1 december 2013 Eerste zondag van de Advent
             Wakend uitzien
            Ides Nicaise 
               
              Muziek vooraf: Quartet Gypsy, Track 5: "Le Foglie Morte" 
              Dit streepje zigeunermuziek heet De dode bladeren. Het 
              begint melancholisch op droge cimbalon-klanken: je ziet als het 
              ware de bladeren van de bomen vallen. En dan plots keert de stemming 
              om in een swingend dansje: het nieuwe leven dat ontspruit uit een 
              natuur die stil valt. 
               
              Inleiding 1 
              Einde en begin, dood en leven. We beginnen de advent en het kerkelijk 
              jaar merkwaardig genoeg met een bezinning over het einde der tijden. 
              Het is een diep filosofische vraag die waarschijnlijk elke mens 
              zich ooit stelt: er zijn religies die er van wakker liggen alsof 
              het voor morgen of overmorgen is. Hoe zal het eraan toe gaan ? 
              Met veel verschrikking en lijden, of als een ultieme bevrijding ? 
              De bijbel bevat een hele reeks profetieën en visioenen over 
              die eindtijd, de ene al wat gruwelijker dan de andere. Ook Jezus 
              worden voorspellingen in de mond gelegd die ons doen huiveren. 
               
              Waarom starten we de advent met dit thema ? Waarschijnlijk 
              omdat die eindtijd geassocieerd wordt met de terugkomst van de Heer, 
              de Mensenzoon. Het is blijkbaar ook niet het echte einde, maar eerder 
              een nieuw begin, een overgang naar een nieuwe tijd waarin het kwaad 
              voorgoed wordt overwonnen en waarin Gods Rijk van vrede en gerechtigheid 
              voorgoed gevestigd wordt. Het wordt zelfs helemaal merkwaardig wanneer 
              Petrus in zijn brieven voorspelt dat er ook een nieuwe aarde gevestigd 
              wordt. 
               
              Is dat uitzien naar de terugkomst van de Mensenzoon, naar een nieuwe 
              wereld van gerechtigheid en liefde niet precies wat wij in de adventtijd 
              herdenken ? De geboorte van Jezus is in feite een omwenteling 
              die de wereldgeschiedenis radicaal heeft veranderd. En het is heilzaam 
              om dat elk jaar te herdenken: het maakt ons waakzaam, en doet ons 
              verlangen naar de dag dat wij opgenomen worden in die nieuwe hemel 
              en die nieuwe aarde. 
               
              Lied 260 strofe 1-5 
              Openingsgebed: "Lied van een nieuw begin" (Oosterhuis, 
              Gezongen Liedboek p.497)  
              Aansteken van de eerste kaars  antifoon "O Oriens" 
              (204) 
               
              Inleiding 2 
              Apocalyptische ervaringen kennen we eigenlijk allemaal. De tyfoon 
              Haiyan moet voor miljoenen Filippijnen zon ervaring geweest 
              zijn, en de beelden stroomden dagelijks als vanzelfsprekend onze 
              woonkamer binnen. Wat doorheen de geschiedenis veranderd is, is 
              het besef dat achter dergelijk noodlot steeds meer menselijk handelen 
              en verantwoordelijkheid schuil gaat.  
              Je kan ook terugdenken aan de reportage over de Syrische oorlogskinderen 
              die we vrijdag te zien kregen: zelfde conclusie. Een ander apocalyptisch 
              verhaal dat me deze week heeft aangegrepen is dat van een jonge 
              Amerikaanse veteraan uit de oorlog in Irak, Ross Caputi. Hij pakt, 
              tien jaar na de feiten, uit met een documentaire Fear not 
              the path of truth (vrees niet het pad van de waarheid) 
              waarin hij terugblikt op zijn eigen deelname aan de aanval op Fallujah 
              en een aantal experten laat getuigen. 
               
              (Uit De Wereld Morgen, 24 november 2013) 
             
              Ik ben Ross Caputi, veteraan 
                van de tweede bezetting van Fallujah, één van de 
                grootste en bloedigste operaties van de bezetting van Irak. Deze 
                documentaire gaat over mijn strijd om de waarheid te vinden 
                tussen alle propaganda door over dat waar ik aan heb meegewerkt. 
                Dit is echter ook een documentaire over Fallujah, over de mensen 
                die daar wonen en de menselijke gevolgen van het Amerikaanse beleid 
                in hun stad. 
                 
                De tweede bezetting van Fallujah had plaats in november 2004. 
                Het Amerikaanse leger en de grote media kaderden deze operatie 
                als een historische en heroïsche strijd tegen het terrorisme. 
                Dat is ook wat de meeste Amerikanen zich herinneren van Fallujah 
                vandaag, voor zover ze er nog iets over weten. 
                 
