16 Juni 2019: Drievuldigheidszondag 2019
Drievuldigheidszondag (Jo. 16,12 - 15 )
Marcel
Braekers
Openingszang 803: "Hoe is uw naam, waar zijt
Gij te vinden"
Begroeting
‘Hoe is naam, o God, waar kunnen we U zien?’ het
is een mooi fragment uit de psalm om deze
viering van Drievuldigheidszondag mee te openen.
Pierre Kroll, de Waalse correspondent van de
Standaard schreef enige tijd geleden een
grappige column. Hij sprak met een Canadese
vriend die gefascineerd was door het Belgische
staatssysteem. Maar iemand had hem haarfijn
uitgelegd hoe alles in elkaar stak: de
verschillende gewesten en gemeenschappen, de
deelregeringen, het federale bestuur, enz.
Eindelijk snapte hij het. “Nee, schreef Kroll,
indien je denkt dat je het begrepen hebt, heeft
men het je waarschijnlijk niet goed uitgelegd.”
Vandaag vieren we Drievuldigheidszondag en ik
zou de uitspraak van Kroll ook willen toepassen
op de Heilige Drievuldigheid. Indien je denkt
het te snappen werd het je wellicht verkeerd
uitgelegd. Drie personen, één natuur, God en
mens, Geest van de Zoon en toch zijn gelijke,
wie kan dat begrijpen en hoe zijn de gebruikte
woorden niet van betekenis veranderd? En toch
beschouwt de Kerk dit feest als de grote
synthese, het sluitstuk na al die feesten van
Verrijzenis, Hemelvaart en Pinksteren. Misschien
begint het al te kriebelen en groeit uw afkeer
van zo’n ingewikkelde, wereldvreemde speculaties
en van deze viering. Maar dat hoeft niet. Ik heb
deze moeilijk rots voor mezelf op een eenvoudige
manier beklommen. Ik ben gewoon beneden blijven
staan met de bedenking dat Heilige
Drievuldigheid helemaal niet over God gaat, maar
over ons. Wat ik daarmee bedoel probeer ik
straks te verduidelijken. Maar laten we eerst
een mooi lied zingen dat God in eerbied aanroept
als Vader, Zoon en Geest.
Lied 537: Zingt
van de Vader
Gebed
U die wij ‘God’ noemen
U hebt in ons een verlangen gelegd naar
oneindigheid,
Zodat we een leven lang, rusteloos en gedreven
zoeken,
Rusteloos tot wij rusten in U.
U noemen wij met namen gegroeid vanuit ons
Worstelen met dit bestaan.
Stilte die ons omhult,
Hoogte die doet huiveren,
Verte waarin wij turen,
Vader, zoon en heilige geest.
Wees hier aanwezig
Wees overal en altijd met deze wereld begaan
En troost daarbij de bedrukten, de armen, de
gevangenen.
Inleiding op de
lezingen
Had ik u niet gewaarschuwd dat al dat nadenken
over Drie-eenheid ingewikkeld is, dan maken we
het helemaal te bont door de keuze die de kerk
maakte als eerste lezing te lezen. Op het eerste
zicht een merkwaardige keuze want die gaat over
de Wijsheid. Dat vraagt om enige toelichting.
In het late Jodendom ontstond onder invloed van
het Grieks hellenisme een fascinatie voor de
wijsheid. Zij had vrouwelijke kenmerken en je
kan daarbij best denken aan het herkenbaar
logo van onze KUL: de sedes sapientiae. De
evolutie in Israël was merkwaardig, want terwijl
heel hun geschiedenis was getekend door een
patriarchale structuur – alles werd beheerst
door het mannelijke, ook God was een superman
- komt nu ineens het vrouwelijke in de
spiritualiteit. Vanaf het begin, zelfs voor de
schepping, woonde bij God de wijsheid, zo staat
in de teksten. Zij inspireerde Hem, begeleidde
Hem en zorgde voor een wijs evenwicht. Vandaar
dat in de late boeken van het OT heel de
heilsgeschiedenis wordt herschreven als
geïnspireerd door de Wijsheid. We horen een
fragment uit dit boek van de Spreuken.
