Recente Zondagsvieringen

De vieringen uit het verleden zijn gepubliceerd per kerkelijke jaar in het Archief.

De meest recente vieringen zijn:

- 27.08.23: … om te mogen zijn wat wij in uw ogen zijn.” (Jef)
- 20.08.23: De Blijde Boodschap in een multiculturele samenleving (Marcel)
- 15.08.23: Feest van Maria opgenomen in de hemel (Marcel)
- 13.08.23: Lopen over water (Rik)
- 06.08.23: Themaviering klimaatrechtvaardigheid en ecospiritualiteit (Sabine)
- 30.07.23: Zoeken en vinden (Jan)
- 23.07.23: Wat met het onkruid en de tarwe? (Marcel)
- 16.07.23: De zaaier die blijft zaaien (Lut)
- 09.07.23: Mijn juk is zacht en mijn last is licht (Marcel)
- 02.07.23: Themaviering klimaatrechtvaardigheid (Ides)

De Preek van de week (Dominicanen) vind je via deze link: https://www.dominicains.be/nl/preekvandeweek

220416

16 april 2022: Pasen (2022)

Van schepping naar verrijzenis

 

Marcel Braekers

Openingszang 765 stilte nu

Begroeting


Dit is een nacht van stilte, de nacht van verbijstering en ongeloof, want iedereen bleef met de vraag achter: Is dit nu het einde van een leven dat begon als een verhaal van hoop, als een belofte van geluk, van rechtvaardigheid, van liefde voor alles en iedereen? Is dit het einde van elk leven, van deze wereld, de triomf van het absurde, de grenzeloze zinloosheid? Het antwoord dat in deze nacht wordt gegeven is meer dan verontwaardiging, meer dan zich angstvallig vastklampen aan een strohalm. Van onderuit werd geen afdoend antwoord gegeven. Alleen een reactie van de overkant kon een keer brengen. In deze nacht vieren en bezingen wij dat antwoord, in dankbaarheid om die liefdevolle God die zijn zoon niet in de steek liet. Niet alleen Hem, ook ons laat Hij niet verweesd achter en niet heel de schepping. Want keer je terug in de geschiedenis, overdenk je het verhaal van Israël, van Noach, van Adam en Eva, dan ontdek je dat die God altijd reeds liefdevol en reddend naar deze wereld heeft gekeken. Daarom beginnen wij deze nacht met het verhaal van de schepping. We zingen daarbij een nieuw refrein en blijven dit heel de viering herhalen als een rode draad doorheen de geschiedenis tot aan ons persoonlijk leven. De gedachte die ik in deze viering wil aanhouden is dat alles begint en eindigt met een goed verstaan van wat schepping betekent, want zij is geen eenmalig gebeuren maar een steeds zorgende en vernieuwende aanwezigheid van onze God.

Refrein: Lieve boetseerder, trek me uit de klei.
 
De scheppingsnacht  verteld door Nico ter Linden, het land onder de regenboog p. 31

Refrein: lieve boetseerder, trek me uit de klei

Gebed


In de schaduw van uw vleugels
Waken wij met uw licht voor ogen,
Bidden wij het donker door,
Zingen wij van zorgen vrij.
Kom in deze stilte ons tegemoet
Licht in ons hart zodat wij mogen zien,
Doe ons branden van liefde
Opdat Gij in ons geboren wordt,
God van alle eeuwen.
 
De uittochtnacht: kinderbijbel van Klink p. 138 - 140

Lied: nr. 582

Zegening van het water

Allen:  Water uit de hemel en van de diepste oceanen,
            vruchtwater dat het vroegste leven draagt,
            dat groeikracht geeft
            en onze diepste dorst lest,
            wek eerbied en heilig ontzag in ons.
            Was ons, maak ons schoon
            bevrijd van alles wat lichaam en geest bezoedelt.
Vrg.:    Gij met uw goddelijke hand,
            zegen (+) dit water van uw schepping.
            Trek als een bronader door ons,
            zoals Gij heb gedaan in Jezus.
            En ga met ons, als met uw volk destijds,
            dat nergens grond onder de voeten had,
            doorheen het water
            naar een land om eeuwig te verblijven.
            Mogen allen die zich tekenen met dit water
            volstromen van U en van elkaar.

 
Refrein: lieve boetseerder, trek me uit de klei
 
Gebed bij het vuur


Heer onze God,
U hebt het licht gescheiden van de duisternis
U bent meegetrokken met een groep vluchtelingen
Als een beschermende wolk in de dag,
En als een zuil van vuur in de nacht.
U hebt met uw licht het dode lichaam van Jezus omhuld.
 
Zegen (+) dit nieuwe vuur,
dat zal schijnen op de weg die wij hebben te gaan.
van duisternis naar licht, van angst en eenzaamheid naar leven in verbondenheid.
Maak in ons het verlangen wakker om nieuwe mensen te worden
Die herboren zijn in Jezus, uw toekomst-mens.

 
Doorgeven van het licht
3 X zingen: Licht van Christus – Heer wij danken U.
 
Evangelielezing: Johannes 20, 1 – 18 de nieuwe Adam en nieuwe Eva in de tuin
Nr. 369 als een levende

 
Hernieuwen van de doopbelofte

Vrg.     Dankzij de liefde die ons heeft gedragen
            en door de doop met water en geest,
            staat sinds het begin Gods naam in ons bestaan geschreven.
            In deze nacht worden wij uitgenodigd
            om uit vrije wil opnieuw ons woord te geven,
            aan Hem die eerste is en laatste,
            God van de hele schepping, God van Jezus.
 
