19 december 2021: 4e zondag van de advent (2021)
Het heil komt voort
uit het kleine (Lc. 1, 39-45)
Rik
Nuytten
Verwelkoming
Beste mensen,
Welkom op deze zoomviering, op de laatste zondag
van de advent.
Iedere
zondag van de Advent hebben wij het lied “Wakend
uitzien” van de hand van Kris Gelaude, op muziek
van Arnout Malfliet, afgespeeld als leitmotief
voor onze vieringen. Dat zullen we ook vandaag
doen.
De lezingen en de thema’s van de verschillende
zondagen van de Advent maken een mooie opbouw
naar het Kerstfeest dat we komend weekend
vieren. De eerste zondag van de advent liet
Marcel ons het “Rorate Coeli” horen, en had hij
het over naderen van God tot de mens, het
brengen van troost. Jef ging op de tweede zondag
verder in op het thema, en had het over “actief
waken”, actief de komst van de Heer
voorbereiden, niet in een opulente architectuur,
maar in ons hart. En Geert bracht het verleden
zondag nog een beetje dichterbij door ons te
doen nadenken over de vraag; “En wij, wat moeten
wij doen?”
De lezingen van vandaag verwijzen direct naar
kerstdag zelf. Ze herinneren ons eraan dat het
heil niet komt van grote en lichtende elementen,
maar dat het groeit vanuit het kleine, waar je
het helemaal niet verwacht. Het zijn kleine
mensen die de zo noodzakelijke verlossing
brengen.
Laten wij nu luisteren naar het lied “Wakend
uitzien”, terwijl de vierde kaars op de
adventskrans wordt aangestoken.
Lied 219
“Wakend Uitzien”
Ontsteken
vierde adventskaars
Openingsgebed
God van licht en
leven,
Gij komt ons tegemoet in een klein
en weerloos kind
en wilt ons hoop en redding
brengen.
Open ons hart en onze handen
zodat we die hoop en redding
kunnen ontvangen
en doorgeven in levende
verbondenheid met U,
liefdevolle Vader, reddende Zoon
en krachtig handelende Geest.
Amen.
(Uit de liturgiemap Welzijnszorg
2021)
Inleiding op de O
antifoon en de eerste lezing
Bij de verwelkoming had ik het reeds over het
Gregoriaanse “Rorate Coeli” waarover Marcel sprak
op de eerste zondag van de Advent. Een andere
reeks Gregoriaanse zangen die in de Advent worden
gezongen zijn de zogenaamde O Antifonen. Zij
worden gezongen in de zeven dagen voor Kerstmis,
waar we nu middenin zitten. Er staat een korte
uitleg hierover op Kerknet:
https://www.kerknet.be/icl/artikel/zeven-o-antifonen-nemen-ons-mee-naar-kerstmis
Ik heb het antifoon O Oriens gekozen, dat aansluit
op het Consolamini (troost mijn volk) van het
Rorate. In het oosten begint de dageraad te
gloren.
We gaan eerst luisteren naar dit korte Antifoon.
Daarna horen we de profetie van Micha, die ons
dichter bij Kerstmis brengt.
Om de lezing af te sluiten, beluisteren wij het
lied “Omdat Hij niet ver wou zijn”.
Muziek: O
antifoon “O Oriens”
O
Dageraad, afglans van het eeuwig licht
en Zon van gerechtigheid.
Kom nu en verlicht hen die in
duisternis leven,
die gezeten zijn in de schaduw van
de dood.
Lezing Micha 5, 1-4a
Uit
jou, Betlehem in Efrata,
te klein om tot Juda’s geslachten te
behoren,
uit jou komt iemand voort die voor
mij over Israël zal heersen.
Zijn oorsprong ligt in lang
vervlogen tijden,
in de dagen van weleer.
Totdat de vrouw die zwanger is haar
kind heeft gebaard,
worden zijn broeders aan hun lot
overgelaten.
Daarna zullen wie er nog over zijn
terugkeren naar de andere
Israëlieten.
Hij zal aantreden en hen als een
herder weiden,
bekleed met de macht van de HEER,
zijn God,
met de majesteit van diens verheven
naam.
Zij zullen veilig wonen,
want hij zal heersen tot aan de
einden der aarde,
en hij brengt vrede.
Lied:
“Omdat hij niet ver wou zijn” 212
Inleiding
evangelie
Dit kerkelijk jaar worden de voorgeschreven
lezingen van de zondagsliturgie genomen uit het
evangelie van Lucas. Wij zijn allemaal enigszins
vertrouwd met de achtergrond van dit evangelie.
Lucas was waarschijnlijk een arts, een gezel van
Paulus, en hij schreef voor bekeerde heidenen, na
de verwoesting van de tempel in Jeruzalem. Ook de
handelingen van de apostelen zijn waarschijnlijk
van zijn hand.
