Recente Zondagsvieringen

De vieringen uit het verleden zijn gepubliceerd per kerkelijke jaar in het Archief.

De meest recente vieringen zijn:

- 27.08.23: … om te mogen zijn wat wij in uw ogen zijn.” (Jef)
- 20.08.23: De Blijde Boodschap in een multiculturele samenleving (Marcel)
- 15.08.23: Feest van Maria opgenomen in de hemel (Marcel)
- 13.08.23: Lopen over water (Rik)
- 06.08.23: Themaviering klimaatrechtvaardigheid en ecospiritualiteit (Sabine)
- 30.07.23: Zoeken en vinden (Jan)
- 23.07.23: Wat met het onkruid en de tarwe? (Marcel)
- 16.07.23: De zaaier die blijft zaaien (Lut)
- 09.07.23: Mijn juk is zacht en mijn last is licht (Marcel)
- 02.07.23: Themaviering klimaatrechtvaardigheid (Ides)

De Preek van de week (Dominicanen) vind je via deze link: https://www.dominicains.be/nl/preekvandeweek

230423

3e Paaszondag (2023): Geloven is een weg gaan Lc. 24,13-35

 

Marcel Braekers

Openingszang 361 Surrexit Dominus vere

Begroeting 

Voor onze ouders en ook nog volgens de catechismus uit mijn kinderjaren was geloven: aannemen wat de Kerk ons voorhoudt te geloven. Vanuit mijn beleving en vanuit hedendaags theologisch standpunt zou ik zeggen: geloven is een weg gaan. Voor de ene misschien een kaarsrechte snelweg, maar voor de meesten een hobbelig pad. Een weg met kronkels en bulten, soms ein Holzweg, een bospaadje dat eindigt in een open ruimte. Maar voor de meesten een weg met een onduidelijke bestemming, een altijd maar voortgaande tocht.

Die bedenking kwam bij mij op toen ik het evangelie van deze zondag las. Het is het verhaal van de Emmaüsgangers, de voorlopers van de wandelkerk. Lucas maakt er een fijnzinnig geconstrueerd verhaal van waarbij hij beschrijft hoe deze twee leerlingen geleidelijk een weg van vragen stellen gaan om uiteindelijk te komen in het licht van het Paasgeloof. Laten we daarom elkaar ook begroeten als tochtgenoten die van Jeruzalem naar Emmaüs gaan met lied 104.

104 gegroet en gezegend

 

Gebed

Het Paaslicht

Hebt Gij ons gegeven,

En tot nieuwe mensen

Hebt Gij ons gemaakt.

Met nieuwe ogen

Mogen wij zien,

Mensen

Met goede moed,

Getroost door Uw Geest;

Blijf onze ogen openen,

En ons de adem geven

Voor het lied

Waarin de bevrijding weerklinkt,

Opdat wij instaan

Voor opstandingsleven,

Vrijheid en bloei

Van uw mensenkinderen.        (S. de Vries)

 

Inleiding op de lezingen

Als eerste lezing horen we vandaag een fragment van de toespraak die Petrus hield voor de samengestroomde Joodse pelgrims op de dag van Pinksteren. Het is een mooie, uitgebalanceerde toespraak waarvan je je nauwelijks kunt voorstellen dat een ongeletterde, visser uit Galilea zo zou kunnen speechen. Het is natuurlijke de hand van de gecultiveerde Lucas die erachter zit.

Handelingen2, 14 – 24

Lied 372,1 – 3 Alleluia! Looft de Heer - Een paashymne

Lucas 24, 13 – 35

 

Homilie 

Twee volgelingen van Jezus stapten van Jeruzalem naar Emmaüs, schrijft Lucas. Het was niet zomaar een wandelroute maar een spirituele tocht. Moeizaam, op lemen voeten want de ontgoocheling was groot. Hun idool was niet zomaar weg, maar onderging de grootste vernedering alsof hij een misdadiger was. Ze stellen zich de vragen die bij zoveel mensen leven, gelovigen en ongelovigen: waarom gebeuren deze dingen? Hoe te begrijpen dat mensen zo wreed voor elkaar kunnen zijn? Welke zin heeft het leven als men reeds met het groene hout zo omgaat? Welke weg moeten we gaan? Het zijn universele vragen die iedereen zich stelt, of toch zou moeten stellen, ook al hebben we niet zomaar een antwoord. Als we spreken over ‘geloven als een weg gaan’ dan is dit de eerste etappe van onze tocht. Een heel belangrijke, want we delen die met niet-gelovigen en het is dus onze basis voor een mogelijk gesprek.

In het verhaal van Lucas gebeurt iets onverwacht. Het gesprek dat die twee voeren is zo intens en open dat een onzichtbare Derde nadert, zo schrijft Lucas. De natuurlijke levensvragen kunnen zo beklijvend zijn dat er een openheid naar het Oneindige ontstaat. Openheid die geen naam heeft, nog niet. Jezus komt dichterbij als de vragensteller, maar ze herkennen Hem niet. Het is een volgende etappe in religieuze beleving: de grote levensvragen worden zo gesteld dat er openheid voor het (de) Oneindige is en een ervaring van iets dat overstijgt. Ik vind dit een belangrijke etappe die te veel en te snel wordt overgeslagen. Heel voorzichtig merk je de laatste tijd dat in allerlei interviews of essays verandering komt. Het was lange tijd mode om van de daken te roepen dat je gelukkig die vernederende opvoeding van thuis en school achter je had gelaten. Stilaan merk je in kranten en op tv dat mensen iets meer open vragen gaan stellen over zichzelf en over de zin van het leven, zodanige vragen dat een onzichtbare Derde nabij kan komen. Indien we met jongeren nog een gesprek over geloven kunnen voeren, lijkt me deze etappe van bijzonder belang.

Lucas gaat echter onverstoord zijn gang via de twee leerlingen. Een nieuwe etappe op de weg van het geloof, en een heel beslissende, komt er als ze hun huis naderen en de vreemdeling wil verder gaan. Hoe ga je om met dit Onbekende? ‘Blijf bij ons, vragen ze, want het wordt avond’. De kleine momenten van spirituele openheid laten ook een leegte achter. Het verlangen om thuis te komen, om gestalte te geven aan wat vluchtig bij momenten wordt gevoeld, drijft hen verder. De avond valt over het zekere weten, het vertrouwde levenspatroon, wat altijd voorgekauwd werd gezegd, enz. De leerlingen willen een stap verder gaan en vragen de vreemdeling om te blijven.

