28 augustus 2022: 22e zondag door het jaar'
(2022)
Een oefening in
eenvoud (Lc 14, 7 – 14)
Marcel Braekers
Openingszang
101 Heerlijk is het te loven de Heer -
Openingsvers
Begroeting
In deze viering staat het thema ‘eenvoud,
nederigheid of bescheidenheid’ centraal, zoals
de lezingen suggereren. Hebben wij, christenen,
daar iets bijzonder over te zeggen of zouden we
best in stille bescheidenheid zwijgen, gezien de
lange geschiedenis van kerkelijke overheersing?
André Comte-Sponville schrijft in zijn boek
Kleine verhandeling over de grote deugden:
De eenvoud is niet een deugd die een toevoeging
zou zijn aan het leven. Het is het leven zelf,
in zijn eenvoudigste vorm. Hij is dan ook de
lichtvoetigste van de deugden, de meest
transparante, en de zeldzaamste. (p.183)
Eenvoud zou de zeldzaamste van alle deugden
zijn. Vindt u dat niet vreemd, want om eenvoudig
te zijn moet je niets doen, je hoeft niet te
presteren, je hoeft alleen maar achter te laten,
waarom is dat zo moeilijk? Het tegendeel van
eenvoud is pretentie, dominantie, zich opblazen
als een kikker en met zijn bezit, intelligentie
of een of andere kwaliteit willen pronken.
Vlaanderen is vergiftigd van de BV’s die in elk
tv-programma worden opgevoerd, die je steevast
doen schateren met hun gevatte humor en
leeghoofdigheid. Ik spreek dan nog niet over
sommige sportlui, over politici die na de
verkiezingen mensen verachten of de verborgen
valse bescheidenheid, de gespeelde eenvoud
waarbij men zich vanbinnen zoveel beter dan de
ander voelt. Het heeft mij als psycholoog altijd
geboeid om te achterhalen welk genot aan
pretentie kleeft. Is het een reactie omdat men
als kind werd vernederd? Of reageert men tegen
een milieu van verwaarlozing? Of is het een
biologisch meegegeven mechanisme zoals je ook in
de dierenwereld ziet waar het leven sterk
hiërarchisch is?
Die vragen kwamen bij me op bij het lezen van de
teksten van deze zondag. Het is daarbij
opvallend hoe dikwijls in de Bijbel gewezen
wordt op het belang van eenvoud en
bescheidenheid. Het gaat dan om meer dan wijze
levensraad, maar brengt ons bij een centraal
gegeven van ons geloof. Ik denk daarbij aan een
belangrijke tekst waarin Jezus op een bepaald
ogenblik uitroept: “Ik loof U Vader, Heer van
hemel en aarde, omdat u deze dingen voor wijzen
en verstandigen hebt verborgen, maar ze aan
eenvoudige mensen hebt onthuld” (Lc. 10,21).
Iedereen herinnert zich wel de woorden van het
Magnificat “Eenvoudigen brengt Hij tot aanzien
en rijken stuurt Hij heen met lege handen”.
Eenvoud is in de Bijbel zo belangrijk, omdat ze
onmiddellijk verbonden wordt met
ontvankelijkheid en inzet voor wat belangrijk
is.
Lofzang 571
alles wat adem heeft
Gebed
Gij die voor ons licht en ruimte zijt,
Voor uw aanwezigheid buigen wij ons neer
Want uw liefde en nabijheid overtreft alles
Wat deze wereld ons kan geven.
Maak ons hart geschikt om open
En ontvankelijk te zijn voor alles wat
Kwetsbaar en onaanzienlijk is, o God.
En dat wij zo meer en meer mogen gelijken op Hem
Jezus, uw geliefde kind en onze broeder,
Hij die zichzelf ontledigde en eerste der mensen
werd.
