23 Juni 2019: Sacramentszondag
Tafelmanieren (1 Kor 11, 17-34)
Jan
Degraeuwe
Openingszang 546 :” Lied over de plaats waar
wij bijeengekomen zijn.”
Inleiding
Het is vandaag Sacramentszondag. We
vieren elke zondag eucharistie, maar vandaag wil
de kerk de aanwezigheid van Jezus in de
eucharistie op bijzondere wijze vieren. Als
lezingen kiest de kerk dan ook vaak één van de
verhalen over de broodvermenigvuldiging. Soms
kiest men voor het elfde hoofdstuk uit de eerste
brief van Paulus aan de Korintiërs. Daarin staat
de oudste tekst van het nieuwe testament over de
eucharistie. We zullen vandaag de eer aan Paulus
geven. Laten we daarom samen het stukje uit het
“Lied van Paulus” lezen.
Huub Oosterhuis,
uit “Lied van Paulus”
Ik zag ons aan één tafel, mannen, vrouwen,
zacht, ongesluierd, zonder schele ogen,
knechten en heren, en geen eerste plaatsen.
En allen dronken uit één zelfde beker.
Ik zag, God zal het mij ten goede houden,
wat nog niet is: zijn geest die velen tot
één lichaam maakt, één mensheid nieuw geboren,
messias-lichaam, aan de dood voorbij.
La predica di
San Paolo
Jacopo
Bassano (1515 - 1592)
Wie was Paulus? Op het schilderij van Bassano
zie je Paulus bij zijn prediking. Het is een
klein schilderij (45 x 37), maar het vertelt
veel over Paulus en zijn boodschap. Uit zijn
houding en zijn wapperend haar blijkt dat hij
vol energie aan het spreken is. Over de hoofden
van zijn toehoorders richt hij zich als het ware
tot het grote dreigende gebouw. De zuilenrij
vertegenwoordigt de Grieks-Romeinse cultuur.
Paulus is vertrouwd met deze wereld, maar hij
weet dat zijn boodschap met joodse wortels er
niet gemakkelijk zal aanvaard worden. Om zijn
boodschap te brengen wil Paulus geen geleerde
woorden gebruiken of kneepjes uit de
welsprekendheid toepassen; hij wil het evangelie
verkondigen. Paulus werkt graag met scherpe
tegenstellingen om zijn boodschap over te
brengen. In het begin van de eerste brief aan de
Korintiërs zegt hij: “Wat in de ogen van de
wereld dwaas is, heeft God uitgekozen om de
wijzen te beschamen; wat in de ogen van de
wereld zwak is, heeft God uitgekozen om de
sterken te beschamen.” (1 Kor. 1: 27) Paulus
zegt tegen ons: “Wat in jullie ogen dwaas is, is
niet dwaas, wat in jullie ogen zwak is, is niet
zwak. Jullie zijn niet in staat om de
mogelijkheden van het dwaze en het zwakke te
zien. In jullie denken, spreken en handelen
wordt de zwakheid weggedrukt.” Vooraan op het
schilderij zit een gehandicapte man. Wie zou hij
zijn? In de Handelingen wordt verteld hoe Paulus
in Lystra een man die sinds zijn geboorte
verlamd was, opriep om te lopen. Ik denk dat
Bassano hem hier vooraan heeft geschilderd om
aan de zwakheid een ereplaats te geven. Dan zijn
er ook nog de toehoorders. In de gemeenten die
Paulus stichtte, hadden vrouwen een belangrijke
functie. Basssano heeft hen hier talrijk
afgebeeld. In zijn prediking richt Paulus zich
tot iedereen: “Denk eens aan uw roeping,
broeders en zusters. Onder u waren er niet veel
die naar menselijke maatstaf wijs waren, niet
veel die machtig waren, niet veel die van
voorname afkomst waren.” (1 Kor. 1: 26) Vanuit
hun eigen zwakheid beseffen de luisteraars dat
Paulus erkenning vraagt voor wie in de ogen van
de wereld niet van tel zijn.
Laten
we nog eens rustig kijken naar het schilderijtje
terwijl we het refrein van lied 772 “Voor
kleine mensen is hij bereikbaar” zingen.
Inleiding op de
“Wijsheid van Jezus Sirach”
In Korinte nodigden welgestelde mensen
vrienden en kennissen uit voor een
gemeenschappelijke maaltijd, maar de rijkere
vrienden kregen betere schotels dan de armere
kennissen. Als de genodigden christenen waren,
werd na zo’n maaltijd de eucharistie gevierd. In
de Grieks-Romeinse maatschappij, maar ook in de
Bijbel was er kritiek op deze discriminatie
tussen rijken en armen. In de “Wijsheid van
Jezus Sirach” staan richtlijnen over het gedrag
aan tafel. “Wijsheid van Jezus Sirach” werd
omstreeks 180 vóór Christus geschreven. De
wijsheid van Jesus Sirach bevat praktische en
morele regels en aansporingen voor een
verantwoord leven en een juiste levenshouding.