Zo volgt een nieuwe fase in de geloofsgroei. Ze zitten aan tafel, breken het brood en delen met elkaar. En in het breken gaan ook hun ogen open voor wat vermoed maar niet gezien noch gekend is. Ze vieren eucharistie en geven zo bestendigheid aan wat voorbijgaat. Maar ook die bestendigheid is verwarrend, want op het ogenblik van de herkenning is de Verrezen Heer weer verdwenen. Hij is in de eucharistie aanwezig op de wijze van afwezigheid. Herkenbaar in het rituele gebaar, maar ongrijpbaar in aanwezigheid. Hoe kwetsbaar en onachterhaalbaar was dit samenzijn. Niet toevallig hebben kunstenaars dit moment willen vastleggen, want zij zijn altijd gefascineerd door wat in of voorbij de werkelijkheid zich toont en weer verdwijnt. Maar ook de kunst kan dit maar oproepen en ernaar wijzen zonder het te vatten. Wie het met heel zijn hart meemaakt blijft met een brandend hart achter.

Maar de geloofsweg van deze volgelingen is nog niet teneinde. Ze stappen weer op en gaan naar Jeruzalem om te getuigen. De laatste fase van een voldragen geloof waarbij je anderen laat delen in wat met je gebeurt. Misschien op dezelfde manier zoals ook Jezus naderde toen ze zich de grote levensvragen stelden. Vragen bij de vele vragen, want zo opent zich een weg van Oneindigheid. En alleen daarbinnen kan men zinvol spreken over verrijzenis of over leven dat sterker is dan dood.

Paul Tillich omschreef geloven als: vertrouwen in een laatste Grond dat mensen toelaat om met een open blik de diepste vragen van het leven te stellen zonder te vervallen in wanhoop en vertwijfeling.

 

Groot dankgebed 167 Tafelgebed- Gij zijt het 

Na de communie 553 Gij die geroepen hebt -licht- Groter dan ons hart

230416

2de paaszondag (2023): Acht dagen later kwam Jezus....

 

Maggy Rubens

 

Ik zou willen beginnen met de groet die Jezus in het evangelie van vandaag tot zijn leerlingen richtte “Vrede zij met u” In het evangelie betekent vrede iets anders dan oorlog: het gaat om welbevinden, innerlijke harmonie,  licht, stilte.

Van deze vrede merken we allemaal al iets in onszelf, maar nog veel te weinig. Daarom bidden wij tot Jezus Christus en vragen hem dat hij ons een groter aandeel van zijn vrede moge schenken.

Openingslied 363 Gij zijt voorbijgegaan - Een lied tot Jezus Christus

 

Openingsgebed

 

Heer God,                                                                                                                              

Wij komen in volle vertrouwen tot U en danken U voor Jezus uw zoon.Laat hem nu in ons midden verschijnen,  over ons ademen en ons zijn geest en mentaliteit mededelen, dan worden wij mensen naar zijn beeld.

 

 

In het evangelie van vandaag beschrijft Johannes wat er op de 2de paasdag in Jerusalem heeft plaatsgevonden in een mooi verschijningsverhaal. Maar in verschijningsverhalen gaat het niet om berichtgeving maar om innerlijke ervaringen.

De leerlingen, in paniek gevlucht, zaten samen in een zaal achter gesloten deuren en ramen uit schrik voor de Joodse leiders en de Romeinse politie. 

Wat moeten zij zich angstig, droevig, ontgoocheld maar vooral schuldig hebben gevoeld. Want, zij hadden hun meester niet kunnen weerhouden om naar Jerusalem te gaan, zij hadden niet met Hem gebeden in de hof van olijven.  Zij hadden Hem niet gesteund toen hij werd aangehouden en zij hadden zijn kruis niet helpen dragen naar Golgotha.

Plots verschijnt Jesus in hun midden, geen verwijten, hij schenkt hun zijn vrede, en Hij schenkt hun vergiffenis en vraagt hen het in zijn naam verder te doen. Dan belooft Hij hun zijn Geest te zenden. 

De leerlingen hebben die avond, gelouterd door zijn afwezigheid en door de pijn van zijn dood begrepen wat hij echt bedoelde en wie hij eigenlijk was. Hun geloof hebben zij niet ervaren als een geheel van inzichten maar als een opdracht tot handelen. Zo werden zij “gezondenen” d.i apostelen die de boodschap van hun meester zullen uitdragen. 

Maar waarom kleedde de evangelist deze ervaring in zo een verhaal? Met wat de leerlingen meemaakten in Jerusalem wil Johannes ons in feite duidelijk maken dat het in zijn tijd, 70 jaar later, ook een gewaagde zaak was om christen te zijn. Samenkomen om eucharistie te  vieren, Jesus te gedenken en te bidden, kon toen alleen in het geheim, in catacomben of in een of ander gesloten woonhuis. 

Want wat de leerlingen op Paasavond  in Jerusalem hebben beleefd, beleefden de christenen later, in Ephese, een verre stad van het romeinse rijk, ver van het Heilig land, waar Johannes zijn evangelie schreef, elke zondagavond. Maar  niettegenstaande deze hachelijke situatie houden zij levensmoed en hoop.

Zou dit evangelie dan ook niet kunnen verwijzen naar al de christenen die  vandaag, waar ook ter wereld, ergens vervolgd worden of het moeilijk hebben?

Ook in onze geseculariseerde wereld is het niet evident om christen te zijn. Maar zou een gemeenschap van gelovigen, anno 2023, misschien een uitnodigende tegenbeweging kunnen zijn voor  de vele pijnpunten die onze samenleving verzieken?

 

Lied 851 Kleine Psalm

 

Evangelie Joh. 20, 19-30

 

Homilie

Proberen wij ons nog eenmaal naar het verhaal te verplaatsen. Waarom was Thomas er niet? Misschien dwaalde hij rond in Jerusalem. Machteloos. Alles waar hij zijn hoop had op gevestigd, was onder zijn voeten weggeslagen. 

Een week later zijn de leerlingen weer bij elkaar en Thomas is er dan wel bij. Dat wil dus zeggen dat ze hem in zijn eenzaamheid en verdriet hebben kunnen bereiken, hem weer in hun kring hebben kunnen binnen halen. Thomas voelt nu ook dat Jezus op een nieuwe manier aanwezig is en dat Hij hem zal helpen om apostel, te worden en Thomas beantwoordt dit met een krachtige belijdenis“ Mijn Heer en Mijn God”. Een zo krachtige dubbele belijdenis vind je elders in het evangelie niet.

Ik geloof wel niet dat Johannes dit verhaal over Thomas heeft opgetekend om onze twijfel te rechtvaardigen want we hoorden zojuist in het evangelie: “ik heb dit opgeschreven opdat jullie zouden geloven dat Jezus de Christus de zoon van God is . Maar hij staat wel even stil bij de twijfel die er aanvankelijk bij de leerlingen was.

De apostel Thomas kreeg de bijnaam “ongelovige Thomas”. Zijn wij gelovigen van vandaag niet geneigd om sympathie te hebben voor zijn twijfelend geloof?

In mijn jeugd, toen wij ingebed waren in een gelovig cocon, werd er bijna niet getwijfeld. Geloven was “zeker weten”. Maar is geloven juist niet, niet zeker weten. Is het niet een sprong verder dan zeker weten? Is het niet als durven wandelen op water?