Wat mij vooral opvalt in zijn evangelie is hoe
Lucas een belangrijke rol toebedeelt aan Maria, en
aan vrouwen in het algemeen. De boodschap die hij
in zijn evangelie meegeeft is dat Jezus de Messias
is, die gekomen is uit het kleine volk, voor het
kleine volk. Dit wordt steeds benadrukt. Eigenlijk
spoort dit mooi met het thema van Welzijnszorg
voor deze advent: “Wonen voor de minder begoeden”.
Daarover meer naar het einde van de viering.
Lucas nam in zijn evangelie twee lofzangen op, die
we nog steeds graag en vaak zingen. Enerzijds het
Magnificat, dat we vandaag zullen horen, en
anderzijds de lofzang van Zacharias, bij de
geboorte van Johannes de Doper, een lofzang die we
ook regelmatig zingen.
De lezing van vandaag gaat over het bezoek van
Maria aan haar nicht Elisabeth. De voorgeschreven
lezing eindigt vlak voor de tekst van de lofzang
van Maria. Ik vind dat ik die niet mocht laten
liggen. Je krijgt dus een iets langere lezing te
horen!
Lucas 1, 39-45
Kort
daarop reisde Maria in grote haast naar het
bergland, naar een stad in Juda, waar ze het
huis van Zacharias binnenging en Elisabet
begroette. Toen Elisabet de groet van Maria
hoorde, sprong het kind op in haar schoot; ze
werd vervuld van de heilige Geest en riep luid:
‘De meest gezegende ben je van alle vrouwen, en
gezegend is de vrucht van je schoot! Wie ben ik
dat de moeder van mijn Heer naar mij toe komt?
Toen ik je groet hoorde, sprong het kind van
vreugde op in mijn schoot. Gelukkig is zij die
geloofd heeft dat de woorden van de Heer in
vervulling zullen gaan.’
Maria zei:
‘Mijn
ziel prijst en looft de Heer,
mijn hart juicht om God, mijn
redder:
hij heeft oog gehad voor mij, zijn
minste dienares.
Alle geslachten zullen mij
voortaan gelukkig prijzen,
ja, grote dingen heeft de Machtige
voor mij gedaan,
heilig is zijn naam.
Barmhartig is hij, van geslacht op
geslacht,
voor al wie hem vereert.
Hij toont zijn macht en de kracht
van zijn arm
en drijft uiteen wie zich verheven
wanen,
heersers stoot hij van hun troon
en wie gering is geeft hij
aanzien.
Wie honger heeft overlaadt hij met
gaven,
maar rijken stuurt hij weg met
lege handen.
Hij trekt zich het lot aan van
Israël, zijn dienaar,
zoals hij aan onze voorouders
heeft beloofd:
hij herinnert zich zijn
barmhartigheid
jegens Abraham en zijn nageslacht,
tot in eeuwigheid.’
Maria bleef ongeveer drie maanden
bij haar, en ging toen terug naar huis.
Commentaar
Ik vind dit een heel mooie lezing! Eerst wordt
plastisch beschreven hoe twee zwangere vrouwen
mekaar begroeten, en de lezing eindigt met de
lofzang van Maria.
Toen mijn vrouw zwanger was keek ik steeds met
verwondering en een zekere verbazing hoe zwangere
vrouwen blijkbaar een soort geheim deelden, waar
wij, mannen, buiten stonden. Ik vond het heel
vertederend, maar ook een beetje een geheim
“enkele onder vrouwen”. Daarom koos ik bewust
vrouwen om de lezingen vandaag voor te lezen.
Verder bevat de lezing stukken tekst die wij vaak
zeggen of zingen. Een deel van ons Weesgegroet is
op de uitspraak van Elizabeth geïnspireerd, en in
kloosters en abdijen is het Magnificat een
dagelijks terugkerende hymne.
Ik vind het thema dat uit dit lied naar voor komt
heel belangrijk. God brengt het heil niet via de
rijken en de machtigen, maar zijn voorkeur gaat
uit naar de kleinen, de armen en de verdrukten.
Ik moest daaraan denken toen ik enkele dagen
geleden een opinie van een filosoof las, waarbij
hij stelde dat de grote plannen die staten,
regeringen en machthebbers maken, niet de
oplossing zullen zijn van de grote vraagstukken
die de hedendaagse maatschappij beheersen, zoals
het klimaatprobleem. De oplossing zal moeten komen
van de gezamenlijke inspanning van ons allemaal,
in ons kleine doen en laten, in het veranderen van
onze levensstijl, dat zal moeten zorgen dat er
echte verandering komt. Wat ik meer bedreigend
vond in zijn artikel, is zijn stelling dat grote
veranderingen alleen komen door oorlog of mondiale
onzekerheden, en dat hij hoopte dat COVID hier de
katalysator zou kunnen zijn. Hij had het over het
onrecht omdat de armen van deze wereld aan de CO2
uitstoot geen schuld hebben, maar er wel de eerste
slachtoffers van zijn. Tijdens het lezen moest ik
vaak denken aan de thema’s die wij ieder jaar in
de advent aanhalen.
