3e zondag door het jaar (2023) – “Leven in aandacht”
Jef Schoenaerts
Openingslied: Lied 556 “Waarom, wanneer, uit welke luchtlaag…”
Inleiding
Enkele weken geleden woonde ik een studiedag bij over Simone Weil. Deze Joods-Franse, rebelse filosofe leidde een stormachtig en intens leven in de periode tussen de twee wereldoorlogen. Ze stierf door ziekte en uitputting in 1943 op jonge leeftijd, pas 34 jaar. Het was een heel complexe persoonlijkheid die actief was in een brede waaier van denken en handelen. Ze was filosofe én tegelijk gedreven activiste die niet vies was van concreet engagement zoals in de strijd tegen het fascisme in de Spaanse burgeroorlog. Door dat alles heen was zij ook een vrouw met een krachtig innerlijk leven, een mystica voor wie de ware bronnen van de zin van het bestaan liggen in het zoeken naar en ervaren van het transcendente. In haar zoektocht naar zin werd ze sterk beïnvloed door het christendom zonder dat ze de stap naar de kerk heeft gezet.
Een vaak terugkerend begrip in haar denken over heel verscheiden thema’s als onderwijs, lijden, geloof,… is het begrip “aandacht”. Ze benoemt dat vermogen als het fundament van alle ethiek en religie. Waardevol leven ontstaat vanuit aandacht, meer specifiek vanuit “lege aandacht”, die open is, die in verwachting is van iets anders. Eerst moet je loslaten wat je denkt, om te kunnen komen bij datgene waarmee je intuïtief contact hebt. Hoewel Weil opgroeide in een agnostische omgeving, was dat aandachtig wachten ook het fundament van haar spirituele ontwikkeling. Religieuze momenten in de abdij van Solesmes, in de buurt van Assisi en elders brachten haar tot de ervaring van een directe aanwezigheid van goddelijke liefde. Door aandachtig te wachten voelde ze zich – als een geschenk vanuit de leegte - als “door god aangeraakt”.
Die gedachte van “aandachtig wachten” werd de inspiratiebron bij het beknabbelen van en mediteren rond de evangelietekst van vandaag. “Aandacht” werd een sleutel om dichter te komen bij de betekenis van het evangelie van vandaag.
Laten we het bij het begin van deze viering stil maken in en rondom ons en bidden om ontferming.
Lied 139 “Wees Gij het woord, Gij de stilte”
Gebed
Onnoembare en Nabije,
Lang voor Gij oplicht in ons bestaan,
lang voor wij uw naam kunnen spellen,
houdt Gij verblijf in ons diepste zelf
waar Gij geduldig op ons wacht.
Leer ons met aandacht te luisteren
waar uw woord ons roept, waar uw naam hoorbaar wordt.
Maak ons vertrouwd met de klank van uw stem,
dat wij u herkennen als Gij ook tegen óns zegt: “Kom”
Zo worden wij onontkoombaar ik en Gij,
Woord weerwoord, tij en tegentij,
onlosmakelijk vertrouwd met elkaar,
helemaal door Uw liefde genomen.
Naar die dag leven wij toe
dankzij Jezus, Uw zoon en onze god.
Amen.
Inleiding op het evangelie
Het roepingsverhaal van de eerste leerlingen in het evangelie van Matteüs is bijzonder kort. Jezus loopt langs het meer van Galilea, ziet twee keer twee broers aan het werk, zegt “Kom” en meteen laten ze hun netten achter en volgen Hem. Geen lange aanloop, geen vragen, geen aarzeling,… Net omdat Matteüs deze ontmoeting in zijn pure essentie beschrijft, roept het de vraag op wat de drijfveer is van de personages: wat beweegt Jezus ertoe te roepen “Kom” en wat doet de leerlingen onmiddellijk ingaan op die uitnodiging? Wat is – ónder het objectief gebeuren - het geheim van deze geloofsontmoeting?
