viering 2 december 2018
Lied:
Verdrijf de nacht, Licht ontsluit ons
hart en onze ogen 220
Verwelkoming
Met
de eerste zondag van de advent zetten wij
het nieuwe liturgische jaar in.
Misschien bekruipt u nu het gevoel, dat
dit de zoveelste keer is, dat je
inmiddels alles al wel eens hebt
meegemaakt.
Willem
Barnard schreef dat er meerdere vormen van
tijdsbeleving bestaan. De wereldse
is een cyclische: alles loopt af en
herbegint voor de zoveelste keer. Het
leven
is als het rad van fortuin, er zijn goede
en kwade periodes en plots is het
gedaan.
Een
gelovige tijdsbeleving is spiraalvormig:
het nieuwe kerkelijk jaar beeldt de
gang uit van God in de tijd, van aanvang
tot voleinding. De tijd gaat voort en
leidt ergens naartoe. De mare van het
einde is er niet één van verschrikking,
maar van uit-zicht. In de
heilsgeschiedenis is er een voorgoed
begonnen begin
en de komst van hem die naar mensen
toekomt, ligt in de toekomst. Een
spiraal van alsmaar dieper lopende kringen
met een open einde.
De
adventsperiode drukt dit verlangen uit
naar een beloftevolle toekomst. Dit komt
tot uiting in beide korte lezingen van
vandaag en uit het lied (210) dat we nu
gaan zingen.
Lied:
De nacht loopt ten einde de dag
komt naderbij 210
Eerste
Lezing:
Jeremia
33, 14 - 16
Tweede
lezing
Lucas
21, 25 - 28 en 34 - 36
Commentaar
De
verleiding is groot om een zedenpreek te
houden over de roes en de dronkenschap
waarover Lucas het heeft. En misschien zou
het zelfs pas geven, om dit te doen
in de kersttijd die ons, christenen, is
ontnomen door de commercie en de
genotscultuur die onze samenleving
teisteren.
Ik
ga dit niet doen, maar de adventsactie van
Welzijnszorg voorstellen, waar wij
als gemeenschap ons willen bij aansluiten.
De slogan van de huidige actie luidt
‘Samen tegen armoede’ en de focus
ligt op armoede bij kinderen op
school.
Tijdens
de vier adventszondagen, zal dit thema
worden opgeroepen door symbolen, die
door kleuterjuffen en onderwijzers zijn
aangegeven als tekens van armoede in
hun klas. Vandaag zijn dit versleten
schoenen.
De
tussentitel voor de campagne ‘Samen tegen
armoede’ luidt ‘1 op 5 loopt school
in de buitenbaan’. Het beeld is voldoende
bekend: wie aan de buitenbaan van de
atletiekpiste loopt moet een veel grotere
afstand afleggen. Daarom is de
vertreklijn bij de atletiek niet gelijk:
wie buitenom loopt krijgt een
voorsprong, zodat de loopafstand gelijk
wordt. Niet zo in het onderwijs: de
redenering was (en is nog dikwijs)
iedereen gelijk behandelen, terwijl veel
kinderen met een (grote) achterstand aan
de start komen (vertraagde
hersenontwikkeling). Kinderen uit
armoedegezinnen bereiken slechtere
resultaten, blijven meer zitten, en komen
in zwakkere richtingen terecht komen
en/of haken voortijdig af.
Het
grootste deel van mijn actief leven heb ik
(samen met vele anderen) besteed aan
het ontwikkelen van beleidsinitiatieven om
meer gelijke kansen in de scholen te
bevorderen.
Het
thema van de adventscampagne is mij dus
vertrouwd, maar is tegelijk
teleurstellend: hebben alle vorige
inspanningen dan geen blijvende resultaten
meegebracht?
Klaarblijkelijk
niet: vermits de armoedebarometer aangeeft
dat 1 kind op 5 omwille van armoede
kans loopt om achterop te geraken.
Hoe
komt dit kunnen we ons afvragen.
In
elk geval zijn de tijden veranderd: ik
vernoem drie factoren die
mede
verklaren waarom zoveel meer kinderen
moeilijkheden hebben op school:
-
de
grote instroom van kinderen met een andere
taal en culturele achtergrond zowel
van van binnen de EU als erbuiten.
-
de
sterke toename van kinderen uit
éénoudergezinnen. Veel éénoudergezinnen
zitten
op of onder de armoedegrens
-
de
economische en sociale context, die voor
laaggeschoolde ouders
ontegensprekelijk slechter is geworden.
Het
onderwijs is in heel deze context
uiteraard geen oorzaak maar wordt wel
geconfronteerd met deze erg ongelijke
sociale situaties.
Vandaar
de oproep van Welzijnszorg om mee te
denken en iets te doen aan het probleem
van ongelijke kansen in de scholen.
