29
juli 2006
Eucharistieviering
ter ere van
het vijftigjarige huwelijk van
van Janine en Jan Boone
|

|
 |
Voorganger: Marcel Braekers
Muzikale omlijsting: Nele
Peeters (zang), Hendrik De bruyn (piano), viool
(boekje
van de viering in pdf)
Een verbond van liefde
Zoveel jaren van trouw.
Zoveel man, zoveel vrouw.
Zoveel uren van goud,
zoveel voeten te koud.
Zoveel wegen heen
en terug naar elkander.
Zoveel vreugden gesmaakt.
Zoveel noten gekraakt.
Zoveel wel, zoveel wee.
Zoveel water naar zee.
Zoveel moed geleend
de één van de ander.
Samen doorwinterd en samen gerijpt.
Geschuurd door het zand van de tijd.
Als dit geen liefde zou zijn.
Belegen als wijn.
Dieprood van geloofwaardigheid.
En onversneden.
(Kris
Gelaude)
Welkom
Welkom aan allen op dit feestelijke
moment voor Jan en Janine.
Twee jonge mensen zaten naast elkaar, vijftig jaar geleden
vol vreugde en verwachting uitziend
naar de toekomst.
Die toekomst hebben zij tot nu samen geschreven,
van dag tot dag, in velerlei omstandigheden.
Jan en Janine, vandaag zitten jullie hier opnieuw met een hart vol
herinneringen.
Jullie hebben elkaar toen uw woord van trouw gegeven
en het heeft inhoud gekregen.
Daar getuigen wij van, wij allen hier aanwezig:
uw kinderen en kleinkinderen, uw vrienden en kennissen.
Samen willen wij dit rijkgevulde leven vieren en de toekomst tegemoet
gaan,
in uw nabijheid en met Gods genade.
Woord van verzoening
Lector:
Mensen geven elkander hun woord.
Een woord om op te bouwen, een woord om te vertrouwen.
Een woord dat wil danken, een woord dat kan helen.
Een woord dat hen samenbrengt, zo dicht bijeen,
dat ze elkander verstaan, zelfs zonder woorden.
Maar een woord kan ook hard zijn of kwetsen.
En wordt soms te veel of te weinig gezegd.
Allen:
Heer, spreek uw woord dat ons bevrijdt
en leer ons aan elkaar vergeven.
Lector:
Mensen reiken elkander de hand.
En leggen tezamen een weg af.
Met handen die zorgen, geven zij van zichzelf.
Zij leren zegenen, koesteren en strelen
wat hen in alle kwetsbaarheid wordt toevertrouwd.
Helaas, niet altijd zijn ze tevreden.
Soms zijn ze krampachtig en bang om te delen.
Allen:
Heer, laat uw hand ons leiden
opdat wij goed zijn zonder maat of berekening.
Lector:
Mensen zoeken een plek om te wonen, waar ze thuis kunnen zijn bij
elkaar.
Dat huis kan hen veilig omringen, met stevige muren
en kamers van rust en geborgenheid.
En toch voelen mensen zich wel eens verlaten,
alleen op hun eiland, vervreemd van elkaar.
Allen:
Heer, keer ons naar elkaar, niet naar onszelf
dat wij een houvast worden voor anderen.
Openingsgebed
Heer, onze God,
Gij die ons als mensen voor elkaar geschapen hebt
en die zag dat het goed was, naar U kijken wij op.
Alles wat goed is in dit bestaan begon met U.
Alles wat mensen doormaken gaat U ter harte.
Met uw garantie leven wij.
En wij vertrouwen op uw woord dat Gij voltooit en zult bewaren
wat wij in liefde voor een ander doen.
Gij die ons hebt gedroomd zoals Uzelf: moederlijk zorgend, vaderlijk
nabij.
Vandaag en al de dagen van ons leven, tot in eeuwigheid. Amen.
1 ste Lezing: Psalm 23 van David
De Heer is mijn herder, het ontbreekt
mij aan niets.
Hij laat mij rusten in groene weiden en voert mij naar vredig water,
Hij geeft mij nieuwe kracht en leidt mij langs veilige paden
tot eer van zijn naam.