Spreuken 8, 22 – 36
Lied 850
Johannes
16,12 - 15
Homilie
In de periode dat hier in de Filosofenfontein
enkele Koerden woonden hadden we soms
theologische discussies. Anwar vond het vreemd
dat wij, christenen, in een soort van
veelgodendom geloofden, want, zo zei hij, ook
Jezus is God. En dan was er die vreemde,
moeilijk te plaatsen Geest. Er is toch slechts
één God, merkte hij op. Mijn argumenten dat ook
wij geloven in de Ene die we ook graag noemen
‘de Onnoembare, de Lichtglans’ enz. konden hem
niet overtuigen. Wat kon ik meer of beter
zeggen?
Op vandaag zou ik het veel eenvoudiger en
radicaal zeggen: ik geloof in de éne God, de
Andere, de Onnoembare en Ongrijpbare. Maar ik
geloof wel dat wij doorheen onze persoonlijke
geschiedenis en via de Bijbelse Openbaring Hem
of Haar hebben leren kennen in drie dimensies:
als hoogte, als verte en als diepte. Of mag ik
het anders zeggen: via de Bijbel en via mijn
opvoeding, mijn studie en nadenken heb ik die
God leren kennen als zorgende Vader, als een mij
appellerende Tochtgenoot en als inspirerende
Diepte of Kracht in mijzelf. Maar altijd gaat
het om menselijke voorstellingen. God blijft
daarbij de Ene, de Huiveringwekkende, de
Onnoembare, maar we krijgen met Hem te maken via
verschillende dimensies, omdat we als mens, als
belichaamd subject, in het leven staan.
Tegenover al die geleerde en ingewikkelde
theologieën die Gods wezen denken te vatten en
die spreken in termen van één natuur en drie
personen en over de vreugde dat God gemeenschap
is, zou ik zeggen: houd ermee op, verlies je
niet in speculaties over wat onnoembaar is.
Indien je denkt dat je het snapt, heeft men het
wellicht verkeerd uitgelegd. Volgens mij slaat
de idee van Drie Personen eerder op ons dan op
God. Het zegt iets over onze beleving, onze
verhouding tot het heilige. Het ene moment heeft
dit de kleur van bescherming, omhullende
nabijheid. Het andere moment roept die God je op
tot zorg voor je broeder. En weer een ander
moment kan je die God ervaren als je eigenste
diepste kracht die je doet uitbreken of doet
uitbarsten in een jubelzang. Hoe die dimensies
zich tot elkaar verhouden, welke precies op dit
moment jou het meest aanspreekt, blijft een
raadsel.
Of moet ik zeggen: het is een mysterie in de
echte zin van het woord – iets dat je brengt tot
muein,
tot eerbiedig zwijgen. Vanuit mijn persoonlijk
leven zou ik alleen eraan toevoegen, dat ik geen
van de drie dimensies kan missen. Beschermende
geborgenheid, ethisch engagement en innerlijke
vrijheid en vreugde horen wezenlijk samen en
geven aan ons geloof een evenwicht en rijpe
volwassenheid.
Is daarmee alles gezegd? Natuurlijk niet, hoe te
spreken over Gods scheppende aanwezigheid in de
wereld? Hoe is het goddelijke in Jezus aanwezig?
Hoe is de Geest werkzaam in Gods volk en haar
leiders? En toch volstaat mijn eenvoudige uitleg
van onderuit, hoe simplistisch ook. Voor mij is
die voldoende en zou ik liever verder willen
zwijgen, want alleen zo kan het Mysterie over
mij neerdalen en mij omhullen. En dat blijft
voor mij toch de diepste kern van ons geloof en
van ons samenzijn.
Groot dankgebed
168
Na de
communie 839: Psalm 139- Gij, Gij
peilt mijn hart, Gij doorgrondt mij
|