Advent is oefentijd om te
leren ongeziene mensen zien. Je
te laten raken door het zwijgen dat er
over hun bestaan hangt en het je
aantrekken.
De
Turkse schrijver Murat Isik beschrijft
zijn eigen ervaringen op school als
eerste Turkse jongen in het secundair
onderwijs (hij wordt er ‘de schoonmaker’
genoemd).
De titel van het boek ‘Wees onzichtbaar’
geeft perfect zijn
overlevingsstrategie weer, die hij (thuis
en) op school hanteert. Het was ook
wat deze week in ‘de afspraak’ een
ervaringsdeskundige zei over haar eigen
situatie : je probeert je armoede te
verstoppen en niet op te vallen.
De
eerste bedoeling van de campagne is dan
ook het zichtbaar maken van de
kinderarmoede.
Er
ruchtbaarheid aan geven in de samenleving
zodat we zouden beseffen dat die
realiteit bestaat. (Je vindt een
inhoudelijk dossier op de website van
Welzijnszorg ) vind ik de gedachte om niet
te blijven hangen aan de buitenkant
van het probleem, maar e.e.v. aan wat het
mensen/kinderen doet om in armoede te
leven. Schaamte, onzekerheid,
moedeloosheid en moeilijk uit te roeien
wantrouwen
t.a.v. de ‘anderen’ en de samenleving.
Voorts
wil Welzijnszorg de scholen zelf
gevoeliger maken voor dit thema: dat
directies
en schoolteams echt het verschil kunnen
maken blijkt ook uit recent onderzoek
van het rekenhof. (de manier waarop
over leerlingen wordt gesproken in de
leraarskamer geeft m.i. altijd een
belangrijke aanwijzing…)
Er
is in de adventsactie daarnaast een
politiek luik: oproepen om op gemeentelijk
niveau scholen te ondersteunen om hun
sociale opdracht op te nemen door
samenwerking tussen scholen en andere
diensten aan te moedigen.
T.a.v.
de Vlaamse overheid worden verschillende
actiepunten geformuleerd omtrent het
beperken van de schoolkosten, het
optrekken van studietoelagen en het
voorzien
in voldoende personeel en middelen.
Concreet wordt geopperd om een ‘over en
weer’ schriftje in te vullen met daarin
een persoonlijk bericht aan de minister
van onderwijs te richten.
Overigens
lijkt het me ook de bedoeling om van
armoede een thema te maken voor a.s.
verkiezingen.
Tenslotte
wordt uiteraard een oproep gedaan om
de vele initiatieven financieel te
steunen, die de kloof tussen school en
gezinnen proberen te overbruggen.. We
zullen jullie daartoe overigens uitnodigen
op de derde zondag van de advent.
Gelukkig
zijn er veel mensen, ook in deze
gemeenschap die zich op één of andere
manier
het lot aantrekken van gezinnen en
kinderen in armoedesituaties ook op
school.
Zo heeft de wereldgroep twee jaar geleden
opgeroepen om leesbegeleiding te
geven aan leerlingen uit het H.
Hartinstituut in Blauwput.
Om
het thema van de adventsactie concreter te
maken wil ik aan de aanwezige
begeleiders vragen om bij de offergang een
kaarsje aan te steken en de voornaam
(of -namen) uit te spreken van kinderen
die zij begeleiden.
Laat
hun namen klinken in onze gemeenschap en
opgenomen worden in ons bidden.
Lied:
Dat wij als wachters op de muren staan
221
Offergang:
149
Tafelgebed:
voor de advent : 160
Voorbeden:
Laat ons bidden voor de
kinderen die opgroeien
in gezinnen die in armoede leven.
Opdat zij mensen zouden ontmoeten
die hen helpen in zichzelf en in anderen te
geloven
Laat ons bidden voor al wie professioneel of
als vrijwilliger
zich inzetten voor wie in ellende leven.
Opdat zij de kracht blijven hebben om brug
te zijn
over de kloof van wantrouwen en ongeloof.
Laat ons bidden voor bezielde leerkrachten
opdat zij hun bezieling voor schoonheid,
waarheid en goedheid mogen
blijven doorgeven aan zoveel mogelijk
jongeren
(cfr Passeur de lumière
zoals Yves Duteil zingt in zijn nieuwe cd
‘Respect’ waarin een ode aan
zijn leerkrachten.)
Slotgebed:
Kom tot ons, God,
naar U gaat ons
verlangen uit
Wek op uw kracht
en schep ons nieuwe
adem.
Kom tot ons God
dat Gij ons draagt
op de vleugels van uw
vrede
en ons voorgaat
met de vonken van uw
licht.
Sytze de Vries
Slotlied:
Uit uw verborgenheid 218