Toen het rationeel en autonoom wetenschappelijk denken, in de christelijke wereldbeschouwing, ook in onze contreien is binnen gedrongen, en dit samen met het tweede Vaticaans concilie in de jaren 60, is er bij veel gelovigen twijfel ontstaan. Tradities werden doorbroken, kerkelijke strukturen in vraag gesteld,   en de bijbel werd door theologen aan kritisch onderzoek onderworpen.

Door welke lange, soms pijnlijke, evolutie is het geloof van velen onder ons niet gegaan. Ondertussen zijn wij meer dan 60 jaar verder. De generatie na ons heeft kerkelijkheid achter zich gelaten. Laat ons mild zijn  en respect opbrengen voor hun zoektocht naar een zinvol leven in een geseculariseerde samenleving. 

Moest ik jullie nu kunnen vragen, wat is geloven voor jullie? Ik vermoed dat er heel wat variaties zouden zijn. Sommigen zijn misschien zoekenden, anderen twijfelen, maar zeker is er bij de meesten een groot vertrouwen in de boodschap van Jezus Christus. 

Tafelgebed  150

Na de communie lied 368: Al heeft Hij ons verlaten

Slot overwegingen

In de homilie hebben we even nagedacht over geloven. We beseffen dat het niet evident is om Christen te zijn in deze tijd. In de jaren 40 tekende de Duitse Lutherse theoloog D. Bonhoeffer daarover reeds bedenkingen op toen hij in de cel zat omwille van zijn verzet tegen het nazisme. Ik wil er enkele ter overweging brengen omdat ik denk dat ze anno 2023 nog actueel zijn.

Hij vroeg zich bv af: Hoe kunnen wij ons christendom herdenken in een hoe langer hoe meer a-religieuse wereld? Hoe krijgt Christus invloed op de a-religieuse wereld? Noem Christus liever niet lam Gods maar wel “een mens-voor-anderen”Geloven is deelnemen aan dit bestaan van Jezus.

Hij vroeg zich ook af hoe religieuze woorden een eigentijdse betekenis te geven? Hoe spreken we “werelds” over God? In het doorbreken van de mythologische vorm van de bijbelse verhalen om te peilen naar de kern van de boodschap?

Laat ons nu bidden

Genadige God, we hebben Jezus niet met eigen ogen gezien en onze handen hebben zijn lichaam niet aangeraakt. Maar toch proberen wij in Hem te geloven, want wij vertrouwen er op dat Hij ons zal vervullen met zijn goddelijke levensadem, uw heilige Geest die ons tot volle waarheid zal brengen, nu reeds in dit leven en tot in eeuwigheid.

230407 - Goede vrijdag (2023)

Goede Vrijdag (2023)

 

Ria Verschueren

 

Inleiding:

Welkom mensen op deze Goede Vrijdagviering,

Wij zijn hier bijeen in de naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest.

Vandaag herdenken wij samen de laatste levensuren van Jezus, de Gezalfde, zijn sterven en dood. Hij koos in zijn leven uitdrukkelijk  voor de kant van kwetsbare mensen. Zijn verhaal laat zien  wat er kan gebeuren wanneer je je met woord en daad  op een geweldloze manier verzet tegen de gevestigde orde en tegen de belangen van een elitegroep in. Het wrede lot dat Jezus beschoren was, wordt vaak geduid als een offer dat de mensheid zou bevrijden van een onmogelijk te delgen schuld. Maar misschien is het gewoon een beschrijving van hoe het er toen en nu in de wereld aan toe gaat. Een illustratie van de wreedheid en het machtsmisbruik waar mensen helaas toe in staat zijn. Ook vandaag zien we in grove inbreuken tegen de mensenrechten en onnoemelijke wreedheden op de vele plekken waar oorlog woedt, waar mensen op de vlucht zijn voor hongersnood, vernieling en terreur.

De confrontatie met het lijden in de wereld, roept vele vragen op over het waarom van dit lijden. Vragen waarop we het antwoord schuldig blijven. Misschien moeten we al beginnen met onze blik niet af te wenden, maar zien wat wij toch zelf kunnen doen.

Vandaag gaat onze aandacht en medeleven naar wat Jezus in zijn laatste uren heeft doorstaan. We zullen daarbij stilstaan bij wat men de kruiswoorden of de zeven laatste woorden noemt. De kruiswoorden zijn de woorden die Jezus volgens de Bijbel sprak toen hij aan het kruis hing. Bij de vier evangelisten samen zegt Jezus aan het kruis in totaal zeven zinnen Deze laatste woorden tonen ons wat er in een mens omgaat die aan het einde van zijn lichamelijke krachten is en gaat sterven. Ze spreken over eenzaamheid en afzien, maar tonen ons ook dat Jezus  doordrongen was van een onverwoestbare kracht die hem in staat stelde om zelfs in uiterste nood, zijn menselijke beperktheid te overstijgen.

Gebed (Ria)

Heilige, Sterke en Onsterfelijke,
Hier staan wij voor U met niets in onze handen:
Mensen in een wereld waar haat en tweedracht,
Onrecht en verdriet heersen;
Bevrijd ons ervan door de kracht van de liefde
Die sterker is dan alle geweld,
Omwille van Hem die een mens van liefde was
En om ons allen een man van smarten werd:
Jezus uw zoon, onze enige hoop, ons levenslicht.

De 7 woorden

Laten we nu mediteren bij die zeven zinnen die Jezus in doodsnood uitspreekt op het kruis. Het zijn  aangrijpende en geladen uitroepen. Het zijn niet alleen de woorden van een lijdende mens die zich van God en iedereen verlaten voelt, maar ook woorden die getuigen van een innige verbondenheid met de Vader.

Wat zeggen deze woorden ons vandaag? En hoe kunnen ze ons inspireren?

We luisteren naar deze laatste woorden, gevolgd door een korte duiding. Nadien nemen we de tijd om in stilte of bij een  muziekfragment elk van deze 7 uitspraken tot ons te laten doordringen.

1.    ‘Vader, vergeef het hun, want ze weten niet wat ze doen.’ (Luc.23,34)

Stellen we het ons voor: lawaai, geschreeuw en geschimp. Jezus’ lichaam wordt vastgenageld op het kruis, het kruis wordt opgericht. Om zijn kleren wordt er geloot. Jezus weet dat zijn beulen, soldaten van het Romeinse leger, pionnen zijn in een gruwelijk politiek machtsspel. De beulen weten  niet dat ze de Mensenzoon, de Messias ter dood brengen. Naast Jezus worden ook twee misdadigers  aan het kruis genageld.