Allen:   Ik zal de schepping liefhebben en haar behoeden.
            Ik zal niet rusten zolang onrecht deze wereld verscheurt.
            Ik zal met liefde en met vertrouwen
            mijn eigen wereld eindeloos proberen te herscheppen.
            Ik geloof in een goddelijke kracht
            die al het verstoorde en gekwetste kan helen en voltooien.
            Ik wil daarvan een levend teken zijn,
            met zorg en eerbied voor iedereen en alles op mijn weg.
            Ik zal wat mij gegeven is niet toeëigenen,
            geen voorrecht opeisen, maar voorrang bieden
            aan de meest kwetsbaren, zodat zij waardig kunnen opstaan.
            Ik wil het uitspreken en het ten einde toe herhalen
            dat Jezus onze weg en onze hoop is.
            Dat ik Hem wil herkennen in de mens naast mij.
            Dat de woorden die Hij heeft gesproken
            mij tot waarheid roepen en tot leven.
            En dat zijn geest, die ons gezonden wordt,
            mij kracht zal geven waar en zoals nodig is.

Lied aan het licht: nr. 365

Kaarsjes rond de Paaskaars en zegening met water

Refrein: lieve boetseerder

Homilie

“Lieve boetseerder, trek me uit de klei”. Indien je ooit op een nat Haspengouws veld hebt gestaan, dan klinkt dit gebed als: haal me alstublieft uit deze smurrie. Soms is het leven ook zo en is het een zang om van dit leven verlost te worden. Maar ik heb dit gebed gelezen als een Paaslied verwijzend naar de schepping en naar de verrijzenis. En dan klinkt het zo: Help mij, boetseerder, opdat ik vanuit de klei van mijn leven mijzelf kan worden. Trek mij omhoog, zodat ik mijn diepste zelf realiseer. Want dat diepste zelf is getekend door een goddelijke vonk, de mens als een verlangend wezen zoekend naar geluk, maar getekend door een goddelijke kern die wacht om tot leven te worden gewekt. Help mij, lieve boetseerder, opdat die vonk mag groeien tot een vlam of een laaiend vuur, want dat is onze bestemming. Dat wij doordrongen van liefde aan deze aarde en aan onszelf betekenis zouden geven.
 
Dat is voor mij de eigenlijke betekenis van het woord ‘schepping’. Schepping als het gebaar van de boetseerder, de stuwende kracht opdat wij mensen onszelf zouden kunnen worden. Het is een aanbod dat altijd en overal aanwezig is. Daarom worden mensen op de meest onverwachte plaatsen en tijden religieus, omdat plots het mysterie van het Oneindige hen raakt.

Over dat woord ‘schepping’ bestaan veel misverstanden. Scheppen betekent niet maken, alsof God uit het niets de zon en maan, de dieren en mensen zou hebben gemaakt. Laat het onderzoek over hun ontstaan over aan de wetenschap. Of nog een misverstand: alsof God zes dagen zou hebben gewerkt en vanaf de zevende zich terugtrok en de wereld aan zichzelf overliet. God is van alle tijden en ook nu scheppend in onze wereld. Schepping betekent Kracht, Aanwezigheid, Troost gegeven door God die geen eerste oorzaak is, geen hoogste zijnde, maar de Andere die vanuit dat anders zijn betrokken is op ons.  Dat was Hij vanaf onze oorsprong en dat is Hij op de meest onverwachte en verrassende momenten tot vandaag.
 
Ik vind het daarom niet verwonderlijk dat vanaf het paradijsverhaal de idee van eeuwig leven aanwezig is. Naast de boom van kennis van goed en kwaad stond een tweede boom, die van het eeuwig leven (waarvan de mens vergat te eten). De betekenis van dit symbool wordt maar aan het einde van onze Bijbel duidelijk met de dood en verrijzenis van Jezus (en van zoveel anderen). Slechts toen werd duidelijk wat de betekenis is van Gods scheppende aanwezigheid in deze wereld: de altijd en overal zich aanbiedende Liefde, de Kracht opdat wij onszelf zouden overstijgen. Voor mij zijn daarom schepping en verrijzenis wezenlijk met elkaar verbonden.

Dat wil ook het verhaal van Maria in de tuin duidelijk maken. Voor de evangelist zijn Jezus en Maria de nieuwe Adam en de nieuwe Eva. De tuin van Eden is verdwenen, maar er is een nieuwe tuin, een plaats waar God en mens elkaar op een nieuwe wijze ontmoeten. Zo schept God nieuwe toekomst, anders dan alles wat wij ons kunnen voorstellen.

In ons leven is er een neergaande en een opgaande lijn. De neergaande is die van ons lichaam dat geleidelijk zijn kracht verliest en faalt. Maar er is daar doorheen een opgaande lijn van groei in liefde en verbondenheid, de mogelijkheid om zich aan het Licht toe te vertrouwen. Die dubbele lijn werd op een verrassende manier duidelijk in het leven van Jezus. En het werd sindsdien de jubelende zang met Pasen: Christus is verrezen, Alleluia.

 
Groot dankgebed 167 gij zijt het

Na de communie 363 een lied van Jezus Christus

Paashymne
 

Licht ontloken aan het donker
Licht, gebroken uit de steen
Licht, waarachtig levensteken
Werp uw waarheid om ons heen
 
Licht, geschapen, uitgesproken,
Licht, dat straalt van Gods gelaat,
Licht uit Licht, uit God geboren,
Groet ons als de dagenraad
 
Licht, aan liefde aangestoken
Licht dat door het donker brandt
Licht, jij lieve lentebode
Zet de nacht in vuur en vlam
 
Licht verschenen uit de hoge
Licht gedompeld in de dood
Licht onstuitbaar, niet te doven
Zegen ons met morgenrood                                  (S. de Vries)

220410

10 april 2022: Palmzondag (2022)

Durf je meegaan in de stoet? (Lc 22, 39 – 23, 47)

 

Marcel Braekers


Openingslied 317 Die mee gaat met mensen
 
Intrede in Jeruzalem, N. ter Linden, Koning op een ezel, p. 171 - 172
 
Wijding van de palmtakken

God van leven, Gij laat uit koude winter en harde grond
Helder groen als een nieuwe lente opschieten.
Met deze takken zwaaiden de armen om Jezus te begroeten als hun redder.
Zegen deze altijd groene palmen
Zegen hen die ze straks een plaats geven in hun huis.
Zegen allen in wiens naam wij Jezus begroeten als teken van hoop en toekomst.
Zegen hen, waar ter wereld, opdat hen leven toestroomt in overvloed.
Zegen ons die met U meetrekken vandaag en tot op het kruis:
Gij Vader, Zoon en heilige Geest (+).
 