De advent is voor mij een oproep tot bekering, tot
het mij toekeren naar mensen die het niet zo breed
hebben, hier en in de derde wereld, een oproep om
er effectief iets aan te doen. Dat kan zijn door
steun te geven aan de actie “Een vaccin voor
iedereen”, die mede vanuit Filosofenfontein
gelanceerd werd, of door actief Welzijnszorg te
steunen: Het rekeningnummer staat op de affiche
die we zullen tonen bij de laatste voorbede. We
geven dit nummer graag door aan iedereen die er om
vraagt. (Rekeningnummer:
BE 21 0000 0000 0303)
Zoals Geert vorige week ons voorhield, is wat wij
moeten doen niet zo uitzonderlijk. Doen wat goed
en rechtvaardig is, het helpt ons al een heel eind
op weg.
Ik lees in het Magnificat ook een appèl om de
nodige veranderingen niet te verwachten van “de
anderen”, van de overheid, van de politiekers, van
leiders allerhande, of van wie het ook voor het
zeggen heeft, of wie het luidste woord voert. Het
is gemakkelijk om achterover te leunen, en het
aanpakken aan anderen over te laten. In de hele
bijbel, en in de lezingen van vandaag, klinkt luid
dat de Onnoembare het voor ons heeft, voor de
kleine luiden, die door bekering en door ons
gedrag aan te passen, veel kunnen doen op de weg
naar de vestiging van het rijk Gods op aarde.
Laten wij daarover verder mijmeren en actie
ondernemen in deze duistere dagen van het jaar, en
ons zo voorbereiden op het kerstfeest.
Om de overgang naar de voorbeden te maken, stel ik
voor te luisteren naar een mooie uitvoering van
het Magnificat.
Muziek:
Magnificat
Vrije voorbeden
Laatste voorbede:
Bidden wij voor mensen die leven in onleefbare
omstandigheden.
Om vrede in de wereld, om hoop en toekomst,
om mensen die nabij zijn en mee dragen.
Dat de stem van de kleinsten gehoord wordt
en iedereen in veiligheid kan wonen.
Laat ons bidden

Onze vader
Bezinning na de
communie
DOE
MAAR!
Een groot project vraagt om een
plan.
Dat hebben we geleerd, daar wordt
op aangedrongen.
Een grondige studie van voors en
tegens;
een kosten-baten analyse, en
liefst zeer uitgebreid.
Voor dat de eerste nagel wordt
geklopt,
de eerste brik wordt ingemetseld,
zijn er dagen en nachten van
gepieker,
uren gepalaver aan vooraf gegaan.
Toch heb ik het vreemd en
onbestemd gevoel,
dat dit alles van mineur belang
is.
Eerst zal- ook voor die projecten-
een andere vraag op tafel moeten komen:
die van de horizon, het verre
doel.
Hoe helpen we de mensheid verder?
Hoe brengen we menswaardigheid wat
dichterbij?
Van welke droom worden we warm
vanbinnen?
Hoe zorgen we dat heel de mensheid
redding vindt?
De vragen zijn te groot voor
mensenhanden,
te groot, ook voor ‘t knapste
verstand.
Je kan ze negeren, al die grote
vragen, – we stellen ze eenvoudig niet –
of je kan ze toevertrouwen aan wat
mensen overstijgt.
En zo komen we bij God uit,
Hij die, de piet-te-peuterig-heid
voorbij,
alléén grote plannen heeft met
mensen,
troost en redding wil voor ieder
ander.
Hij die de grote plannen met ons
realiseren wil,
en die zo ook Maria aansprak, zij
die ‘ja’ zei, onverhoeds,
zij die, op haar beurt, ook ons nu
aanspreekt:
‘Doe maar!’ Doe maar wat Hij u
zeggen zal.
(Kris
Buckinx mei 2021) (Uit de liturgiemap
Welzijnszorg 2021)
Slotgebed
God
van licht en leven
in Woord en Brood kwam U ons nabij
om onze hoop te voeden.
Doe ons in uw liefde op weg gaan
als lichtdragers voor elkaar.
Begeester ons
opdat wij in vreugde uw wegen
gaan.
Wij vragen het U levend vanuit uw
Geest
en in de naam van Jezus, uw Zoon
en onze Heer.
Amen.
(Uit
de liturgiemap Welzijnszorg 2021)
Muziek: eindigen
met adventszang “Rorate Coeli” 202
Zending en
zegen (Marcel)
|