Het kruis kan via symboliek tot ons spreken. De horizontale balk van het kruis symboliseert de mensengemeenschap waarmee Jezus zich innig verbonden voelt: een gemeenschap waar mensen elkaar soms  kwetsen, onrecht aandoen en vernederen. De verticale balk symboliseert de verbinding met de Vader. Wanneer beide richtingen, de mensen onder elkaar en de mensen die zich naar de Vader richten, elkaar kruisen wordt vergeving mogelijk. Jezus bidt hier voor mensen die zich onverschillig afkeren van alle onrecht en niet willen zien van wat er  aan de hand is. Vergeven is, vanuit een verbondenheid met de Vader via Jezus, leren loslaten wat ons kwetste zodat er  nieuw leven mogelijk wordt

2.    ‘Ik verzeker je: nog vandaag zul je met mij in het paradijs zijn.’ (Luc 23,43)

.Links en rechts van Jezus worden twee misdadigers gekruisigd. Gods eigen zoon, sterft tussen twee zondaren. De ene is bikkelhard en drijft de spot met Jezus. De andere heeft berouw. De ene weigert en verzet zich tegen bekering. De andere komt tot besef en inkeer.  Twee manieren om met de eigen schuld om te gaan. De ene manier werkt verstarrend, de andere opent perspectief op diepe heling en nieuw leven. Jezus kijkt naar de mens in de misdadigers eerder dan naar hun daden. Wie schuld over zijn wandaden erkent wordt niet van Jezus gescheiden, zelfs niet in de dood.

En wijzelf, hoe gaan wij om met onze fouten en met onze kwetsuren, met wie ons kwetst en ergert?

3.    Toen Jezus zijn moeder zag staan, en bij haar de leerling van wie hij veel hield, zei hij tegen zijn moeder: ‘Dat is uw zoon.’  En daarna tegen de leerling: ‘Dat is je moeder.’(Joh 19, 26-27)

We lezen deze woorden van Jezus bij Johannes, voor wie verbondenheid een belangrijk thema is. Hoe moet Maria zich daar aan de voet van het kruis gevoeld hebben? Daar zijn geen woorden voor. Daar kan je alleen maar stil bij worden. In dat zwaarste uur van haar leven wordt Maria één met de moeders van vermoorde kinderen, met alle zonen en dochters die slachtoffer zijn van wreedheid en geweld.  Jezus heeft zijn leerlingen keer op keer opgeroepen om via hem verbonden te blijven met elkaar en met de Vader. Zelfs in zijn laatste momenten op aarde, heeft Jezus aandacht voor de ander en voor de levensreddende verbinding tussen mensen. Hij verbindt  mensen met elkaar. Los van bloedverwantschap wijst hij met zijn laatste krachten zijn moeder en zijn leerling Johannes aan elkaar toe.

Muziek: Douché moïra (Chevetogne)

4.     ‘Mijn God, mijn God, waarom heb je mij verlaten?’ (Matth.27,46; Marc15,34)

Op het zesde uur, om twaalf uur ’s middags, wanneer de zon in Jeruzalem op haar hoogste punt staat valt de duisternis over het land. Drie uur lang blijft het donker. Op het negende uur, om drie uur ’s middags, schreeuwt Jezus het uit. Waarom hebt Gij mij verlaten? De schreeuw van allen die geïsoleerd en eenzaam sterven. Een schreeuw van verlatenheid, wanneer de duisternis het laatste woord heeft. In de donkerste nacht van de ziel.  We kennen zoals de joden deze woorden als de  aanhef van psalm 22. In deze psalm beschrijft  de dichter de ervaringen van de ziel in diepe wanhoop alvorens ze kan worden opgenomen bij  God.  Eerst is er  absolute eenzaamheid,  bittere nood en angst , maar in die uiterste nood horen we toch  nog ergens een sprankel van  hoop op nabijheid, een weten van  diepe verbondenheid.

We mediteren bij  psalm 22 (in de versie van S. De Vries)

Waar ben Jij nu, mijn God? 
Vergeten heb Je mij,
Al vloekt dat met je naam.
Laat je toch zien
Word een gezicht.

Maar er is niets dan leegte,
De lange schaduw
Van een vale nacht
Sluipt om mij heen.
Waar ben Jij dan?

De woorden waarmee ik je noemde,
Riep, bezong, besterven mij op mijn lippen.
Het lijkt nu zinloos nog je naam te noemen,
Jou te kennen.

Toch brandt die naam,
Die vlamde door mijn dagen,
Nog als verborgen vuur
Onder de as van mijn verdriet.
En ik herhaal dat jij mij ziet, 
Mij weet te vinden in het donker.
Ga dan, heel even maar,
Als koele wind aan mij voorbij …

5.    ‘Ik heb dorst’. (Joh. 19,28)

Jezus sprak tot de Samaritaanse : ‘Wie van het water drinkt dat ik  zal geven, zal voorwaar eeuwig niet dorsten’. (Joh.6,35)
Dorst heeft hier meerdere betekenissen : dorst van lichaam of van ziel en geest. Jezus dorst in die laatste ogenblikken naar de Vader. Zijn lijden is het dragen van de dorst die de hele mensheid lijdt.  Het wanhopige dorsten naar wat de mens verlangt, fysiek of mentaal. Omwille van ons mensen, gaat hij die de bron is van levend water, door deze vreselijke dorst om de dorstige nood van allen in zich te kunnen opnemen.

6.    ‘Het is volbracht’. (Joh.19,30)

Alles heeft Jezus  doorstaan. Jezus  heeft zich de menselijke natuur tot het einde volledig tot de zijne gemaakt. Hij is moegestreden. Nu komt alles in overgave tot voltooiing. Zijn lichaam, en dat van alle mensen is niet langer onderworpen aan de macht van de dood, maar zijn overgave draagt in zich de kiem van de opstanding.

 Johannespassion: Es ist volbracht.

7.    ‘Vader, in uw handen beveel ik mijn geest’(.Lc23,46)

Op het ogenblik dat deze woorden gesproken worden ontketent zich in de duisternis een ongeziene storm. Rotsen splijten. Het voorhangsel in de tempel scheurt doormidden. Zo wordt wat tot dan toe  verborgen bleef als het allerheiligste, zichtbaar. Nu alles volbracht is legt Jezus zijn leven niet in de handen van mensen die hem verraden en mishandeld hebben, maar in de handen van God. Het zijn woorden van overgave. Niet de dood heeft het laatste woord , maar de Allerhoogste, de bron van eeuwig leven.

Lux aeterna  Elgar (Voices8)

 

Kruishulde met bloemen

Laten wij nu eer brengen aan hem die in zijn diepste lijden, door zijn trouw en vertrouwen, ons een wondere weg getoond heeft naar het leven.

Wij brengen onze bloemen naar het kruis.
En laten wij met datzelfde gebaar allen  gedenken die gekruisigd worden in deze wereld.