Geen processie maar we zingen zang 772B: Voor kleine mensen is Hij bereikbaar
 
Begroeting


Zijn we bereid om, zoals in de lezing werd verteld, in die stoet van enthousiastelingen mee te stappen en Jezus met palmtakken te begroeten. Maar beseffen we goed wat dit betekent? Want zo bekennen wij ons tot zijn visie en willen we leven zoals Hij. De stoet van volgelingen bestond uit mensen die zich door alles en iedereen in de steek voelde gelaten. Voor hen was Jezus een laatste houvast en dus stapten ze grimmig maar zelfbewust met Hem mee naar de tempel, het hart van de godsdienst. Als wij met de palmtak in de hand zingen dat onze God bereikbaar is voor kleine mensen, sluiten we ons aan bij die stoet van ontheemden, degenen van wie de religieuze leiders zegden dat ze boete moesten doen en zich bekeren, want hun situatie was het gevolg van hun zondigheid. De groep die Jezus toejuicht neemt dit niet meer en schudt de idee van een dreigende en straffende God van zich af.

In het verleden had in onze streken het palmtakje precies een omgekeerde betekenis. Het diende om het huis te beschermen tegen brand en slechte invloeden. Het werd op het veld neergepoot om te beschermen tegen hagel en tegenslag. Het takje was symbool van angstige mensen geworden die bescherming zochten tegen een toornige God. Opstappen in deze stoet is echter een gebaar van volwassen mensen die zich scharen achter de visie van Jezus van Nazareth en die geloven dat op die manier meer vrede en rechtvaardigheid kan komen, meer vertrouwen en liefde in het hart van mensen.
 
Na het verhaal over de intocht beschrijft Lucas hoe Jezus de kooplieden uit de tempel drijft. Het ultieme gebaar tegen de ontwijding en ontwaarding van het geloof van zijn voorvaderen. Maar dit gebaar zou de genadeslag voor Hem zijn. Vanaf nu stond het voor de geestelijke leiders vast dat deze man moest verdwijnen. Zoals elk jaar op Palmzondag wordt daarom één van de lijdensverhalen gelezen. Vandaag is dat de versie van Lucas.
 
Lijdensverhaal

Lucas 22, 39 – 53
Muziek

Lucas 22, 66 – 23,5
Lied 318 Beeld van een mens

Lucas 23, 26 – 32
Lied 311 O Hoofd vol bloed en wonden

Lucas 23, 33 – 47
Lied 314 Nu valt de nacht
 
Groot dankgebed 151

Communie
 
Lucas 23, 50 – 56
Lied 369 Als een levende
 
Gebed


Gij grote en verborgen God,
Dat wij ons laten leiden
Door het vertrouwen van uw Zoon
Waarmee Hij zijn weg is gegaan,
 
Dat wij ons laten leiden
door zijn liefde
die Hem alles kostte,
 
Dat wij in Hem de Mens zien,
Het schepsel naar uw hart,
naar uw beeld,
Hij die uw Naam heiligde
In leven en sterven.
 
Gij
die troont op onze gezangen
En woont in de liefde van uw Zoon
 
Leid ons door de Goede, Stille Week die komt:
Waarin wij alle tijd durven nemen
Om de weg te gaan
van Hem
Die ons gelaat onthult.             (S. de Vries, Bij gelegenheid II, p. 277.)

220403

03 april 2022: 5e zondag van de vasten (2022)

Ik, zegt hij, ga iets nieuws beginnen" (Jes. 43, 16-21 / Joh. 8, 1-11)

 

Geert Craps


(Gevierd op 27 maart 2022, Vierde zondag van de veertigdagentijd)

Openingslied: 319 Woestijnlied

Verwelkoming en kruisteken

Inleiding

Enige tijd geleden las ik in het tijdschrift MO een reportage over "de nieuwe paria's van Irak".  Vier jaar na de bevrijding van terreurgroep ISIS keren sommige Irakese ISIS-families terug naar huis. De weduwen en hun kinderen proberen zich opnieuw te vestigen in een  arme buitenwijk van Mosul, een stad die enorm te lijden heeft gehad onder de terreur van IS. Het spreekt voor zich dat dat moeite kost. Zo is er het verhaal van Itashar, een oorlogsweduwe, wiens man en vader een belangrijke rol hebben gespeeld in ISIS. Zij wordt geïsoleerd in de gemeenschap, en maar een paar verantwoordelijken nemen het op zich om haar een plaats te geven in de maatschappij. Alles kost haar veel meer moeite: steun vragen voor het herbouwen van haar huis, een officieel geboortebewijs krijgen voor haar zoontje,… Ze getuigt: "En dan zijn er de buurtkinderen, die die van mij uitschelden bij het spelen. ‘Daesh! Daeshi!’ klinkt het dan – de lokale, negatieve naam voor ISIS en zijn leden. Mijn zoontje kijkt dan ook liever thuis naar actiefilmpjes met veel geweld op een mobiele telefoon." Vele andere vrouwen en kinderen kunnen gewoon niet meer terug naar hun thuisstad. Een hele groep mensen wordt buitengesloten en tot paria gemaakt. ‘Hier zal de haat alleen maar toenemen.’ is de conclusie.

Het is een verhaal dat op heel veel manieren aanzet tot denken. Wie zou de moed hebben om deze vrouwen en kinderen een eerlijke kans te geven, na alle gruwelen die ze hebben gezien, en in vele gevallen ook zelf mee hebben gepleegd. Wie van u zou er bijvoorbeeld voorstander van zijn om ze over te brengen naar België, om ze hier een kans te geven op een nieuw begin? Je voelt toch zo bij jezelf de reflex opkomen dat ze eerst wel goed gescreend moeten worden en dat hun verleden moet worden uitgevlooid. En dan nog leeft er ongetwijfeld bij veel van ons het idee dat we toch liever niet in hun buurt zouden wonen.

