijving van het beeld dat ze van Maria hebben: Maria 
              betekent geborgenheid, zachtheid, mededogen en warme sterkte. Ze 
              is een vrouw die niet beoordeelt of veroordeelt, die mij ruimte 
              heeft om mijn eigen weg te gaan, maar die er wel altijd is. 
               
              Ik merkte in mijn gesprekken ook duidelijke accentverschillen tussen 
              mannen en vrouwen. Waar veel vrouwen Maria meer zien als een soort 
              gids en vertrouwenspersoon, waarbij ze altijd terecht kunnen, zijn 
              de beelden die mannen hebben meer geïdealiseerd en vergeestelijkt, 
              Maria is Gods moeder.  
               
              Mannen verwijzen meer expliciet naar de Bijbel: Maria is de 
              vrouw uit de Bijbel die samen met de vrouwen aan het graf terug 
              tot de wereld gaat met het beeld van de verrezen Christus. 
              Een andere man zegde me: Maria betekent zuiverheid, openheid 
              maar voor mij is ze zeker geen dienstmaagd.  
               
              Het beeld van de moeder die kan loslaten sprak één 
              van mijn vrouwelijke gesprekspartners, moeder van meerdere kinderen 
              bijzonder aan. Elke moeder weet trouwens hoe moeilijk het is om 
              bepaalde kinderen 
              toch hun weg te laten gaan, terwijl alles erop wijst dat het zou 
              kunnen verkeerd lopen. 
               
              Via mijn gesprekken kwam ik tot de verrassende vaststelling dat 
              Maria in deze tijd nog heel veel mensen aanspreekt en dat ze soms 
              ook bij ongelovigen een soort steun betekent in moeilijke tijden. 
              Zo vertelde me een bevriend koppel dat helemaal niet gelovig is, 
              hoe ze toen hun dochter huwelijksproblemen had, te voet van Leuven 
              naar Scherpenheuvel zijn gegaan. Vanuit hun gevoel van machteloosheid 
              gingen ze op pelgrimstocht, op zoek naar steun en een oplossing 
              bij iemand die voor hen een soort verbindingsfiguur was tussen henzelf 
              in hun menselijk onvermogen en iets dat sterker was dan henzelf, 
              van een andere orde, maar dat ze moeilijk konden benoemen. Later 
              is hun dochter gescheiden maar toch vonden ze deze tocht een heel 
              zinvolle onderneming die hen dichter bij elkaar had gebracht. 
               
              De beelden die we van Maria hebben zijn soms ook veelzeggend met 
              betrekking tot de relatie met onze eigen moeder. Zo zegde iemand 
              me:  Ik heb eigenlijk geen echte band met mijn moeder. Ook 
              nu ze gestorven is denk ik heel zelden aan haar. Misschien is het 
              daardoor dat ik geen echt beeld heb van Maria en geen echte band 
              ermee. Ook bij een aantal andere gelovige mensen stelde ik 
              vast dat ze, om welke reden ook geen enkel beeld hadden van Maria. 
               
              Zoals de beelden die men van Maria had in de loop van de geschiedenis 
              evolueerden, zo evolueren ze vaak ook in de loop van ons eigen leven, 
              parallel met wat voor ons in een bepaalde levensfase belangrijk 
              is. Iemand vertelde me dat hij via een kunstwerk waarbij diverse 
              fasen uit het leven van Maria waren uitgebeeld, haar nu meer in 
              een menselijk perspectief plaatste, waar hij vroeger een meer mystiek 
              beeld van haar had. Als kind gaven de vaste rituelen van de Mariaviering 
              mij een veilig gevoel. Ik vermoed dat ik spontaan de onderlinge 
              verbondenheid van de mensen voelde bij het samen uitvoeren van dezelfde 
              handelingen en mij daar deelgenoot van voelde.  
              Maria was voor mij toen geen moeder maar een uitverkoren vrouw, 
              waar ik heel erg naar opkeek omdat ze veel dichter stond dan ik 
              bij een voor mij vrij onbereikbare God. Later nam ik afstand van 
              de rituelen uit de Mariaviering omdat ik ze te veel ging associëren 
              met het beeld dat de Kerk van Maria naar voor schoof en waar ik 
              me helemaal niet in kon vinden.  
              Toen ik als moeder van opgroeiende kinderen vaak tegen mijn eigen 
              grenzen aanstootte vond ik steun en troost bij Maria, voor wie het 
              als moeder van Jezus toch ook helemaal niet van een leien dakje 
              liep. Nu spreekt vooral de profetes uit het Magnificat mij aan: 
              een vrouw met visie op een rechtvaardiger wereld met aandacht en 
              respect voor de zwakkeren, vanuit een rotsvast vertrouwen in Gods 
              barmhartigheid. Een vrouw die naar de toekomst kijkt vol hoop en 
              met de overtuiging dat uiteindelijk recht zal geschieden. 
               
              Ik hoop dat de Kerk meer deze beelden van Maria, zoals ze zich laat 
              kennen in het Magnificat gaat naar voor schuiven. Eerder dan de 
              onbereikbare heilige en mystieke vrouw op haar piëdestal, wordt 
              ze dan de sociaal geëngageerde vrouw die midden in de wereld 
              staat tussen de vrouwen van vandaag waar zij een voorbeeld kan voor 
              zijn. Dan zou ze tussen deze vrouwen staan en niet erboven.  
               
              Door de meer menselijke, meevoelende en sociaal geëngageerde 
              kant van Maria te benadrukken zou de Kerk misschien op een andere 
              manier naar de rol van de vrouw gaan kijken, haar een plaats geven 
              in het besturen van de Kerk en meer verantwoordelijkheid binnen 
              de gelovige gemeenschap. Dit zou een enorme verrijking betekenen 
              en wellicht de Kerk een meer menselijk gezicht geven met aandacht 
              voor de echte noden van deze tijd. 
             
             |