                Dit verhaal is onjuist: Fallujah was een oorlogsmisdaad. Wat echter 
                nu veel belangrijker is om op te focussen is dat deze operatie 
                enorm menselijk lijden heeft veroorzaakt. Duizenden burgers werden 
                gedood (meer dan 700 burgers werden gedood tijdens de eerste bezetting 
                van april 2004, tijdens de tweede bezetting schat me tussen 3.000 
                en 6.000 doden). Grote delen van de stad werden compleet verwoest. 
                200.000 burgers moesten op de vlucht. 
                 
                De meest hartverscheurende consequentie van deze bezettingen is 
                waarschijnlijk de crisis in de volksgezondheid die jaren na de 
                gevechten blijft woeden. Al het wetenschappelijk onderzoek over 
                dit onderwerp wijst uit dat de wapens, die werden ingezet voor 
                de twee bezettingen van Fallujah, de stad zo zwaar vervuilden 
                dat er nu enorme geboorteafwijkingen en kankers voorkomen in Fallujah. 
                 
                Vandaag worden 14 procent van alle babys in Fallujah geboren 
                met afwijkingen. Het aantal kankers onder kinderen is 12 maal 
                hoger dan het aantal verwacht in een normale gezonde bevolking. De 
                bezettingen van Fallujah hebben de bevolking niet alleen gepijnigd 
                in 2004, ze blijven dat doen tot vandaag en zullen dat de komende 
                generaties blijven doen. 
                 
                Daarnaast denk ik dat deze documentaire een ander perspectief 
                geeft op de problemen waar oorlogsveteranen mee worstelen, zaken 
                die veel te weinig aandacht krijgen. Er bestaan talloze documentaires 
                die de gruwel van oorlog weergeven of de strijd die veteranen 
                hebben met posttraumatische stress of met de moeilijkheden die 
                ze hebben om zich terug in de maatschappij te integreren. Weinigen 
                onder hen hebben echter kunnen afrekenen met de morele verwondingen 
                die  ze opliepen door deel te nemen aan iets dat hun gevoel 
                van goed en slecht verkrachtte. Morele beschadiging door 
                oorlogsactiviteiten begint nu pas de aandacht te krijgen die het 
                verdient. 
             
            Ik ben zo vrij geweest om de volgorde 
              van de lezingen om te draaien  het zal je duidelijk worden 
              waarom. In het evangelie van Matteüs schetst Jezus ook een 
              verwarrend, apocalyptisch beeld. Totaal onverwacht zal de Mensenzoon 
              terugkomen. Twee mannen zullen op de akker aan het werken zijn: 
              de ene wordt weggerukt, de andere achtergelaten. Twee vrouwen zullen 
              graan aan het malen zijn: de ene wordt meegenomen, de andere achtergelaten. 
              Je weet zelfs niet wie er het best van af komt. Het is een taal 
              die we van Jezus niet gewoon zijn. Ik denk dan bv. over zijn parabel 
              van de vogels en de lelies, die oproept tot onbezorgdheid... Hier 
              is het één en al stress en somberheid. 
               
              In feite heeft Matteüs hier wat gesjoemeld, want de tekst verwijst 
              volgens exegeten naar de verwoesting van Jeruzalem in het jaar 70. 
              Met die verwoesting werd bij de Joden een lang gekoesterde droom 
              stukgeslagen, nl. de bevrijding van het Romeinse juk. Tegelijk leefden 
              de apostelen en de eerste Christenen nog in de overtuiging dat Jezus 
              spoedig zou terugkeren. De mislukte opstand van de Joden tegen de 
              Romeinen, de belegering van Jeruzalem en de verwoesting van de tempel 
              konden geïnterpreteerd worden als een goddelijke straf voor 
              het Joodse volk dat Jezus had verloochend en vermoord. Een aantal 
              Christenen bleven overtuigd van de triomferende terugkomst van Jezus, 
              een rechtzetting van al wat verkeerd gelopen was, en de vestiging 
              van een nieuw, Christelijk rijk van vrede en gerechtigheid. Liet 
              Matteüs zich meeslepen in deze gedachtenstroming ? Een 
              pijnlijke vergissing ? 
               