En ondertussen vereenzamen hun kinderen steeds verder, en dreigt een nieuwe generatie van gefrustreerde en achtergestelde jonge mannen en vrouwen, opgevoed te worden. Het doorbreken van deze cirkel van frustratie, woede, achterdocht, revanche en veroordeling is, onder andere, het onderwerp van het evangelie van vandaag.


Openingsgebed

God onze vader, die wij aanwezig weten in ons vieren,
wij geloven wel dat onze wereld een wereld moet zijn
van rechtvaardigheid, vrede en verzoening,
wij weten wel dat Gij ons tot nieuwe mensen wil maken,
die een nieuwe wereld zijn voor elkaar.
Wij weten het wel.
 
Maar geef ons uw wijsheid, uw goedheid,
geef ons uw mateloos geduld, geduld met onszelf en met elkaar,
geef ons geloof in elkaar,
geef ons vertrouwen om nieuwe kansen te geven om te leven
Leer ons de mildheid van uw Zoon Jezus Christus, onze Heer. Amen

 

Lied 554 Voor mensen die naamloos

Evangelie: Joh. 8, 1-11

Jezus ging naar de Olijfberg, en vroeg in de morgen was hij weer in de tempel. Het hele volk kwam naar hem toe, hij ging zitten en gaf hun onderricht. Toen brachten de schriftgeleerden en de farizeeën een vrouw bij hem die op overspel betrapt was. Ze zetten haar in het midden en4zeiden tegen Jezus: ‘Meester, deze vrouw is op heterdaad betrapt toen ze overspel pleegde. Mozes draagt ons in de wet op zulke vrouwen te stenigen. Wat vindt u daarvan?’ Dit zeiden ze om hem op de proef te stellen, om te zien of ze hem konden aanklagen. Jezus bukte zich en schreef met zijn vinger op de grond. Toen ze bleven aandringen, richtte hij zich op en zei: ‘Wie van jullie zonder zonde is, laat die als eerste een steen naar haar werpen.’ Hij bukte zich weer en schreef op de grond. Toen ze dat hoorden gingen ze weg, een voor een, de oudsten het eerst, en ze lieten hem alleen, met de vrouw die in het midden stond. Jezus richtte zich op en vroeg haar: ‘Waar zijn ze? Heeft niemand u veroordeeld?’ ‘Niemand, heer,’ zei ze. ‘Ik veroordeel u ook niet,’ zei Jezus. ‘Ga naar huis, en zondig vanaf nu niet meer.’

Bedenkingen bij het evangelie

Het verhaal van vandaag is een heel raar gedeelte van het Nieuwe Testament. Voor bijbeldeskundigen is de passage zeer bijzonder. Het verhaal, dat allicht een van de bekendste is in de bijbel, is namelijk een van de allerlaatste verhalen die aan het nieuwe testament is toegevoegd. Het zou oorspronkelijk bij Lukas hebben gestaan, is daarna verhuisd naar Johannes, en ook daar heeft het wat omzwervingen gemaakt. Het verhaal is bijna zeker van veel latere datum dan de andere delen van het Johannesevangelie. Mijn favoriete bijbeldeskundige, Bart Ehrman, heeft de hypothese dat het oorspronkelijk een verhaal was dat een scribent zich herinnerde naar aanleiding van een andere passage die hij overschreef, en het in de marge toevoegde, Een latere kopiist heeft het verhaal dan opgenomen in de lopende tekst van het evangelie zelf.

In elk geval  kende het een bewogen geschiedenis, en misschien was dat wel te wijten aan de toch nogal controversiële inhoud. Het is duidelijk dat de vrouw in het verhaal op heterdaad betrapt is op overspel, en dat was in het oude Israël, maar ook later een duidelijke zonde, zoals de wet van Mozes dat bepaalde. Dan een verhaal vertellen waarin de pointe is "wie zonder zonde is, werpe de eerste steen", is natuurlijk confronterend. Zowel de toehoorders in het verhaal zelf, als al degenen die later het verhaal lazen, zullen zich wel realiseren dat zij onder de categorie vallen van zij die gezondigd hebben. En ik denk dat wij ons daar ook wel vrij goed bewust van zijn. Iedereen maakt fouten, daar zijn we mensen voor. In de traditie heet dat "erfzonde". Het is een bepalende staat van onze menselijkheid.

Overigens was de traditie bij een joodse steniging dat de ergste zondaars als eerste stenen mochten werpen, en de meest deugdzame zich afzijdig hielden (zoals Paulus bij de steniging van Stefanus, als we Handelingen erop nalezen), of pas helemaal aan het einde ook een steen gooiden. Het verhaal is in alle opzichten dus een omkering van de waarden. De fundamentele boodschap is: veroordeel niets of niemand. Een fout maken kwetst mensen op zich al, er geen vergeving voor krijgen duwt ze nog dieper weg, en maakt ze misschien wel rancuneus en wraakzuchtig. Laten we ons niet moreel superieur opstellen ten opzichte van anderen. Het effect op de vrouw is verrassend: ze leeft helemaal op. De aanmoediging van Jezus om "niet meer te zondigen" is een explicitering van een intentie die zich ook al lang in haar gevormd heeft, denk ik.

Jezus bevrijdende houding is in ons tijdgewricht nog om een andere reden ongewoon. In verschillende contexten neemt de neiging toe, althans naar mijn aanvoelen, om "schuldigen" te vinden. Een begrip als "verantwoordelijkheid" wordt daardoor opgerekt tot "schuld", en om in mijn eigen werkgebied te blijven: zoiets als "politieke verantwoordelijkheid" verdwijnt volledig ten nadele van de platte, materiële schuldvraag. Wat doet zo'n zoektocht naar schuld met ons gevoel als gemeenschap? Groeien we werkelijk naar elkaar toe, door een zwart schaap de woestijn in te sturen?