Laten wij ons hart en onze gedachten laten volstromen van heilige stilte,

 

Grote voorbeden

Laten wij bidden voor de wereld en voor alle mensen naar wie Jezus zijn armen op het kruis heeft uitgestrekt  (S. De Vries)

Om de slagen Hem aangedaan 
Roepen wij om ontferming
Over wie worden gekleineerd,
Uitgekleed en vertrapt,
Wie tot zwijgen worden gedwongen,
Gemarteld en vermoord.

Acclamatie: In manus tuas Pater (Taizé)

Om het brood
Door Hem gebroken en gedeeld,
Roepen wij om ontferming
Over wie worden beheerst door honger,
De stille armen ook onder ons,
Over wie dorsten naar vrede:
Acclamatie

Om zijn eenzaamheid en verlatenheid
Roepen wij om ontferming
Over wie lijden aan zichzelf,
Wie van angst verkrampt zijn,
Wie eenzaam vervallen aan het donker:
Acclamatie

Om zijn zachtmoedigheid
Roepen wij om ontferming
Over de weerlozen onder ons,
Over wie alle geweld verdragen en weerstaan,
Van alle wapens afzien: 
Acclamatie

Omdat hij een dienstknecht was
Tot het bittere einde,
Roepen wij om ontferming
Over wie leven onder harde heerszucht,
Over wie met macht en geweld
Mensenlevens overmeesteren
Acclamatie

 

Gebed bij de gaven (Marcel)

Heer God,
In het gebroken lichaam van Jezus onze broeder,
Aanschouwen wij wie Gij zijt voor deze wereld.
In het gebroken brood ontvangen wij de belofte
Dat Gij er altijd zult zijn : naast ons, in ons.
Wij bidden u - omdat Hij alles heeft volbracht –
Neem ons op in uw vrede, wie we ook zijn.
En dat wij die vrede mogen uitdragen over de hele aarde.

Onze Vader

Communielied L 314 Nu valt de nacht

Slotgebed (Kris Gelaude) 

Zoek niet mijn graf

Vraag me niet wie ik ben en of je me gekend hebt.
De idealen die ik had, blijven ook zonder mij bestaan.
Ik ben dood, maar leef voort in de idealen die ik had.
En anderen die blijven strijden zullen nieuwe rozen doen bloeien.
Wanneer je daarover spreekt, spreek je over mij.

Zoek niet naar mijn graf, want dat zul je niet vinden.
Mijn handen zijn nu de handen van anderen die strijden.
Mijn stem roept in andere stemmen. Mijn droom leeft voort bij anderen.
En weet dat ik pas sterf als jullie de moed opgeven.
Want ieder die in de strijd valt, leeft voort in zijn volgelingen.(Gutièrres)

 

Gebed om zegen en zegen (Marcel)

Mogen wij de stilte van deze avond in onze ziel meedragen.
Moge liefde ons optillen boven de machteloosheid die we kennen.
Moge God in lijden en in dood zijn menselijk gelaat tonen.
Moge Hij ons zegenen en thuisbrengen nu en in het uur van onze dood.
Amen

230406 - Witte donderdag 2023

Witte donderdag (2023) “Wat ik doe, begrijp je nu nog niet maar later zul je het wel begrijpen”

(Johannes, 13,7)

Witte Donderdag – Filosofenfontein 6 april 2023

Jef Schoenaerts

 

“Zomaar een dak boven wat hoofden…”  Lied 546

 

Welkom 

We zijn hier samen onder de hoede van onze god die wij noemen “Vader, Zoon en Heiligende Geest.  Laten we deze viering beginnen met het gebaar waarmee Jezus op de avond voor zijn lijden en dood gods liefde voor de mensen tastbaar heeft gemaakt tot op vandaag.

 

Voetwassing …   in stilte

 

Lezing Johannes 13,1-17

“If ye love me…”    (Thomas Tallis)

          If ye love me,

          keep my commandments,

          and I will pray the Father,

          and he shall give you another comforter,

          that he may bide with you forever,

          e'en the spirit of truth

 

Inleidende bedenking: “…later zul je het wel begrijpen…”

“Wat ik doe, begrijp je nu nog niet maar later zul je het wel begrijpen....”

Wat is dat “later” eigenlijk?   Bedoelde Jezus dat het diezelfde avond nog zou zijn als het stof van die verrassende gebeurtenis wat was gaan liggen? Is het misschien na de dood en de verrijzeniservaring van de apostelen?  Of is het pas nu, vandaag?.... Of nog later?...

Aan zijn leerlingen die dagelijks met hem meetrekken en zijn spreken en handelen van dichtbij meemaken, zegt Jezus dat ze hem nog steeds niet begrijpen.  Is er iemand van ons zo vermetel, zo zelfzeker dat hij de vraag “Begrijpen jullie wat ik gedaan heb?”  positief zou beantwoorden?...  Zou het trouwens kunnen dat de woorden van Jezus zo meerzinnig zijn en  dat zijn gebaren zoveel betekenislagen hebben, dat elke generatie opnieuw de zoektocht van het begrijpen moet gaan?  Zou het kunnen dat we de breedte van het gebaar van de voetwassing slechts kunnen benaderen en dan nog: kunnen benaderen door ze te doén en daarbij tegelijkertijd te buigen voor de diepte van het mysterie?   

Vanavond gedenken wij Jezus door letterlijk te doen wat Hij heeft gedaan: als een dienaar die de voeten van zijn leerlingen wast, als een man die zichzelf in een goddelijk gebaar breekt en deelt als brood opdat anderen zouden leven.  En laten we bij deze twee gebaren cirkelen rond het mysterie waarmee ze zijn omgeven  en met open ogen en oren reikhalzend uitkijken naar wat ze ons te vertellen hebben, naar wat ze ons te doen geven.

Laten we het stil maken in en rondom ons en bidden.

Gebed

 

Onnoembare en Nabije,

Vandaag vieren wij 

     hoe uw zoon ons zijn liefde tot het uiterste betoonde,    

     hoe in de twee gebaren die hij stelde zijn hele leven vervat zit.

Onpeilbaar voor ons is wat uw zoon ons hiermee over U openbaarde.

Te begrensd is ons verstand

     om de draagwijdte te zien van Jezus’ gebaar bij de voetwassing.

Te beperkt is onze verbeelding 

     om de diepgang te beseffen van zijn zelfgave in brood en wijn.

Laat ons nooit vergeten 

     dat de waarheid van die tekenen pas aan het licht komt door zijn woorden te leven.

Laat ons nooit vergeten

     dat het mysterie van die tekenen pas onthuld wordt in de mate wij één worden met U.

Door Hem die is, Uw zoon en onze broeder.

Amen.

 

Commentaar – Hebben wij het al begrepen?...

