15 juli 2012 - 15e zondag
            Erop uitgestuurd om te zijn wie we zijn (Marcus 
              6:7-13)
            Frank Cuypers 
            Intredelied 568: Wij zoeken 
              U 
               
              Kruisteken:  
              Wij weten ons samen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige 
              Geest. 
            Inleiding woorddienst 
            Onze Vincent 
              is met enkele vrienden op taalkamp geweest 
 op een cruise 
              schip op de Middellandse zee. Ze bezochten verschillende havensteden: 
              Marseille, Genua, Rome, Tunis, Ibiza en Palma. Een mooie vakantie. 
              Volop zon, een verandering ten opzichte van onze Belgische zomer. 
              Erop uit trekken. Een leuk idee voor deze vakantie. En het aanbod 
              is zeer gevarieerd en interessant, niet alle formules leiden naar 
              een strand of zwembad in Turkije. 
               
              Ook in de lezingen van vandaag worden mensen op pad gestuurd. Bij 
              de profeet Amos, en in het evangelie van Marcus. Maar het gaat niet 
              over een alternatieve vakantieformule. Het is niet zomaar op pad 
              gaan. De opdracht is: verkondigen. Het gaat over een levensopdracht, 
              over roeping. En er is haast mee gemoeid, toch zeker in de evangelietekst. 
               
              We gaan het dus niet alleen over de vakantie-uittocht hebben. Hoe 
              kunnen we de lezingen van vandaag vertalen naar ons eigen dagelijks 
              leven. Wellicht zal de vertaling voor ieder van ons anders klinken. 
              De apostelen worden twee per twee op pad gestuurd. Het is niet mogelijk 
              om op je eentje christen te zijn, dan houden we geen 
              stand. Christen zijn we samen met anderen en we moeten elkaar tot 
              steun zijn. Het is een oproep tot gemeenschap in ons diepste geloof. 
               
              Laten wij hier tot rust komen en samen bidden. Wij zingen ons vertrouwen 
              in God uit:  
            Lied 112: Heer Jezus, 
              koning en gezalfde Gods 
            Openingsgebed (Sytze de Vries, 
              p 97)  
             
              Deze dag is geheiligd 
                omdat Gij ons uw rust gunt,  
                en als wij hier samenzijn 
                is dat omdat Gij 
                ons de tijd voor elkaar geeft. 
                 
                Als mensen geen tijd meer  
                vinden voor elkaar, 
                als onze verhoudingen 
                dubbelzinnig zijn geworden, 
                vol bijbedoelingen, 
                 
                als mensen worden afgeschreven 
                omdat er met hen 
                weinig eer te behalen valt, 
                en als wij elkaar overbieden 
                met ons presteren, 
                 
                roep ons dan steeds weer 
                naar de rust van dit huis 
                waar Gij de tijd voor ons neemt, · 
                waar wij de tijd voor elkaar krijgen 
                om onze dagen te tellen, 
                 
                en heilig ons hier samen. 
                Dan zal een nieuwe adem,  
                een nieuwe Geest 
                ook in deze stad  
                niet ontbreken.  
             
            Lezing uit de profeet Amos 7,(10) 
              - 12-15  
             
              In die tijd zei Amásja 
                (de priester van Betel) tot Amos:  
                Ziener, u moet maken dat u wegkomt!  
                Verdwijn naar Juda en verdien daar uw brood maar met profeteren! 
                 
                Hier in Betel moogt ge niet meer profeteren  
                want dit heiligdom is van de koning  
                en dit gebouw van het rijk.  
                Amos gaf Amásja ten antwoord:  
                Ik ben geen profeet of lid van een profetengilde,  
                ik ben veehouder en vijgenkweker.  
                Maar de Heer heeft mij achter mijn beesten weggehaald  
                en het is de Heer die mij gezegd heeft:  
                Trek als profeet naar mijn volk Israël. 
             
            Tussenzang 578: Als gij 
              naar de woorden luistert 
            Evangelietekst: Marcus 6,7-13 
               
             
              In die tijd riep Jezus de twaalf 
                bij zich  
                en begon hen twee aan twee uit te zenden.  
                Hij gaf hun de macht over de onreine geesten  
                en verbood hun iets anders mee te nemen voor onderweg dan alleen 
                een stok:  
                geen voedsel, geen reiszak, geen kopergeld in hun gordel.  
                Wel moogt ge sandalen dragen, maar trekt geen dubbele kleding 
                aan.  
                Hij zei verder:  
                Als ge ergens een huis binnengaat, blijft daar tot ge weer 
                afreist.  
                En is er een plaats waar men u niet ontvangt  
                en niet naar u luistert, gaat daar dan weg  
                en schudt het stof van uw voeten als een getuigenis tegen hen. 
                 