Broederlijk delen stelt daar "Delen in Genade" tegenover. Het delen van de genade om een tweede kans te geven, zachtheid, barmhartigheid. De Wet van wat zondig is en wat niet, staat gegrift in harde steen maar de misstappen van mensen mogen met de vinger in het zand geschreven staan, zodat ze kunnen verwaaien.

En dan kom ik terug op mijn verhaal van de ISIS-weduwen in Mosoul. Want hun situatie stelt ons wel heel erg voor de grens van wat we met het evangelie van vandaag aan moeten. Tegenover die grens gezien, komt de oproep van Jezus tot een nieuwe kans, bijna over als een roep om ons rationele, degelijke, gezond-boerenverstand-denken opzij te zetten, en ons irrationeel over te geven aan grenzeloze barmhartigheid. Misschien moet je wel een beetje gek zijn, om goed te kunnen zijn…

Ik wil deze bedenkingen dan ook eindigen met het irrationele, grenzeloze visioen van Jesaja, dat ook een voorgeschreven lezing is van vandaag.

Jesaja 43:16-17 Dit zegt de HEER, die een weg baande door de zee en een pad door machtige wateren, die paarden en wagens liet uitrukken, een heel leger van geweldenaars –daar lagen ze, en ze stonden niet meer op, ze zijn vergaan, als een kwijnende vlam gedoofd. Blijf niet staan bij wat eertijds is gebeurd, laat het verleden nu rusten. Zie, ik ga iets nieuws verrichten, nu ontkiemt het – heb je het nog niet gemerkt? Ik baan een weg door de woestijn, maak rivieren in de wildernis. De wilde dieren zullen mij eer bewijzen, de jakhalzen en de struisvogels, omdat ik water schep in de woestijn en rivieren in de wildernis; het volk dat ik heb uitgekozen, laat ik drinken. Dit is het volk dat ik mij gevormd heb, het zal mijn lof verkondigen.


Voorbeden (Acclamatie bij de voorbeden 001 Wie anders zou de hemel dragen)


We delen de moed om iets nieuws te beginnen is het thema van Broederlijk Delen. Ik mag jullie uitnodigen om je droom van een nieuw begin, maar ook je zorgen om wat gebeurt, hier met ons te delen. Als laatste voorbede:

En Jezus schreef in 't zand

Jezus schreef met Zijn vinger in het zand.
Hij bukte Zich en schreef in 't zand, wij weten
niet wat Hij schreef, Hij was het zelf vergeten,
verzonken in de woorden van Zijn hand.
De schriftgeleerden, die Hem aan de tand
hadden gevoeld over een vrouw, van hete
hartstochten naar een andere man bezeten,
de schriftgeleerden stonden aan de kant.
Zondig niet meer, zei Hij, ik oordeel niet.
Ga heen en luister, luister naar het lied.
En Hij stond recht. De woorden lieten los
van hun figuur en brandden in de blos
waarmee zij heenging, als een kind zo licht.
Zo geestelijk schreef Jezus Zijn gedicht.
(Gerit Achterberg)

Stiltekring: we vormen een kring van stilte gedurende 1 minuut om alle slachtoffers, op welk manier dan ook, van de oorlog in Oekraïne te gedenken, zoals elke gelovige gemeenschap in Vlaanderen dat ook doet vandaag.

Onze Vader / Vredeswens

Lied 564 Gehoord van mensen

Slotbezinning: Psalm 64 in de hertaling van Huub Oosterhuis (uit 150 Psalmen Vrij)

De onpartijdige
die van de nuchtere feiten
die met hun bitterzoet gelijk
hun vlijmscherpe pennen
die mij honen
omdat ik vertwijfeld hoop
op een rechtvaardige wereld
"de lachwekkende utopieën "de lachwekkende utopieën
van de tomatenpriester"
ik zla ze niet, niemand zal ze
ook niet de god van mijn utopieën
die geen god is die terugslaat
die een zachte, vaste stem is
die niet aflaat.

 
Zegen

220327

27 maart 2022: 4e zondag van de vasten (2022)

Met Gods ogen zien (Lc. 15, 11-32)

Marcel Braekers

 
Openingszang 569: Die mij getrokken uit de schoot

Begroeting


n mijn opleiding filosofie kreeg ik cursus van een zeer intelligente en plastische docent die met één beeld de grote denkers kon typeren. Dat was natuurlijk ongenuanceerd maar wel zo indringend dat ik tot vandaag nog weet wat hij vertelde. Zo typeerde hij de filosofie van Sartre door een mannetje tekenen dat tuurt naar een ander die door een sleutelgat loert. Een fantastisch beeld om te typeren hoe de mens iemand is die ontluisterend naar een ander kijkt die ook op zijn beurt ongepast door een sleutelgat de werkelijkheid beloert. Hij typeerde daarmee de filosofie van Sartre en zijn kijk op de mens. De mens namelijk die voor de ander een wolf is zoals iedereen in de humaniora leerde (homo homini lupus), mensen die voor elkaar genadeloos ontmaskerend zijn.
 