Is wat wij “Het laatste avondmaal” noemen echt verlopen zoals de evangelisten het beschreven hebben?  Wellicht niet.  De optekening ervan gebeurde pas tientallen jaren na de feiten waardoor de weergave op zich al bij de vier evangelisten niet identiek is.   Meer nog: wellicht probeerden  de evangelisten de ultieme erfenis van Jezus op het eind van zijn leven zo kernachtig mogelijk weer te geven: in een beeld dat op het netvlies blijft kleven, in een gebaar waar woorden secundair bij worden, in een verhaal waarmee ze willen begrijpen wat toen is gebeurd. En meteen krijgen de woorden van Jezus een diepere betekenis:  “Wat ik doe, begrijp je nu nog niet maar later zul je het wel begrijpen…”

Dat de apostelen het die avond niet begrepen, is duidelijk …  Denken we maar aan de reactie van Petrus en de terechtwijzing door Jezus, niet voor de eerste keer trouwens.  Of herinner u  het gekibbel onder de leerlingen tijdens die maaltijd over wie de grootste onder hen is.  En vergeten we niet dat die avond het verraad verscholen zat in eigen kring,….

Ook na de dood van Jezus was er geen eenduidigheid bij de leerlingen over wat Jezus nu gezegd en vooral over wat hij bedoeld had. Getuige daarvan het verschil in verhaal over die laatste avond tussen Johannes die de voetwassing centraal stelt en de synoptici die brood en wijn beklemtonen.   Sommige exegeten verklaren het verschil als volgt: Johannes heeft met het centraal plaatsen van het verhaal van de voetwassing zich afgezet tegen een vorm van verregaand “sacramentalisme “ in de eerste christelijke geloofsgemeenschappen. Johannes zou met zijn versie van de voetwassing de christelijke ethiek hebben willen op de voorgrond halen via het beklemtonen van de broeder- en zusterschap.  Je zou kunnen zeggen: Johannes wou het overwicht van het sacrament van de eucharistie compenseren vs het sacrament  van de broederschap.  Het zijn wellicht de twee keerzijden van dezelfde medaille.

Ook in de verdere geschiedenis van het christendom is die erfenis van Jezus op heel verschillende manieren gewikt en gewogen, benoemd, omschreven en geïnterpreteerd.

Installeerde Jezus een heel nieuwe vorm van autoriteit gebaseerd op dienstbaarheid?...

Kéérde hij de persoonlijke relaties tussen mensen door concurreren te vervangen door delen?..

Was Jezus een maatschappelijke revolutionair die het sociaal systeem onderuit haalde?...

Over deze en andere interpretaties ontstond vaak onenigheid tot zelfs verkettering toe.

Dat “later” van Jezus is tot op vandaag nog steeds bezig.   Ook wij hebben de plicht om die erfenis van Jezus voor onze tijd opnieuw te overwegen, ze te leren lezen en begrijpen.

Paus Franciscus kan ons daarbij tot voorbeeld zijn.   Tijdens zijn 10 jaar pausschap heeft hij al enkele keren de traditionele liturgie van Witte Donderdag verlaten om met een heel krachtig symbool de voetwassing een hedendaagse invulling te geven…  bij gevangenen, bij asielzoekers, bij mensen met een beperking, bij mannen én vrouwen, bij moslims.  Daarmee trekt hij dat gebaar open naar de armen, de  verstotenen van onze tijd en geeft hij dat oude gebaar een bijkomende dimensie, een nieuwe dynamiek.

Ook dat andere gebaar van Jezus – het breken en delen van brood en wijn - voeren we vanavond uit, Hem achterna.   Net zoals het gebaar van de voetwassing draagt ook dat gebaar  eeuwen van betekenislagen met zich mee, soms verduisterend soms verhelderend.  En ook bij dit “delen” is er geen ultieme afsluitende betekenis maar staat het gebaar open voor nieuwe, persoonlijke invullingen.

In de laatste huiskerk stond dat aspect van het “delen” centraal en hebben aanwezigen verwoord wat dit delen voor hen betekent.  We luisteren naar hun kort getuigenis en sluiten elke inbreng af met een acclamatie op tekst van Exodus 34, vers 6 en 7.   Omdat breken en delen ahw gods eigen handschrift is, roepen we met de woorden uit Exodus zijn naam af over onze eigen pogingen tot delen.  We beluisteren bij het begin een opgenomen versie van de acclamatie, daarna zingen we de acclamatie zelf na elke getuigenis.

+ Sabine: van concurrentie naar delen

In mijn job als prof vond ik het van essentieel belang om mijn expertise te delen met mijn doctorandi zodat zij al lerende hun eigen weg konden gaan om hun levenszending te vervullen. Ik voelde mij een schakel in dit proces.  Dit delen van kennis vormt eigenlijk een tegenstroom. In een competitieve wereld deel je de kennis niet want de concurrent zou met jouw ideeën kunnen gaan lopen en de eerste worden. Dit mag niet want jij moet de eerste zijn. Ik heb me hiertegen steeds verzet.  Deze zienswijze, het delen van kennis, heeft gezorgd voor een ongelooflijke groepsgeest en voor een grote verbondenheid  in de groep. 

+ Lut: wederkerigheid in geven en ontvangen 

Delen is natuurlijk vaak niet evident, maar kunnen ontvangen is vaak nog moeilijker. Petrus heeft moeite met het gebaar van Jezus die hem zijn voeten wil wassen. Een gebaar dat normaal gebeurt door een dienstbode, terwijl  Petrus heel erg naar Jezus opkijkt. Normaal dat dit hem in verwarring brengt! Jezus voelt zich zo sterk verbonden met zijn leerlingen tijdens deze laatste uren dat hij een gebaar wil stellen die zijn liefde en zorg voor hen uitdrukt. Doordat zijn handelingen gedreven worden vanuit authentieke liefde, worden ze zo vaak verkeerd begrepen, gaan ze vaak in tegen bestaande wetten en gebruiken of confronteren ze mensen sterk met hun eigen houding.

Waaraan zitten wij soms zo vast dat het ons moeilijk valt om te ontvangen?

+ Jef: belangeloosheid als uitgangspunt

Medelijden, meeleven, medeverantwoordelijkheid zetten ons allemaal aan tot delen met anderen. Maar daarnaast zijn er ook andere motieven: het stijgen in de achting van je medemensen of collega’s, de verwachting van wederkerigheid (“voor wat hoort wat” of “niets voor niets”), of zelfs een fiscaal attest is voor sommigen graag meegenomen. Ons delen is dus vaak niet verschoond van eigenbelang.

Als we vandaag het “breken en delen” van Jezus bij het laatste avondmaal in herinnering brengen, dan gaat het duidelijk om iets anders. Zijn doen en laten wordt juist gekenmerkt door de afwezigheid van eigenbelang. Integendeel zelfs, het leverde Hem vaak onbegrip, misprijzen en zelfs regelrechte haat op. Bewondering ook, maar dat heeft Hij bepaald niet gezocht; integendeel zelfs: het opzoeken van verworpenen, rechtelozen en zondaars spreken dat tegen. En waar Hij een wondere genezing naar lichaam of geest bewerkstelligde, verwees Hij steeds naar Zijn Vaders liefde voor hen als de reddende kracht, en verbood Zijn leerlingen en omstaanders aan anderen te vertellen wat ze hadden gezien. 