                Zij vertrokken om te prediken dat men zich moest bekeren.  
                Zij dreven veel duivels uit, zalfden veel zieken met olie en genazen 
                hen. 
             
            Homilie 
            Thema 1: missionering 
               
              Het gaat vooruit in dit evangelie. Jezus windt er niet teveel doekjes 
              rond, maar zendt de apostelen  apostel betekent gezondene 
               uit met enkele krachtige raadgevingen. Buiten een stok en 
              sandalen mogen ze niets meenemen. Nog een aanwijzing dat er haast 
              zit achter de verkondiging van de boodschap. 
               
              Dit evangelie moet een revolutie 
              gebracht hebben in de tijd van het Jodendom, want het enige gebod 
              dat er nog toe doet  het gebod van de liefde  staat 
              haaks op alle klassieke voorschriften, commentaren en gebruiken 
              uit die tijd. Missionering was de Joden vreemd. Hun godsdienst was 
              vergroeid met het besef het uitverkoren volk te zijn, en hun religieuze 
              beleving was helemaal verankerd in het strikt naleven van de Wet. 
               
              Hoe moeten wij dit evangelie 
              naar onze tijd vertalen? Vertrekken we straks van hieruit, met enkel 
              het hoogstnodige, de wijde wereld in? Zondag is een populaire dag 
              voor missioneringswerk. Ik denk aan de getuigen van Jehova, die 
              met een zekere regelmaat mijn zondagnamiddagrust onderbreken. Met 
              alle respect voor de zeer verscheiden vormen van verkondiging, het 
              evangelie is geen koopwaar. 
               
              Moeten wij nog verder trekken? Niet alleen in ons dorp, maar naar 
              verre streken. Ligt onze opdracht in mensen bekeren, en op een actieve 
              manier zieltjes winnen? Dichtbij of veraf? Ik 
              denk het niet. Ik vertaal het evangelie naar mijn leven als : midden 
              in de wereld gaan staan, niet om mensen te bekeren, wel om op een 
              authentieke manier mensen nabij te zijn. Authentiek naar onszelf, 
              en naar de boodschap van Christus. Ik vertaal het als een oproep 
              tot aandacht voor de persoon van de eerstvolgende ontmoeting. En 
              om daarin te volharden, in een wereld die veel gevaren en boze geesten 
              inhoudt: mensen die bezeten zijn door geld, macht, prestige, drugs 
              
 Waarbij ik het stof van mijn voeten schud als mijn aandacht 
              afgewezen wordt. Maar we moeten dat stof wel voelen: we moeten het 
              stof voelen op de levensweg van mensen. We moeten voeling hebben 
              met de realiteit en met het reële leven van mensen. We moeten 
              met andere woorden in het echte leven gaan staan. 
               
              We mogen geen voedsel meenemen, dus zelfs niet het aller-noodzakelijkste. 
              Jezus roept ons op in volle vertrouwen anderen tegemoet te treden. 
              Afhankelijk te durven zijn van onze medemens (dit staat haaks op 
              onze tijdsgeest waarin wij zelf in alles willen voorzien). Zoals 
              pelgrims onderweg naar Compostela. Het aspect relatie komt dan centraal 
              te staan : in relatie treden met de ander is nodig om te kunnen 
              overleven. Zoals de apostelen moeten wij vertrouwen op Jezus en 
              onze medemens. En vanuit een houding van weerloosheid kunnen wij 
              ontvankelijk te zijn voor elke kleine daad (van Gods liefde). 
            Thema 2: wegbereiding en welke 
              kerk te zijn 
            Ik wil de evangelietekst 
              nog vanuit een andere invalshoek benaderen. Zou in deze evangelietekst 
              geen verwijzing zitten over welke kerk en kerkmodel Jezus voor ogen 
              had? Had Jezus niet een kerkgemeenschap voor ogen die niets heeft 
              van een multinational (met veel organisatorische regelingen). Eerder 
              een familiegemeenschap, die geboren wordt uit relatie en intimiteit. 
               
              Zijn de apostelen niet eerder 
              de wegbereiders opdat per slot van rekening Jezus zelf zou kunnen 
              binnentreden, en is onze zending ook niet eerder wegbereider zijn? 
              Hij roept ons bij zich opdat wij een wegbereider mogen zijn voor 
              Hem. De verkondiging is dan geen leer, geen moraal, maar wel een 
              persoon. Het einddoel is dat Jezus komt! 
               