Hoe kijken wij naar mensen? Hoe zien we elkaar, hoe kijk je naar jezelf? Alles wat volgt, ons gedrag, ons engagement, dat alles begint bij de manier waarop we kijken. Je kan koel, diagnostisch kijken, nieuwsgierig en belust op sensatie, je kan heimelijk loeren om iets van intimiteit te achterhalen,  maar je kan ook empathisch, warm betrokken op een meelevende manier zien. Ik vind het ontroerend te zien hoeveel Belgen op dit ogenblik meelevend keken naar de Oekraïense vluchtelingen en onmiddellijk zich engageerden (zoals ook gebeurde bij de overstroming in Verviers). Dat gebeurt hier in het Westen dat door de patriarch van Moskou wordt getypeerd als de losgeslagen, geperverteerde maatschappij waartegen Rusland ten strijde moet trekken.
Veel hangt af van onze ingesteldheid, alhoewel de impact van de media niet te onderschatten is. Ik moet bekennen dat ik de laatste tijd bij het kijken naar het tv-nieuws regelmatig de ogen sluit, omdat ik de beelden niet meer aankan. Beelden moeten liefst live en zo ongezouten mogelijk zijn, hoe meer emoties ze tonen hoe beter. Daarbij krijg je een ongenuanceerde hoeveelheid op je bord zodat je vanuit een soort van zelfverdediging het meevoelen uitschakelt. Het participerend kijken is bedreigd en daarmee ook onze betrokkenheid. We kijken toe hoe een ander met een gevoelige lens kijkt naar het leed dat anderen treft. Sartre is niet zo ver weg, gelukkig zijn mensen in staat om dit ook te overstijgen.
 
Misschien vindt u mijn aanzet voor deze viering wat vreemd, want centraal in de woorddienst staat de parabel van de verloren zoon en Broederlijk Delen zet als thema boven de viering ‘We delen met iedereen, niemand verloren’. Maar wat me in deze parabel vooral heeft getroffen, was de manier waarop de vader uitzag naar zijn zoon. Het rennen, omhelzen en geven van een groot feest zijn het gevolg van zijn kijken.

Mijn vraag is daarom: hoe kijken wij? Welke zuivering moet ik doormaken om echt te zien? Ik bedoel om voorbij het oppervlakkige te zien wat de echte werkelijkheid is? En om zo te zien dat ik in beweging geraak.

 
Lied 114: God onze Vader wij roepen U (Uit naam van de wereld)
 
Gebed


                        Mocht het waar zijn
 
Mocht het waar zijn wat gegrift staat:
Dat er iemand is die hoort.
Moge Gij het zijn die hoort, weet,
Ziet, afdaalt, om te bevrijden.
 
Die ons losmaakt uit de strikken
Van de nacht, de hand der heersers,
Die ons uitdrijft, zee, woestijn in,
Naar een oord van licht en water.
 
Mocht het waar zijn dat uw liefde
Tot op heden nog van kracht is –
Dat Gij ons nog in de dood kent,
Ook nog daar, als dat zou kunnen.
 
Wees als toen een God-Bevrijder:
Laat een nieuwe laatste oorlog,
Die gifbeker, ons voorbijgaan.
Zend uw engel, uw messias,
 
Die hem uit de handen van de
Heersers slaat, de afgrond in –
Die ons wenkt uit onze kelders
En ons toeroept; Vrede nu.
                                                           (H. Oosterhuis, Stilte zingen p.126)


Inleiding op de lezing

Het heeft Bijbelspecialisten altijd verwonderd dat in het Lucas-evangelie een heel stuk voorkomt dat de andere evangelisten niet kennen. Het zijn de parabels van het verloren schaap, de verloren drachme, de verloren zoon, de barmhartige Samaritaan. Allemaal verhalen over verliezen en vreugde bij het vinden. Verhalen ook waar God als eindeloos mild en liefdevol wordt voorgesteld. Vanwaar Lucas deze stukken kende is tot hier onbekend. Vandaag horen we dat alom gekende verhaal van de verloren zoon.

Lucas 5, 11 – 32

Lied 830B uit angst en nood

Homilie


Wat treft je als je deze parabel hoort voorlezen? Als ik naar mezelf kijk, merk ik hoe doorheen de jaren mijn focus steeds verandert. Toen ik als kind en puber deze parabel hoorde, voelde ik mij het meest verwant met de oudste zoon en begreep ik heel goed zijn klacht. Wellicht omdat ik mij ook als puber achteruit gesteld voelde. Later ging mijn sympathie naar de jongste zoon, naar zijn opstandigheid en zoeken. Geld om te verkwanselen had ik niet, maar dat revolterende lag me wel. Nu ik oud ben heb ik meer oog gekregen voor de vader en de zorgen die hem om het hoofd hangen. (Ik hoop dat de vrouwen zich niet in de steek gelaten voelen, want die komen in dit patriarchaal verhaal niet voor).

Die vader wordt door Jezus op een heel merkwaardige manier getypeerd. Gezien vanuit de context van een patriarchale samenleving is het een zwakke figuur. Hij zou normaal moeten reageren zoals de oude boer in de Vlasschaard van Stijn Streuvels die zijn zoon neerslaat omdat hij ongehoorzaam is. Nee, deze vader is week en kwetsbaar alsof hij vader en moeder tegelijk is. Als zijn jongste zoon rebels is en zijn erfdeel opeist, gaat hij opzij en laat het gebeuren. En als die zoon door de wereld trekt blijft hij uitzien en wachten. Als de oudste zoon protesteert en weigert mee te vieren, gaat hij naar hem toe om hem bij het feest te betrekken. Daarbij is Jezus wel heel plastisch in zijn beschrijving. De vader rent naar de zoon die hij in de verte ziet naderen, zo vertelt Hij. Maar uit alles blijkt dat het een welgestelde man is. Die droegen in Palestina een mooi boven- en onderkleed. Daarmee kan je niet rennen, alleen waardig schreiden, maar deze vader is gek van vreugde. Waarom al die details?
 