Al gaat mijn weg door een donker dal,
ik vrees geen gevaar, want u bent bij mij,
uw stok en uw staf, zij geven mij moed.
U nodigt mij aan tafel voor het oog van de vijand,
U zalft mijn hoofd met olie, Mijn beker vloeit over.
Geluk en genade volgen mij alle dagen van mijn leven,
ik keer terug in het huis van de Heer tot in lengte van dagen.
Muziek: G.F. Händel: “He shall feed his flock”
2de Lezing: Matteus
In die tijd zei Jezus ook: `Ik
loof U, Vader, Heer van hemel en aarde, omdat u deze dingen voor
wijzen en verstandigen verborgen hebt gehouden, maar ze aan eenvoudige
mensen hebt onthuld. Ja, Vader, zo hebt u het gewild. Alles is mij
toevertrouwd door mijn Vader, en niemand dan de Vader weet wie de
Zoon is, en wie de Vader is, dat weet alleen de Zoon, en iedereen
aan wie de Zoon het wil openbaren. Kom naar mij, jullie die vermoeid
zijn en onder lasten gebukt gaan, dan zal ik jullie rust geven.
Neem mijn juk op en leer van mij, want ik ben zachtmoedig en nederig
van hart. Dan zullen jullie werkelijk rust vinden, want mijn juk
is zacht en mijn last is licht.'
Homilie
Partners:
De jaren door gingen wij zij
aan zij.
Wij deelden samen wel en wee en bleven elkaar trouw.
Want ooit hebben we beloofd elkaar een thuis te zijn
een overvolle maat van hoop en liefde
en vroegen hierbij Gods zegen.
Vandaag gedenken wij de dagen,
die we leefden
in liefde en vergeving, soms in moeizaam zoeken.
Vandaag gedenken wij hoe onze trouw kon groeien,
geborgen in Gods trouw.
Vandaag ook danken wij om al wat was,
met hoop voor wat nog komt.
Opnieuw wil ik jou, met allen
als getuigen,
mijn blijvende trouw toezeggen.
Met vreugde vervolg ik de weg met jou
in goede en kwade dagen. Moge God onze Gezel zijn.
Voorganger:
In de liefde van de Eeuwige
Weten we ons vastgehouden.
Zijn trouw is onze steun.
Moge het licht van de Heer jullie leiden
en verwarmen als de stralen van de zon.
Aansteken van de beloftekaars aan de Paaskaars
Gebed over de gaven
God, Gij hebt gezegd: `Wees vruchtbaar'.
En Gij hebt ons de aarde gegeven met alles wat erop groeit.
Gij hebt ons elkander gegeven:
een man en een vrouw, een ouder, een kind,
een kameraad of een bondgenoot,
zodat al wat Gij ons hebt toevertrouwd
brood wordt om van te leven en liefde die ons gaande houdt.
Wij bidden U, heilig het werk van onze handen,
heilig ieder verlangen dat ons samenbrengt
en heilig brood en wijn op deze tafel,
als tekenen van uw verbond dat zichtbaar werd in Jezus.
Die Gij uw zoon genoemd hebt,
die ons een broeder werd toen Hij op aarde was
en doorheen alle tijden, tot in eeuwigheid.
Tafelgebed
God, die gewild hebt dat wij
van het leven houden
en daar doorheen in U geloven, wij weten dat Gij goed zijt.
Wij noemen de tekenen waarmee Gij ons aanspreekt.
Wij zoeken woorden om in verwondering te zeggen, hoe groot Gij zijt:
Heilig, heilig, heilig ...
Dat mensen elkaar ontmoeten en
in elkaar iets zien wat ze bij niemand anders zagen;
dat ze het daarom durven wagen de ander te geloven op zijn woord
om samen een toekomst aan te gaan; dat is niet vanzelfsprekend,
God.
Allen: Daarvoor hebben wij
alle redenen om te danken.
Dat liefde toch zolang kan duren
en glans behouden,
ondanks de scherpe kanten en de zere plekken;
dat ze herkenbaar blijft in al het zorgen, hopen, wachten,
en in vergeven en opnieuw beginnen; dat is niet vanzelfsprekend,
God.
Allen: Daarvoor hebben wij
alle redenen om te danken.