Als wij hier samenzijn getuigen we ervan dat we Hem als voorbeeld willen navolgen. De belangeloosheid van de liefde voor onze partner en onze kinderen willen wij ook nastreven binnen onze bredere samenleving en leefomgeving. Dat dit lang niet altijd het geval zal zijn mag ons niet beletten het te betrachten en te leren van ons falen.

+ Annette: iemand zijn voor iemand

 

Getuigen uit de huiskerk met acclamatie :“O Heer god, erbarmend, genadig, lankmoedig…”

 

O Heer God
erbarmend genadig lankmoedig
rijk aan liefde rijk aan trouw
bewarend liefde
tot het duizendste geslacht. (Ex.34,6-7)

Overgang naar het breken van het brood en het delen van de wijn:

“Vanavond gedenken we de twee essentiële gebaren waarmee Jezus in zijn laatste samenzijn zijn leven heeft samengevat.   We gedenken ze niet alleen, we doén ze ook!

Na het gebaar van de voetwassing bij het begin van de viering stellen we nu het gebaar van het breken van het brood en het delen van de wijn, Hem achterna.”

 

Eucharistisch gebed: 151 “Christus, de gestalte van god…  

 

Onze vader

 

Vrije voorbeden met acclamatie “Ubi caritas et amor…” 122

“Onze Vader, onze moeder staat open voor wat zijn kinderen in het hart dragen. Hij luistert naar hun noden of hun verdriet, hij deelt in hun vreugde om wat goed en bevrijdend is.

Laten we daarom voor god en voor elkaar uitspreken wat ons vreugdevol stemt of wat ons bekommert.”  Na elke bede zingen we de acclamatie…”

 

Communie: “Tafel van Eén, brood om te weten dat wij elkaar gegeven zijn…” 546

 

“Geproefd, geleefd, herkend…” 575

 

 

 

 

Op weg naar Getsemane….(kapelgedeelte) 

 

Ontkleding van het altaar

 

“Ik sta voor U in leegte en gemis…” 551

 

Overweging : “Begrijpen jullie wat ik gedaan heb?...”

Begríjpen wat jij voor ons doet: het lukt ons nauwelijks.

   We wíllen het wel graag: elkaar de voeten wassen, brood zijn voor de ander

   en hopen dat ons daagt wat jij belooft: “…gelukkig wie naar mijn woorden handelt.”

Begríjpen wie jij voor ons wil zijn: het lukt ons nauwelijks.

   We wíllen het wel graag: beseffen dat jij ons liefhebt tot het uiterste

   en hopen dat het ons aansteekt om voor elkaar zo goed als god te zijn.

Begríjpen welke unieke weg jij bent gegaan: het lukt ons nauwelijks.

   We wíllen het wel graag: jou volgen elke dag, zelfs tot in Getsemane

   en  hopen dat het ons aanzet het leed van anderen mee te dragen.

Begríjpen waar jij ons uiteindelijk heen brengt; het lukt ons nauwelijks.

   We wíllen het wel graag: jou vergezellen in het besef dat jij ons daarbij draagt

   en hopen dat we gaandeweg opgenomen worden in het mysterie van jouw leven.

Lucas 22,39-46

 

In stilte de nacht in …

230408 - Paasnacht 2023

Pasen 2023 – Onze bestemming

 

Marcel Braekers

Openingszang: 374 solozang Gij zijt boven de zee

 

Begroeting

Mijn vertrekpunt van deze Paasnacht is wellicht voor velen herkenbaar: hoe gaan we om met het vele verdriet van deze wereld. Wie zijn we en wat hebben we als antwoord? We denken natuurlijk op de eerste plaats aan het goed zichtbare leed als gevolg van oorlogsgeweld. Maar er daarnaast zoveel klein verdriet, zoveel onvermogen, mislukkingen van mensen die dicht bij elkaar staan. Al dit leed raakt mij en draag ik mee tijdens deze Paasnacht. Waar vinden we een tegenkracht, wat leert mij dit Paasgebeuren? 

Via de grote verhalen van schepping, uittocht, opstanding roepen we een tegenbeweging op, maar welke band kan ze hebben met wat zich overal om ons heen afspeelt? Marguerite Yourcenar noemde religie ooit: “Een geheimzinnige verbondenheid met de oudste dromen van de mens en de aarde, zonder daarbij een nuchtere verklaring uit te sluiten.” Hoe kunnen die dromen een troost of tegenkracht bieden voor wat vandaag gebeurt? Mag ik het scheppingsverhaal lezen als een vraag wie ik ben? Of het doortochtverhaal als een vraag door welke zee van onzekerheid ik moet gaan ook als er geen beschermende staf is om een richting te wijzen? Wie toont mij een nieuw begin en geeft mij kracht om op te staan, het verhaal van de verrijzenis.

De verhalen die we zullen horen, beschrijven niet rationeel wat met mensen gebeurde, maar roepen een onachterhaalbare geschiedenis op over onze zoektocht naar een identiteit al of niet in verbondenheid met God. Bij elk verhaal hebben we ook een symbool als steun of intensifiëring van wat wordt bedoeld. Aarde, water en vuur trekken met ons mee. Laten we het daarom stil maken en luisteren naar dit lied:

Hoge wakende, Gij zijt stilte, kom daarom in deze nacht over ons. 374

 

Gebed

In de schaduw van uw vleugels

Waken wij met uw licht voor ogen,

Bidden wij het donker door,

Zingen wij van zorgen vrij.

Kom in deze stilte ons tegemoet

Licht in ons hart zodat wij mogen zien,

Doe ons branden van liefde

Opdat Gij in ons geboren wordt,

God van alle eeuwen.

 

refrein: lieve boetseerder, trek mij uit de klei

Oorsprong 

Wie ben ik? Kind van mijn ouders, kind van deze tijd, volwassen geworden (of bijna) door levenservaring. Ja, zegt het scheppingsverhaal, maar voorbij dat alles was je vanaf het begin geliefd, werd je niet geboren maar in het leven geroepen. Want die scheppende God was en is en zal zijn, altijd, onvoorwaardelijk, 7 dagen lang.

Genesis, 1 – 2,4

Refrein: Lieve Boetseerder, trek me uit de klei

 

 

Onderweg

Welke weg heb ik gegaan en hoe gaat die verder? Aan de oppervlakte zie je wel een lijn, identiteit groeit geleidelijk tot een persoon. Ga ik een weg of kiest die weg mij? Wie echt vertrouwt gaat een weg die geen weg is, schreef Eckhart. Gaan we zoals het Joodse volk door een zee die slechts al stappend een weg bleek met overdag een beschuttende wolk en ’s nachts een lichtende vuurzuil? Welke weg hebben wij te gaan?