Voor Jezus is dit een verhaal om God te typeren. Indien de mens rebels is en zijn autonomie opeist, maakt hij plaats. Gaat die mens zijn eigen weg los van geloof en liefde, dan blijft hij naar hem uitzien. Waar jaloersheid is en conflict probeert hij te verzoenen. Je kan vanuit deze parabel een hele theologie ontwikkelen over wie God is en hoe Hij omgaat met deze wereld.

k wil uw aandacht trekken op één punt waarover ik het ook had in de inleiding: het kijken van de vader. “Van ver zag hij zijn zoon al aankomen. Hij kreeg medelijden en rende op zijn zoon af, viel hem om de hals en kuste hem.” Zijn kijken was een empathisch, warm kijken doordrongen van betrokkenheid. Het Griekse woord dat er staat is splagnidzomai wat betekent ‘barmhartig en liefdevol zien’. In het evangelie van Lucas komt het woord 3 keer voor. Datzelfde woord gebruikt Lucas als hij vertelt hoe Jezus een begrafenis bijwoont en kijkt hoe de enige zoon van een weduwe wordt weggedragen. Datzelfde woord gebruikt hij in de parabel van de barmhartige Samaritaan die kijkt naar de man die langs de kant ligt. Niet toevallig komt het woord drie keer voor en zijn de drie situaties met elkaar verstrengeld. Zoals God in de parabel naar mensen kijkt, zo kijkt Jezus naar het verdriet en het gemis van die weduwe, en zo worden wij uitgenodigd om, net zoals de Samaritaan naar de gekwetste keek, te kijken naar mensen om ons heen. De drie niveaus hebben met elkaar te maken. Omdat ik aangekeken word door een liefdevolle God, ben ik in staat ook zo naar anderen te kijken. En via de zorg om elkaar ontdekken we de mildheid en menslievendheid van onze God. Dat is de weg die we in deze vasten hebben te gaan.

 
Groot dankgebed 164

Na de communie 319 Woestijnlied

220320

20 maart 2022: 3e zondag van de vasten (2022)

De onvruchtbare vijgenboom (Lc 13, 1-9)

 Herman Wouters

 
Inleiding

Kennen jullie Toon Tellegen, de Nederlandse schrijver - ondertussen 80 jaar -  die bekend is van zijn dierenverhalen over de mier en de eekhoorn, steeds met een zekere filosofische diepgang.

Zelf hou ik niet zo veel van Toon Tellegen. Er was een periode in mijn loopbaan als orthopedagoog waarin bijna elke studiedag begon met zo’n verhaal van Tellegen. Geen enkele keer begreep ik wat het verband was tussen die vertelling en het thema van de dag.  Mogelijk had dit te maken met mijn eigen tekort aan filosofische diepgang, hoewel ik daar niet zo zeker van ben. Mogelijk was er ook helemaal geen relatie.

Toch schreef ik eens voor de verjaardag van mijn vrouw An een kort verhaaltje naar analogie met Tellegen, een beetje als parodie. Dit is mijn tekstje:

De mier en de eekhoorn hadden een appelboom geplant. Ze keken heel raar op toen er in de herfst geen appels aan die boom kwamen maar wel bananen, ananassen en papaja’s. Toch waren ze er erg blij mee.

Ik verwees daarmee naar onze vier kleinkinderen met Latijns-Amerikaanse en Afrikaanse roots.

Ik moest aan deze speciale boom denken toen ik de evangelielezing van vandaag zag, het verhaal van de vijgenboom en zijn vruchten.

Laten we bij de start van deze viering vragen aan onze God om hier aanwezig te zijn.

Lied 510: “ Wees hier aanwezig”
 
Inleiding  op evangelie

In de evangelielezing van Lucas komt men aan Jezus vertellen dat Pilatus enkele Gallilëers heeft gedood die vreedzaam naar de tempel waren gegaan om offers te brengen. En men stelt hem de vraag waarom deze onschuldige slachtoffers omkwamen. Heeft het misschien te maken met een soort vergelding van God omdat ze niet goed geleefd hebben? U herinnert zich deze redenering ook in het verhaal van de blindgeborene waarbij de mensen dachten dat zijn ouders gezondigd hadden en dat ze daarom een gehandicapt kind kregen.

Jezus verwerpt deze manier van denken door te verwijzen naar de ramp met de toren in de buurt van de Siloam, een vijver die zorgde voor water binnen de stadsmuren van Jeruzalem. Pilatus had voor de bouw van een waterleiding vanuit de Siloam geld uit de tempelschatten genomen. De Joden waren hierover woedend en kwamen in opstand.  Een deel van de opstandelingen had zich verschanst in een toren bij de Siloam. Door de Romeinse soldaten werd deze toren ondergraven zodat hij instortte. Alle achttien mannen die binnen in de toren waren, hadden bij deze gebeurtenis de dood gevonden. Was dat mogelijk een straf omdat ze een zondiger leven hadden geleid dan andere mensen? Jezus zei: " Geen sprake van. Zo mag je niet redeneren. Dit zijn dingen die gebeuren. God is niet iemand die op die manier vergelding zoekt voor iemands zondig leven”.  Integendeel: met de gelijkenis van de onvruchtbare vijgenboom, geeft Jezus aan dat God eerder iemand is die met veel geduld uitkijkt naar een mogelijke verandering van levensstijl.

Lezing: Lucas 13, 1-9

Ik wil stilstaan bij het tweede deel van de tekst: het verhaal van de vijgenboom.  De vijgenboom krijgt een uitstel van een jaar.  Als we deze metafoor volgen krijgen wij dus ook één jaar respijt. Men gaat nog wat spitten en bemesten maar dan moeten er toch wel vruchten zijn. Zo kunnen we voorkomen dat we omgehakt worden.

Het leek me goed om in de bijbel eens na te speuren over welke soort vruchten het dan wel kan gaan. Het gaat waarschijnlijk niet onmiddellijk over je kinderen of kleinkinderen zoals in mijn inleiding.

Paulus – de bekende hedendaagse geschiedschrijver Harari noemt hem de stichter van het Christendom – heeft het in zijn brief aan de Galaten over de vruchten van de Geest. Hij somt ze op: liefde, vreugde en vrede, vriendelijkheid en goedheid, geloof, zachtmoedigheid en zelfbeheersing.

Het lijken me begrippen die zowel karakteristieken van een persoon aanduiden als het gedrag dat hij stelt. Liefde is (met dank aan Alfons van Steenwegen) duidelijk een werkwoord maar ook vreugde, vrede en geloof lijken me “werkwoorden”. Vriendelijkheid, zachtmoedigheid, zelfbeheersing, goedheid vallen naar mijn gevoel meer onder de karaktereigenschappen van een persoon.