Het stukje over tafelmanieren sluit goed aan bij
de kritiek die Paulus zal geven op de
gemeenschappelijke maaltijden in Korinte. Na de
lezing zingen we lied 541 “Neemt en eet met elkaar”.
Sirach 31,
12-18, 22
Inleiding
op de lezing uit de eerste brief aan de
Korintiërs
Het oudste getuigenis over het laatste avondmaal
is een tekst die we willen koesteren. Het
testament van Jezus die vraagt hem te gedenken
door het brood en de beker te delen, is ons
dierbaar. In het elfde hoofdstuk van de eerste
brief aan de Korintiërs lijkt dit getuigenis de
sluitsteen tussen twee bogen. Twee bogen waarin
Paulus het gedrag van Korintiërs stevig op de
korrel neemt. Om dit tot uiting te laten komen,
heb ik twee lectoren gevraagd dit stuk voor te
lezen.
1 Kor 11, 17-22
1 Kor
11, 23-26
1 Kor
11, 27-34
Homilie
Het eerste deel van de lezing zit gevat tussen
“ik kan u niet prijzen” en “Moet ik u soms
prijzen? Dat doe ik in geen geval.” Paulus
verwijt aan de Korintiërs dat ze de sociale
scheidingen en discriminaties in stand houden.
De terechtwijzing die Paulus maakt steunt op een
scherpe tegenstelling, die in de Naardense
Bijbelvertaling erg duidelijk is. “Maar zoals ge
nu op één plaats samenkomt is dat niet een eten
van de maaltijd des Heren; want ieder neemt bij
dat eten eerst de eigen maaltijd tot zich, zodat
de een honger lijdt en de ander dronken is.”
Paulus stelt de maaltijd des Heren tegenover de
eigen maaltijd. De partijen waarover Paulus in
het begin spreekt zijn dus enerzijds degenen die
honger hebben en anderzijds degenen die dronken
zijn. Paulus keurt de instandhouding van de
ongelijke behandeling van rijken en armen af.
Hij stelt de verachting voor de armen gelijk aan
de verachting voor de gemeente van God. Wie
mensen die niets hebben beschaamd maakt,
minnacht de samenkomst rond de tafel van de
Heer.
Gemeenschappelijk maaltijden op discriminerende
wijze organiseren en dan eucharistie vieren is
op onwaardige manieren de maaltijd van de Heer
vieren. Het is je omgang met de anderen die
maakt dat je op waardige of onwaardige wijze
Jezus gedenkt. De wijn, geperst uit vele druiven
en het brood, gemalen uit vele korrels is niet
alleen het beeld van Jezus’ aanwezigheid, maar
ook van onze eenheid rondom hem.
In de lezing uit Sirach hoorden we “Wees ijverig
bij alles wat je doet, dan krijg je geen enkele
ziekte.” In deze wijsheidstekst worden goede
levenswandel en gezondheid met mekaar verbonden.
Paulus doet iets analoogs door te zeggen dat het
slechte gedrag van de Korintiërs tot ziekte en
dood leidt. Hiermee benadrukt hij nog maar eens
hoe belangrijk het samen delen en eten is.
Tot slot geeft Paulus een positieve aanbeveling:
“Broeders en zusters, wees gastvrij voor elkaar
wanneer u samenkomt voor de maaltijd.” In het
Grieks staat er “wacht op elkaar”. Wachten op
elkaar betekent dat de vluggerd zijn snelheid
niet wil misbruiken om alles af te snoepen van
de trage. Onze voorthollende maatschappij moet
wat vertragen zodat de achterblijvers niet
hopeloos ten onder gaan.
Laten we nog even terugkeren naar de sluitsteen
van de lezing, het getuigenis over het laatste
avondmaal. Gedenken is niet zomaar herinneren,
maar actualiseren, het waar maken in je leven.
Als we de maaltijd van de Heer vieren, moeten we
deze verbondenheid ook in de maatschappij
realiseren. Er rust een zware
verantwoordelijkheid op ons als we deelnemen aan
de maaltijd van de Heer. Denken we maar aan wat
paus Franciscus zegt in Laudato si: “We moeten
zowel naar de kreet van de aarde als naar de
kreet van de armen luisteren. We kunnen er niet
onderuit te erkennen dat een ware ecologische
benadering altijd een maatschappelijke
benadering wordt, die de gerechtigheid moet
integreren in de discussies over het milieu.”
Laten we dit indachtig zijn tijdens de
brooddienst van deze viering.
Om Sacramentszondag te vieren zullen we vandaag
vers gebakken brood delen.
Offerande.
Muziek: 3de deel uit strijkkwintet op. 30 no. 6
van Boccherini (track 3)
Lied 149:
Oergebaar
Tafelgebed: 151
“Christus de gestalte van God”
Communie.
Muziek: 1ste deel uit strijkkwintet op. 11 no. 5
van Boccherini (track 5)
Lied 560 “Geen
weg is te lang”
Gebed:
Lied van Paulus
|