              Als 21ste eeuwse Christenen hebben we afgedaan met de idee dat God 
              als een deus ex machina zal tussenkomen in onze geschiedenis: vandaag 
              is het immers niet meer God die een einde maakt aan ons aardse bestaan, 
              maar de mens zelf. Oorlogen en milieurampen overkomen ons niet zomaar: 
              we zijn er in toenemende mate zelf verantwoordelijk voor. Als Jezus 
              terugkomt, is het in de gedaante van een weerloos kind, ergens in 
              een stal. Is het niet die Jezus waar we naar uitzien ? 
              Wat er ook van zij, de waakzaamheid waartoe Matteüs oproept 
              kan ons alleen maar van pas komen. Het is een oproep tot vrede, 
              standvastigheid en trouw aan de levenswijze die Jezus ons heeft 
              voorgehouden. 
               
              Evangelie: Matteüs 24: 37-44 
               
              Muzikaal intermezzo: El Juicio (Keith Jarrett, track 
              5) 
              Een apocalyptisch stukje jazz-muziek uit 1971 over het eindoordeel. 
               
              Inleiding 3 
              Van Matteüs naar Jesaja, acht eeuwen achteruit. Jesaja leefde 
              in een tijd van machtspolitiek, oorlog en intriges. Hij was volgens 
              de joodse traditie zelf van koninklijken bloede; in elk geval een 
              heel invloedrijke profeet aan het koninklijke hof. Telkens wanneer 
              de koning internationale coalities aanging om ten strijde te trekken 
              tegen een buurland, trok Jesaja de kaart van de vrede. Sion moest 
              zijn heerschappij niet proberen op te leggen: het zou integendeel 
              internationaal uitstralen door zijn wijs beleid, door rechtvaardigheid 
              en vredelievendheid. Jesaja is de profeet die door dik en dun vertrouwde 
              op Jahwe en de utopie van vrede bleef hoog houden. Het visioen dat 
              we nu voorlezen kennen we van het prachtige lied In het laatste 
              van de dagen. Een totaal ander beeld van de eindtijd dan wat 
              Matteüs in Jezus mond legde. 
               
              Lezing: Jesaja 2: 1-5 
              Lied 393: "In t laatste van de dagen" 
              Muziek tijdens offerande: Guttierez Quartet, track 1 ("La escuela") 
              Lied 142: "Oergebaar" 
              Groot Dankgebed 160 
              Muziek tijdens communie: Guttierez Quartet, track 4 ("Algun 
              dia") 
              Communielied 267: "Dat wij als wachters op de muren zijn", 
              strofen 1-2-4-6 
               
              Inleiding 4 
              Welzijnszorg roept ons in de advent op tot solidariteit met mensen 
              in armoede. Dit jaar is het thema van de campagne armoede 
              op de buiten. Ik wijk hier een beetje van af omdat ik vorige 
              week te gast was op de viering van "20 jaar Mensen voor Mensen", 
              de Vierde Wereldgroep van Aalst. Naar aanleiding daarvan heeft de 
              vereniging een boek uitgegeven onder de titel Waar zal ik mijn 
              verhaal beginnen ? Het bevat tien levensverhalen van mensen 
              uit de generatie-armoede. Dit boek heeft me naar de keel gegrepen: 
              in elk van de verhalen wordt met een kristallen eerlijkheid verteld 
              hoe generatie-armoede mensen aantast tot in hun gezinsbanden, ja 
              tot in hun diepste ziel: kindermishandeling, scheiding, plaatsing, 
              partnergeweld... Dit alles is het gevolg van een geschiedenis van 
              ontbering, uitsluiting en vernedering. In dit milieu is het alle 
              dagen apocalyps  vandaar de link met het thema van deze viering. 
               
              En tegelijk is het boek een verhaal van hoop en bevrijding. Want 
              door jarenlange trouwe aanwezigheid van medestanders, door een klimaat 
              van diep respect - tederheid zelfs  komen deze diep gekwetste 
              mensen uit de schaduw en hebben zij als vereniging zelfs een indrukwekkend 
              palmares van innoverende projecten uitgebouwd.  
              We lezen een uittreksel uit dit boek. 
             
              Toen Jean-Paul geboren werd, 
                was dat omzeggens met een slag in zijn gezicht.. Zijn gok- en 
                alcoholverslaafde vader terroriseerde heel het gezin. Het plaatje 
                van Jean-Pauls jeugd bestond uit schoolgaan, spijbelen en zich 
                verstoppen voor het geweld. Op een dag belde de rijkswacht om 
                zijn vader op te halen, de inboedel werd openbaar verkocht om 
                de schulden te betalen. Wat er overbleef? Niets, alleen de straat. 
                En een moeder met vier kinderen in een wereld die verder draait. 
                 