Met de gedachte aan die onvruchtbare vijgenboom en de door Paulus’ geciteerde vruchten stel ik me de vraag hoe we op één jaar tijd, onze persoonlijkheid en onze manier van doen nog kunnen veranderen om (meer) vrucht te dragen? Lukt dat nog wel op onze leeftijd waarin we toch wat vast zitten in onze gewoontes?

Op een andere plaats - in Johannes hoofdstuk 15- vind ik hierop een antwoord, of een methode. Jezus gebruikt er de metafoor van de wijnstok. Hij zegt: “Als iemand in mij blijft en ik in hem dan zal hij veel vrucht dragen”. En hoe blijf je in hem? “Je blijft in mijn liefde als je je aan mijn geboden houdt. Mijn gebod is dat jullie elkaar liefhebben. Dit draag ik jullie op: “heb elkaar lief.”

Mij lijkt dat deze woorden “heb elkaar lief” de weg aangeven om te groeien in onze persoonlijkheid en in onze gewoontes en zo beter te worden qua zachtmoedigheid, vriendelijkheid, goedheid, zelfbeheersing.

Marcel zei ons enkele weken geleden dat liefde zich op verschillende manieren kan uitdrukken en dat bv ‘iemand die je slaat je andere kaak aanbieden’ ook kan betekenen dat je in zijn standpunt probeert in te komen. Ook Augustinus formuleerde in de eerste eeuwen van het Christendom al een gelijkaardige gedachte

Bemin en doe dan wat je wilt:
wil je zwijgen, zwijg uit liefde,
wil je schreeuwen, schreeuw uit liefde,
wil je corrigeren, doe het uit liefde,
wil je vergeven, vergeef uit liefde.
Draag de bron van liefde in je hart,
want uit liefde kan alleen het goede voortkomen.

Door ons in de dagdagelijkse situaties en in de ontmoetingen met de naaste de vraag te stellen “hoe kan ik me hier nu liefdevol opstellen” en dit dan ook te doen, oefenen we ons in die liefdevolle kijk, het christelijke perspectief en groeien onze gewoontes en ook onze persoonlijkheid. En de naaste is iedereen die op je weg komt, in deze tijden zeker ook onze Oekraïense overburen, die op zoek zijn naar logies voor gevluchte landgenoten.

De andere vruchten van de geest: de vrede en vreugde die mogelijk ervaren worden en de groei in het geloof, zijn een gevolg daarvan. Ik heb zelf momenteel veel vragen over wat ik tot voor kort allemaal geloofde: over mijn godsbeeld, over mijn christendom, over mijn persoonlijke relatie met God enz … maar niét over het feit dat het er in deze wereld op aankomt om  “liefdevol om te gaan met elkaar”. Dat is een rotsvast geloof.

Door deze liefdevolle houding te cultiveren – te bemesten en te begieten - zorgen we nog voor een ander belangrijk effect.  We maken een plaats waar het Koninkrijk Gods aanwezig komt: misschien niet echt blijvend, misschien maar even, misschien maar een glimp ervan, een aanzet,…  In vele situaties en in vele ontmoetingen ben je vaak de enige die dit kan bewerkstelligen.  En als jij het niet doet, gebeurt het niet en is er geen “Koninkrijk van God”.  Dit is voor mij “christen-zijn” in zijn essentie.

Natuurlijk gedraag ik me niet altijd zo liefdevol. Mensen die me beter kennen, kunnen zeker een heleboel situaties aanduiden waarin me dat niet lukt:  ik ben soms moe, geprikkeld, meer gestresseerd dan ik zou willen, te weinig begaan met de ander… - al lachend zeg ik soms dat ik een gevoelig mens ben…. voor mezelf – ik vind mezelf bijwijlen niet zo fantastisch.

Daarom wil ik deze gedachten eindigen met dat lied van Oosterhuis over onze schamelheid : “Wat ik gewild heb, wat ik gedaan heb”. Ik beken dat ik dit lied niet meer meezing binnen deze muren want zó erg als bijvoorbeeld in die zin ‘dit overschot van stof van de aarde’ - is het naar mijn gevoel nu ook weer niet. Ik doe elke dag oprecht mijn best… In het kader van de evangelietekst van vandaag en met het beeld van de onvruchtbare vijgenboom waarmee ik me ook wel kan associëren, wil ik het nog wel eens volmondig meezingen.

We hebben gelukkig nog een heel jaar tijd, vooraleer we mogelijk omgehakt worden.

Lied 412: “Wat ik gewild heb”.

Na elke voorbede/gedachte : lied 122 : “Ubi caritas” 

Canon  162

Communiezang lied 319 : “Woestijnlied “
 

Slotgebed

Gij die we Heer en God noemen
Oorsprong van het leven en nabijheid in het leven
Versterk in ons uw Heilige geest
Zodat onze goedheid en vriendelijkheid groter wordt
Maak dat we groeien in zachtmoedigheid en zelfbeheersing
en schenk ons uw vreugde en uw vrede
Help ons om zo lief te hebben
dat op de plaatsen waar we vertoeven
een glimp van uw rijk zichtbaar, voelbaar aanwezig komt
Geef ons het geloof
om te volharden in de liefde
ook als het moeilijk is en we niet onmiddellijk een licht zien
Geef dat we in de jaren die ons nog resten
vruchten zullen dragen
verhoopte en onverhoopte
appelen en peren
maar graag ook papaja’s en bananen

 
Zegen

Contactinformatie

©2005-2023 Filosofenfontein

✉️   info@filosofenfontein.be

Ondernemingsnummer: 0775.603.387

Bankgegevens:"FIFO Heverlee" 

KBC: BE11 7340 3906 5848

Volg ons op Sociale media

QR Code

Door je camera op deze code te houden krijg je het adres van deze website op je smartphone of tablet. Dan kan je de hele website bekijken.