Exodus 14,15 – 15,1

Zegening van het doopwater

Allen:  Water uit de hemel en van de diepste oceanen,

            vruchtwater dat het vroegste leven draagt,

            dat groeikracht geeft

            en onze diepste dorst lest,

            wek eerbied en heilig ontzag in ons.

            Was ons, maak ons schoon

            bevrijd van alles wat lichaam en geest bezoedelt. 

Vrg.:    Gij met uw goddelijke hand,

            zegen (+) dit water van uw schepping.

            Trek als een bronader door ons,

            zoals Gij heb gedaan in Jezus.

            En ga met ons, als met uw volk destijds,

            dat nergens grond onder de voeten had,

            doorheen het water

            naar een land om eeuwig te verblijven.

            Mogen allen die zich tekenen met dit water

            volstromen van U en van elkaar.

            En zo bezielers worden van een nieuwe schepping.

Lied 363 gij zijt voorbijgegaan

Bestemming

Onderweg maar waar naartoe? Gij zijt voorbijgegaan maar ook ons voorgegaan, wat is onze bestemming? Heb ik haar uitgekozen of lokt ze mij naar een ongekende verte? Het verhaal van de verrijzenis is geen historisch verhaal, maar een verhaal van vertrouwen en overgave. Thuiskomen terwijl de weg verder gaat. Staan in Licht, lachen en zingen: eindelijk geboren. Het is het licht van de Paasnacht vierend begroeten.

 

Zegening van het vuur

Heer onze God,

Gij hebt uw licht ontstoken in de nacht,

En zijt uw zoekend volk voorgegaan in een zuil van vuur.

Zegen dit nieuwe licht (+) dat ook ons wil voorgaan

Op weg naar verrijzenis en leven.

Processie + 3 x Licht van Christus, Heer wij danken U

Evangelielezing: Mt. 28,1-10

Lied aan het licht: nr. 365

 

 

Hernieuwen van de doopbelofte

Vrg.     Dankzij de liefde die ons heeft gedragen

            en door de doop met water en geest,

            staat sinds het begin Gods naam in ons bestaan geschreven.

            In deze nacht worden wij uitgenodigd

            om uit vrije wil opnieuw ons woord te geven,

            aan Hem die eerste is en laatste,

            God van de hele schepping, God van Jezus.

Allen: Ik zal de schepping liefhebben en haar behoeden.

            Ik zal niet rusten zolang onrecht deze wereld verscheurt.

            Ik zal met liefde en met vertrouwen

            mijn eigen wereld eindeloos proberen te herscheppen.

            Ik geloof in een goddelijke kracht

            die al het verstoorde en gekwetste kan helen en voltooien.

            Ik wil daarvan een levend teken zijn,

            met zorg en eerbied voor iedereen en alles op mijn weg.

            Ik zal wat mij gegeven is niet toe-eigenen,

            geen voorrecht opeisen, maar voorrang bieden

            aan de meest kwetsbaren, zodat zij waardig kunnen opstaan.

            Ik wil het uitspreken en het ten einde toe herhalen

            dat Jezus onze weg en onze hoop is.

            Dat ik Hem wil herkennen in de mens naast mij.

            Dat de woorden die Hij heeft gesproken

            mij tot waarheid roepen en tot leven.

            En dat zijn geest, die ons gezonden wordt,

            mij kracht zal geven waar en zoals nodig is.

Kaarsjes rond de Paaskaars en zegening met doopwater

Zingend 363 dat wij volstromen

 

Homilie

Ons geloof in en voorstelling van de verrijzenis is eeuwenlang getekend geweest door een dualistisch denken, zegt de Duitse benedictijn en zen-leraar Willigis Jäger. De vraag is dan hoe dit ik dat altijd de werkelijkheid naar zijn hand kon zetten, ook na de dood kan verder leven. Maar zo vervolgt Jäger: “Voor de mystiek echter betekent opstanding juist niet het duurzaam voortbestaan van het ik, maar het loslaten van het ik in zijn eenwording met de Eerste Werkelijkheid, met God.” Men heeft de Paasboodschap altijd gelezen als een bewijs van onsterfelijkheid, van de mens die alles kan overmeesteren, ook de dood. De grote verhalen in deze Paasnacht tonen een andere weg. Zij wijzen erop hoe alles wat we echt zijn, niet het resultaat is van zorgzame zelf opgebouwde identiteit, maar dat alles een geschenk is. Wie zijn we, vanwaar komen we en wat is onze bestemming? 

De Bijbelse verhalen doorprikken alle zelfverheerlijking, elk machtsdenken en houden ons een spiegel voor. Er is een andere weg die men kan gaan, een weg van zelfontlediging. Daarover heeft Jan Degraeuwe vorige zondag gesproken toen hij verwees naar de tekst van Paulus in de brief aan de Kolossenzen. Tegenover Adam, zeg maar dé mens, plaatst Paulus Jezus die alle zelfgenoegzaamheid aflegde en zichzelf leeg maakte om vervuld te worden van de liefde van zijn Vader. Terwijl Adam zichzelf als god ging gedragen, ging Jezus, de nieuwe Adam, een totaal andere weg. Hij ging een weg van dienstbaarheid en vertrouwen. Zo werd via het leven van Jezus duidelijk wat de Bijbel bedoelt met ‘verrijzenis’ of ‘opstanding’.  Het is hier en nu in liefde zich overgeven en zijn leven in Gods handen leggen.

In deze Paasnacht worden we uitgenodigd om eenzelfde weg te gaan, om ons over te geven en toe te vertrouwen en opstanding te vieren, hier en nu.

Christus is verrezen, alleluia.

Groot dankgebed: S. de Vries, Bij gelegenheid I p.280 + refrein 142

 
Na de communie lied 369 Als een levende

 

Maria Magdalena in de graftuin

In wanhoop doolt zij rond

Het graf is leeg

Het lichaam van de meester

Niet te vinden

 

Alleen een vreemde –

De tuinman soms

Zou hij misschien?

 

Waar hebt u hem gelegd

Die men het leven nam

Wil hem mij dan tenminste

Nog als dode laten

 

Verblind door tranen

Alles is verloren

Dood is nog altijd dood

Wendt zij zich af –

 

Wat opent haar

Wat heelt haar oren

Wie noemt haar bij de naam

Zoals zij is gekend?

 

Nog dieper ommekeer

Dan in hun vroegst ontmoeten

Ervaart zij want zij ziet:

Hij is het, is

De Levende

Die mij tot leven riep 

                                                             Inge Lievaert

Contactinformatie

©2005-2023 Filosofenfontein

✉️   info@filosofenfontein.be

Ondernemingsnummer: 0775.603.387

Bankgegevens:"FIFO Heverlee" 

KBC: BE11 7340 3906 5848

Volg ons op Sociale media

QR Code

Door je camera op deze code te houden krijg je het adres van deze website op je smartphone of tablet. Dan kan je de hele website bekijken.