              Ik grijp hierbij graag terug 
              naar de viering van Marcel op het feest van Johannes De doper op 
              24 juni, en zijn bedenkingen rond de kerk als wereldwijd instituut. 
              Moet de vernieuwing niet komen van plaatsen waar mensen in beweging 
              komen? Moeten we niet met een cultuurschok  zoals dit evangelie 
              een schok moet zijn geweest ten tijde van Jezus  naar een 
              eerste eenvoud: een geloof dat niet verduisterd wordt door allerlei 
              ingewikkelde theorieën, maar dat getekend wordt door enkele 
              heel eenvoudige krachtige principes. Christenen die in grote soberheid 
              eenvoudig en direct zorg voor elkaar dragen. Tot zover het citaat 
              van Marcel.  
            Thema 3: zijn wie we zijn  
            Tenslotte wil 
              ik de tekst nog op een derde manier lezen. Jezus 
              roept de twaalf bij zich. Hij doet dit niet van uit een organisatorische 
              regeling, om afspraken te maken, een soort raad van bestuur. Hij 
              roept de twaalf bij zich, aan het begin van een zending. Het is 
              een moment van intensiteit, van liefdeshechting, eenheid en vereniging. 
              Hij roept hen bij-Eén. Het 
              is alsof een familievader elk van zijn kinderen bij zich roept en 
              uitstuurt: ga allen jullie eigen weg, om te worden, te zijn wie 
              je bent. 
               
              We lezen bij Amos: Ik 
              ben geen profeet of lid van een profetengilde, ik ben veehouder 
              en vijgenkweker. De opdracht voor Amos om als profeet op weg te 
              gaan, staat niet haaks op zijn dagelijks leven en dagtaak. 
              Zo worden wij allen op onze 
              eigen weg gestuurd: als ingenieur, leraar, arbeider, priester, tuinman, 
              handelaar, huisman of  vrouw, 
 Christen zijn op onze 
              eigen weg. En dat in de omstandigheden die we in ons leven en op 
              onze weg tegenkomen. In de geruststellende wetenschap: onze weg 
              zal ons niet vreemd zijn, het zal de onze zijn. 
               
              Dan ben ik weer bij het eerste 
              uitgangspunt: we worden opgeroepen en uitgestuurd om op een authentieke 
              manier in ons dagelijks leven getuigen te zijn van Gods liefde voor 
              de mensen, met volle aandacht voor de mens van de eerstvolgende 
              ontmoeting. 
              Zo roept Jezus ons bij zich, 
              en worden erop uitgestuurd om te zijn wie we zijn. Amen. 
            Offerande  muziek (Haendel) 
              Groot dankgebed: 154: "Wij loven en danken U" 
              Onze Vader + vredeswens  
              Communie  muziek (Vivaldi) 
              Communielied: 581: "Zoals ik zelf gezonden ben"  
            Gebed (Oosterhuis, Gezongen 
              Liedboek, p270) 
             
              Wonen overal nergens thuis 
                aarde mijn aarde mijn moeders huis 
                vallende sterren de schim van de maan  
                mensen die opstaan en leven gaan -  
                mensen veel geluk. 
                 
                Wonen overal even thuis 
                handel en wandel en huis na huis 
                loven en bieden op waarheid en waan 
                wagen en winnen en verder gaan -  
                mensen veel geluk. 
                 
                Wonen overal bijna thuis 
                aarde mijn hemel mijn vaders huis 
                stijgende sterren de lach van de maan 
                mensen die dromend een stem verstaan -  
                mensen veel geluk. 
                 
                Aankondigingen en zegen 
                Moge ook wij gezonden zijn. 
                Twee aan twee: man en vrouw, of hoe dan ook. 
                Moge ook wij gezonden zijn,  
                oprecht van wil om goed te doen 
                en Hem te weerspiegelen die de Vader weerspiegelt. 
                Moge ook wij gezonden zijn, zonder stok of stut van eer, 
                zonder ambitie of zucht naar eigen roem. 
                Moge wij zo gezonden zijn  
                dat boze geesten van ons vluchten, 
                dat de geest van achterdocht,  
                van naijver en van gebrek aan moed 
                zou wijken waar wij komen.  
                Dat wij, door in eenvoud te zijn, 
                demonen verdrijven. 
                Dat wij door onze plicht te doen 
                belangeloos de harten genezen, 
                vertrouwen wekken in wat goed is, 
                ja, in de Bron van alle goed. 
                Ja, moge ook wij gezonden zijn, 
                in de naam van + de Vader, de Zoon en de heilige Geest. Amen 
             
            Muziek (Haydn) 
              ------------------ 
              Met dank aan de Emmaüsgroep  Leuven  
              Andere bronnen : www.preekvandeweek.be;  
              www.dominicanen.be  
                
             |