Inleiding op de
lezingen
De eerste lezing is genomen uit het boek
‘Jezus Sirach’, een stuk Bijbel dat onze
Protestantse broeders niet erkennen. Het boek is
Bijbels gezien vrij laat in een Helleens milieu
tot stand gekomen en je voelt overal de
aanwezigheid van het Griekse denken. De
schrijver is voortdurend aan het mijmeren over
wijsheid en wat nu een juiste levenshouding zou
zijn. Men koos deze tekst omdat hij een
spiegelbeeld vormt van de evangelielezing, beide
gaan over bescheidenheid.
Jezus Sirach 3,
17-18.20.28-29
Lied 527 leer van
de liefde
Lucas 14, 7 – 14
Homilie
Heel even kreeg ik het gevoel dat ook
Jezus in de val liep van de valse
bescheidenheid, want je kan zijn raad om
helemaal achteraan te gaan zitten als een
spelletje opvatten om zo des te meer op te
vallen als men je vraagt naar voor te komen. Ik
moet denken aan een grappig voorval. Ik ging
naar een doctoraatsverdediging in de
universiteitshalle en zoals mij paste zocht ik
een plekje ergens in het midden van de zaal. Ik
zag Herman van Rompuy binnenkomen die op dat
ogenblik voorzitter van de kamer was en dus de
eerste burger van ons land. Hij nam bescheiden
plaats op de tweede rij, maar een ijverige
hostess wees hem erop dat de vier eerste rijen
voor de personaliteiten waren gereserveerd. Van
Rompuy glimlachte en schoof naar achter. Tot
Tobback binnenkwam en hem met veel bombarie naar
de eerste rij riep. Dat was natuurlijk dubbel
gescoord.
Wat
had Jezus in zijn hoofd toen Hij zijn raad
weggaf? Zijn bedoeling wordt maar echt duidelijk
in het tweede deel van het evangelie als Hij de
raad geeft om niet je vrienden of familie uit te
nodigen, maar de armen of degenen die op geen
enkele manier je iets kunnen teruggeven. Waarom
is dat zo belangrijk? Ik denk omdat Jezus wilde
aantonen dat eenvoud of nederigheid te maken
heeft met belangeloosheid. Het is een deugd is
die je niet bewust met je wil kunt realiseren,
want dan zit er altijd eigenbelang bij. Het is
eerder een toemaatje dat je overvalt omdat je je
inzet voor iets dat hoger is, in dit geval het
rijk der hemelen of ‘de tafel der armen’ zoals
Oosterhuis dichtte.
Eenvoud
is net het tegendeel van kruiperigheid of
zelfmisprijzen. Daarom heb ik zo diepe
verachting voor wat in veel kloosterorden werd
opgedrongen. De opgelegde nederigheid en de
ermee gepaard gaande vernederingen maakten
mensen alleen maar verbitterd. Terecht reageerde
Nietzsche tegen de slavenmoraal die hij het
christendom verweet. Je was maar nederig als je
jezelf miskende, verachting had voor je
talenten. Echte bescheidenheid gaat gepaard met
een diep besef van eigenwaarde, met trots om wie
je bent en wat je kan en vooral omdat je dat
alles in dienst stelt van iets dat groter is dan
jezelf. Zo beschouwd is nederigheid de meest
spirituele van alle deugden. Of sterker nog: de
houding die aan alle andere deugden vooraf gaat.
Zoals Comte-Sponville schreef: het is het leven
in zijn eenvoudigste vorm, dicht bij de aarde,
dicht bij het kwetsbare en gekwetste leven
waarvoor we moeten zorgen, maar in diep
vertrouwen en overgave dat er een God is die
voor ons zorgt, en dat ons leven geborgen is in
zijn hand.
In
de Bijbel staat een mooie psalm die ik graag als
afsluiting wil voorlezen
Psalm 131
Heer, niet trots is mijn hart,
Niet hoogmoedig mijn blik,
Ik zoek niet wat te groot is
Voor mij en te hoog gegrepen.
Nee, ik ben stil geworden,
Ik heb mijn ziel tot rust gebracht.
Als een kind op de arm van zijn moeder,
Als een kind is mijn ziel in mij.
Israël, hoop op de Heer,
Van nu tot in eeuwigheid.
Groot dankgebed
155
Na de communie 515
|