Laten we luisteren naar het evangelie en daarbij vragen om aandacht met het
lied 124 “Open de woorden die geschreven staan”
Evangelielezing: Matteüs 4,12-23
Homilie
Matteüs geeft de indruk dat Jezus en zijn leerlingen bij deze ontmoeting compleet vreemden waren voor elkaar en dat de ontmoeting als uit het niets ontstaat. In realiteit komen zowel de vissers als Jezus niet als een onbeschreven blad toe in dit verhaal.
Die vissers waren niet enkel mensen die hard werkten voor het dagelijks brood. Ze droegen in zich een onbestemd verlangen naar méér, een honger naar zingeving. Wellicht daarom waren zij volgelingen van Johannes de Doper. zoals we lezen bij de evangelist Johannes. Hun contact met Johannes de Doper had in hen de aandacht versterkt voor wat eerder reeds sluimerde in hun binnenste. Net die inwendige aandacht maakte het mogelijk dat de roep van Jezus hen triggerde.
Hoe zouden ze Jezus als de incarnatie van gods liefdesaanbod aan mensen hebben herkend zonder dat ze er in zichzelf al voeling mee hadden? Het doet mij denken aan wat Marcel op de eerste zondag van de advent in zijn homilie vermeldde: “… ik geloof dat ieder mens in zijn diepste zelf een goddelijke vonk heeft. Dat die daar is vanaf de geboorte, dat men die kan wegduwen en leven alsof er geen God bestaat, maar toch zal die er altijd zijn.” (einde citaat) Ik vermoed dat die vissers voeling hadden met die goddelijke kern die ieder mens in zich draagt waardoor god de mens in staat stelt hem te zoeken en hem op één of andere manier ook te vinden. Tot zover het vetrekpunt van de vissers.
Naast de vissers komt ook Jezus niet onbeschreven op het toneel. Heel veel evangelie- verhalen over zijn ontmoetingen onthullen hoe Jezus naar mensen kijkt, hoe hij hun vragen capteert, hoe hij hun lijden ziet, hoe hij omziet naar mensen in nood. Met de eenvoudige vraag “Kom” triggert die bevrijdende aandacht van Jezus het inwendig uitzien van de leerlingen naar een verlossend woord. Op dat snijpunt openbaart Jezus bijna woordeloos voor deze vissers wie god voor mensen wil zijn: : een bondgenoot, een medestander in het leven, een naaste die mee de weg gaat. En dat alles omdat Hij niet anders kan, omdat relatie aangaan voor onze God een wezenskenmerk is. Huub Oosterhuis verwoordt het prachtig in één van zijn liederen: “Waarom roept Gij ons aan, deze mensen die hier zijn? …Hebt Gij dan mensen nodig om in uzelf god te zijn?... Omdat Gij Liefde zijt en niet alleen wilt blijven, daarom roept Gij ons aan…”
Zoals het “Kom” van Jezus naar die gewone vissers uit het evangelieverhaal was gericht, zo is het ook voor ons bedoeld. Ingaan op Gods stem, Hem mogen ontmoeten is daarom niet te hoog gegrepen. Want lang voor wij het beseffen, bewoont Hij ons. Aan ons om in aandacht te leven en te ontdekken dat Hij ons van in den beginne is ingeschapen. Als die ontdekking ons ten deel valt, kunnen ook wij alles achterlaten om Hem te volgen.
Laten we deze woorddienst afsluiten met lied 579: “Waarom roept Gij ons aan, deze mensen die hier zijn?...”
Lied 579 “Gij met uw onverwacht woord”
Offerande: orgelspel door Wannes
Lied 149 “Oergebaar” bij de offergaven
Tafelgebed 164: “Gij die de stomgeslagen mond verstaat”
Onze Vader en communie
Muziek tijdens de communie: accordeonmuziek door Remi
Communielied “Gij hebt uw land begenadigd” (naar psalm 85)
Inleiding: Onze God, die Liefde is, kan niet anders dan zich uitstorten in mensen die zich voor Hem openen.
Wie dat gelooft kan de woorden van psalm 85 zingen
“Gij hebt uw land begenadigd…
Overvloed staat op de akker, regen valt op zijn tijd” (Je vindt de tekst op je blad)
Gebed (idem als openingsgebed)
Zegen
Sortie door Wannes