                Voor een appel en een ei kluste Jean-Paul bij in een wasserette 
                wat verder in de straat. De eigenaar was een vriendelijke vent, 
                de kleine Jean-Paul vertrouwde hem. Hij merkte niet dat de man 
                elke shift wat dichter kwam staan. Tot hij op een dag werd meegetroond 
                naar de achterkamer
 Jean-Paul had geen geld en de man bleef 
                dreigen, dus kon hij niets anders dan alles verzwijgen en doen 
                alsof het misbruik nooit had bestaan. Waardoor de ziekelijke zaakvoerder 
                en zijn vrienden steeds verder konden gaan.. 
                 
                Ook op school liep het absoluut niet goed. Jean-Paul werd er scheef 
                bekeken en was het allemaal moe. Hij zat steeds vaker bij de mannen 
                op het plein. Die leefden op drugs, op drank en op hun buit van 
                inbraken. (
) Ik ben naïef geweest  
                hij herhaalt het verschillende keren. En ik was ook niet 
                altijd eerlijk. Hij geeft toe dat hij zich soms beter voordeed 
                dan hij was, alsof hij absoluut geen geldproblemen had. Omdat 
                hij erbij wilde horen, mensen aan zich wilde binden. Zo bouwde 
                hij zijn netwerk van vrienden. Iedereen maakt fouten, 
                niemand is perfect. Alleen zijn de gevolgen voor mensen in armoede 
                vaak dubbel zo sterk. Zo werd Jean-Paul bij verstek veroordeeld 
                tot een effectieve gevangenisstraf, omdat hij de buit van zijn 
                gangstermaatjes gestockeerd had. 
                 
                Na een aantal maanden gevangenis leek de hemel opgeklaard. Jean-Paul 
                was verliefd en besloot samen met zijn liefje voor een beter leven 
                te gaan. Het koppel kreeg vier kinderen en Jean-Paul werkte als 
                klusjesman in hun school. Hij vond het fijn om hen zo dicht bij 
                zich te hebben, maar tussen hem en hun moeder gaapte een almaar 
                diepere kloof. Huisje, tuintje, kinderen: voor Jean-Paul bleek 
                het een onbereikbaar mooi verhaal. Want door overspel, vernederingen, 
                geldgebrek
 begon de carrousel van miserie opnieuw te draaien. 
                Op een dag kwam Jean-Paul thuis en alles was weg. Een WC-rol, 
                een wekkerradio en een berg facturen was het enige wat overbleef. 
                Het was terug naar af, bedankt om te proberen. Het was terug naar 
                de armoede als rode draad van het leven. 
                 
                Via het OCMW hoorde Jean-Paul van de Vierde Wereldgroep. Hij had 
                niks te doen, dus besloot hij hen eens op te zoeken. Van op een 
                veilige afstand aan de andere kant van de straat, zag hij er mensen 
                binnen en buiten gaan. Een paar dagen later nam hij al zijn moed 
                bij elkaar en klopte zelf bij de vereniging aan. Via de 
                Vierde Wereldgroep leerde ik mensen kennen die worstelen met dezelfde 
                vragen en problemen. Ik voelde me als één van hen. 
                Ik kon met hen praten en van hen leren. 
                 
                Sindsdien is Jean-Paul blijven komen. Zijn vertrouwen was door 
                de jaren diep geschonden, maar dankzij de Vierde Wereldgroep ging 
                heij terug geloven dat er een toekomst voor hem was weggelegd. 
                (
) Hij ging ook als vrijwilliger aan de slag. Hij verzorgde 
                het onthaal tijdens de permanenties, hij gaf mee vorming in scholen 
                en op sociale diensten en sinds kort is hij ook met een opleiding 
                voor ervaringsdeskundige gestart. Hij zit nu in zijn tweede jaar, 
                de opleiding is niet eenvoudig. Maar Jean-Paul is vastbesloten 
                deze keer vol te houden. Ik volg stage in een inloopcentrum 
                voor mensen op de dool, voor daklozen, voor drugverslaafden. Vanuit 
                mijn ervaring kan ik met hen praten. Ik weet dat het niet makkelijk 
                is je bloot te geven, omdat je bang bent om meer te verliezen. 
                Maar op lange termijn is het beter om voor openheid te kiezen. 
                Ik ben er nog niet, ik moet nog aan mezelf werken, maar de wil 
                is er zeker. Om het verleden een plaats te geven en toekomst met 
                een open en frisse blik tegemoet te treden. 
                (Verhaal van Jean-Paul (uit: Vierde Wereldgroep Aalst, Waar 
                zal ik mijn verhaal beginnen? p.25-29 
             
            Slotgebed: Psalm 10 (hertaald 
              door K. Staes, Wakend als een schaduw, p.13) 
              Slotlied 222: "Wakend uitzien" 
              Zegen en wegzending  
             |