Dat Gij ons zo'n bestaan gegund
hebt, dat hoewel tijdelijk,
toch onverwoestbaar is omwille van de liefde;
dat Gij zelf ook niet méér wilt zijn dan wij, kwetsbaar en machteloos,
een mens met ons wanneer het leven ons beproeft; dat is niet vanzelfsprekend,
God.
Allen: Daarvoor hebben wij
alle redenen om te danken.
Dat Jezus, mens en broeder zonder
weerga, tot ons gesproken en voor ons geleefd heeft,
opdat wij U zouden herkennen; dat Hij alles heeft prijsgegeven,
zijn eigen leven zelfs,
om ons te tonen hoever liefde wel kan gaan; dat is niet vanzelfsprekend,
God.
Allen: Daarvoor hebben wij
alle redenen om te danken.
U danken wij dan, God, om de
liefde die 'mens' maakt, om de liefde die heiligt.
U danken wij, om Jezus, die hier het levende bewijs van werd.
Gelovend dat de liefde overwint en wetend dat de wereld dit niet
zou aanvaarden,
heeft Hij al zijn vertrouwen op U gesteld. Ook wanneer het lijden
Hem niet gespaard werd.
Toen heeft Hij, die laatste avond
met zijn vrienden, zijn leven samengevat in een gewijd gebaar.
U dankend, God, nam Hij brood. Hij brak het en gaf het hun, zeggend:
"Dit is mijn leven. Al wat Ik ben. Ik geef het. Neem het aan.
En doe hetzelfde voor elkaar."
Daarna nam Hij de beker wijn.
Hij dankte U opnieuw, God.
Hij gaf de beker aan zijn vrienden en zei: "Dit is mijn ziel,
mijn liefde voor u.
Het is het teken in Mij van Gods verbond met alle mensen.
Drink van deze beker, denkend aan Mij. En wees gegeven aan elkaar."
Allen:
Als Gij U zo aan ons getoond hebt, God
een mens van liefde en trouw, een God van vlees en bloed
dan kan niets meer verloren gaan van wat in liefde gedaan wordt.
Dan zult Gij altijd onze toekomst zijn.
Want dat zijt Gij begonnen en dat hebt Gij bevestigd in Jezus.
Geen onrecht en geen dood hebben Hem klein gekregen.
Leven heeft Hij, omdat Hij groot geworden is voor U.
Zijn woord zal altijd gesproken worden.
Zijn naam zal alles in herinnering roepen wat Gij gedaan hebt.
Hij zal herkenbaar zijn waar liefde woont en dagelijks leven gebroken
wordt als brood.
Beziel ons daarom met uw Geest,
God.
Bewaar in ons het vuur dat warmte geeft.
Laat ons verbonden met elkander leven,
opdat ook deze aarde bewoonbaar blijft,
omwille van uw liefde en de zorgende aandacht van mensen.
Dan zal uw naam...
Onze Vader (samen gebeden)
Communie
Muziek: C. Franck: “Panis Angelicus” / Viool
Slotgebed
God, onze Vader,
met alle mensen die het goede willen sluit Gij uw verbond.
Gij hebt uw woord aan ons gegeven,
dat wij geliefd zijn en onuitwisbaar voor U bestaan.
Laat uw zegen dan rusten op Jan & Janine.
Hun woord van trouw kwamen zij na,
door alle wisselvalligheden van het leven.
Wij bidden U: bevestig dit verbond van mensen.
Dat zij met vreugde kunnen oogsten wat zij gezaaid hebben.
Dat zij met wijsheid kunnen spreken en eerbied ondervinden.
Dat zij zelf ook een zegen zijn voor al wie hen omringen.
En als het avond wordt wees dan heel dicht bij hen.
En laat hen rust vinden in dankbaarheid en overgave. Amen.
Liefde
doet voortdurend
wonderen.
Ze kan bruggen bouwen.
Ze kan brood vermenigvuldigen.
Ze kan water maken tot wijn.
Ze bezit heelkracht.
Ze spreekt alle talen
Zelfs oud blijft ze jong.
Ze overleeft het gemis.
Ze is nooit eigenmachtig,
maar kwetsbaar,
teder en taai tegelijk.
(Kris Gelaude)
|