13 januari 2019
Doopsel van Jezus (2019)
Marcel
Braekers
Openingszang
544 Voor mensen die naamloos
Begroeting
Vandaag viert de kerk
het feest van Jezus’ doop. Daarmee wordt de
Kersttijd afgesloten en begint een nieuwe tijd.
De doop hoort dus in zekere zin bij de
Kersttijd, bij de periode waarin de menswording
van God in Jezus wordt gevierd. Die openbaring
gebeurt in het evangelie van Lucas over drie
momenten die elke keer één aspect toevoegen,
telkens via de tussenkomst van een engel. De
eerste keer is dat de begroeting van Maria en de
boodschap dat ze zwanger is van heilige Geest,
de tweede keer bij de aankondiging van de
geboorte aan de herders, dat God zich kenbaar
maakt aan diegenen die Hij zelf uitkiest. En de
derde keer bij de doop: deze is mijn geliefde
mens. De drie verhalen hebben ook een innerlijke
gelijkenis: elke keer gebeurt de openbaring van
God in stilte. Maria is in de stilte van haar
huis, de herders liggen onder de grote stille
sterrenhemel en de neerdaling van de heilige
Geest gebeurt volgens Lucas niet op het moment
van de doop maar als Jezus in gebed is
verzonken. God openbaart zich in stilte, op een
moment dat de mens open en ontvankelijk is. En
Hij openbaart zich aan eenvoudige mensen die dit
niet verwachtten en overrompeld worden. Bij die
derde openbaring zullen we vandaag langer
stilstaan.
Zoals Jezus, Maria en
de herders werden gezegend bidden wij ook om
zegen over elkaar.
Zegening
196 - Met vrede gegroet en gezegend met
licht
Gebed
Alles wat uw hart te
zeggen heeft
Is onder ons
uitgesproken,
Vlees geworden,
Mens onder de mensen.
Een Zoon die naar zijn
Vader aardt,
Die met uw geest ook ons
doopt.
Op de weg van al uw
kinderen is Hij voorgegaan –
Een uittocht koersvast in
vertrouwen.
Geef dat ook wij in
verwondering
Het Licht opnieuw
aanschouwen
En trouw en betrouwbaar
zijn zoals Hij.
(S. de Vries)
Jesaja
40, 1 – 5 / 9 – 11
Lied
273 Gezegend die komt
Lucas
3, 15 – 16 / 21 – 22
Homilie
De meeste
Bijbelspecialisten zijn het er over eens dat
Jezus wellicht enige tijd leerling is geweest
van Johannes, dat Hij geboeid heeft geluisterd
naar zijn vermaningen en dat zijn doopsel bij
Hem een grondige verandering heeft gebracht. Wat
die bekering inhield vertellen de evangelisten
via uiterlijke tekenen in een taal die hun
toehoorders onmiddellijk begrepen.
‘De hemel ging open’
staat er. Voor de Joden was dat een symbolisch
woord om te zeggen dat er opnieuw contact was
tussen het heilige en het aardse en dat God zich
weer bekommerde om de mensen en hun lot.
Omgekeerd was de tijd van deportatie en de tijd
van sociale ongelijkheid een tijd dat mensen
zegden dat de hemel gesloten was en God zich van
zijn volk en van de aarde had afgekeerd.
Niet alleen was de
hemel weer geopend, God goot opnieuw zijn liefde
en bekommernis over mensen uit, specifiek over
deze mens Jezus van Nazareth. Weer wordt dit
uitgedrukt in een beeld: God daalde neer zoals
een duif neerdaalt. Als je ooit goed gekeken
hebt naar duiven die op het dak neervallen, dan
weet je dat het om een verticale afdaling gaat.
Anders gezegd: de Geestkracht van God overviel
Jezus zoals Hij het niet zou verwachten, van
boven naar beneden, van het Andere in het
eigene. Over de duif werd al verteld in het boek
Genesis als boodschapper van vrede en nieuw
begin. Hier symboliseert ze de Geest die zich
van Jezus meester maakt en voortaan op Hem zal
blijven rusten.
En Lucas verheldert met
een derde beeld wat die Geestgave in dit geval
betekent door een duidende stem ten gehore te
brengen. “Jij bent mijn geliefde Zoon, in jou
vind ik vreugde”. Dezelfde stem die ook bij de
verheerlijking op de berg Thabor zal spreken en
die op de Sinaï werd gehoord. De stem verwijst
naar psalm 2 waar sprake is van iemand die
bekleed wordt met een opdracht. Toegepast op
Jezus: Hij is de Gezalfde, de mond door wie de
Allerhoogste spreekt.
De drie synoptische
evangelisten vermelden de drie symbolen, maar
verschillend van de andere evangelisten is dat
Lucas dit gebeuren situeert na het doopsel op
een moment dat Jezus stil in gebed is verzonken.
Hier wordt in Bijbelse
beelden verteld hoe heel de heilsgeschiedenis
samen komt in dit ene moment. Heel de Bijbel,
heel het leven van Jezus en ook heel het leven
van elke gelovige komen samen in dit éne
overweldigende moment waarin God zich geeft en
uitspreekt in een mens die ontvankelijk is en
hoort. Aan dit verticale gebeuren ging een
horizontaal vooraf: Johannes die opriep tot een
radicale bekering. Zo werd de weg vrij gemaakt
voor een ervaring van het goddelijke. Is het
niet herkenbaar voor ieder van ons: eerst heb je
het woord en voorbeeld van een ander nodig om
uiteindelijk in de diepte van jezelf aangeraakt
te worden en op weg te gaan. Jezus staat hier
als model en als prototype voor elke gelovige.
Met dit verhaal van de
doop komt de epifanie, het groeiend verschijnen
van God tot voltooiing: God heeft zich helemaal
kenbaar gemaakt zodat het openbare leven van
Jezus kan beginnen. In dramatische taal
verwoord: het eerste bedrijf sluit daarmee af.
Nu kan het tweede volgen: het optreden van
Jezus. Om tenslotte te eindigen in een derde
bedrijf: het einde van zijn leven en een nieuw
begin.
Groot
dankgebed 150
Na
de communie 890 Lofzang van Zacharias
(Gezegend de God van Israel)
Gebed
van het begin
Afsluiting
Tijdens de doop werd
Jezus door zijn Vader gezegend en begeesterd met
de kracht van de Geest. Wij allen die gedoopt
zijn met water en Geest worden uitgenodigd om
ook elkaar te zegenen en Gods kracht over elkaar
af te smeken.
Zegening
nr. 197 Moge de zegen van God
|